ik heb alle colleges in detail meegeschreven en ook alle pokerpoints hierin meegenomen. ik heb het vak zelf met een 8 afgerond door deze te leren, dus ik denk dat de stof er goed in aan bod komt! DT2 staat ook online!
Deeltentamen 1 - DNA-toepassingen: replicatie, differentiële genexpressie en
Mendeliaanse genetica
DNA-replicatie
• Essential Cell Biology:
o Chapter 6
Differentiële genexpressie en celsignalering
• Essential Cell Biology:
o Chapter 2, alleen “amino acids” en “nucleotides” (p 74 - 77)
o Chapter 5, m.u.v. p. 193 - 195
o Chapter 7, m.u.v. p. 246 - 247, p. 259 - 262
o Chapter 8, m.u.v. p. 280 - 281, p. 287 - 292
• Levenscyclus van de Mens:
o Hoofdstuk 1
• Alle PowerPoint presentaties van de hoorcolleges
• De tekst, aantekeningen en opdrachten van de werkgroepen differentiële
genexpressie
Mendeliaanse genetica
• Essential Cell Biology:
o Chapter 19
• Alle PowerPoint presentaties van de hoorcolleges
• Alle stof die in het college behandeld is, inclusief:
o Mitose, meiose en het doorgeven van DNA aan het nageslacht, ook
met recombinatie
o De principes en verhoudingen van overerving van Mendeliaanse
eigenschappen
o Analyseren van stambomen van families met erfelijke aandoeningen
o Genetische terminologie en concepten
• Werkgroep tekst en opdrachten
Deeltentamen 2 - Embryogenese, foetale groei en geboorte
• Levenscyclus van de Mens
o Hoofdstuk 1 tot en met 11
• Alle PowerPoint presentaties van de hoorcolleges
• De tekst, aantekeningen en opdrachten van de werkgroep en het practicum
Embryogenese en de werkgroep Foetale groei
,
,Hoorcollege HL1 2
Levenscyclus van de mens H1, VWO-leerstof celbiologie en DNA, ECB H5, WG: 1-35
Embryogenese
Bevruchte eicel blijft delen tot een klompje = morula.
Vervolgens klonteren sommige celllen samen =
embryoblast, de cellen aan de rand = trofoblast. Het
trofoblast verzorgd de voeding voor de embryoblast.
Vervolgens kruipt de blastocyst uit de zonna polucida
= hetching (eind eerste week). Vervolgens kan hij in
de baarmoederwand (endometrium) gaan
innestelen. In week 4 is het embryo verder gevormd
met hoofdzijde en stuitzijde, met blokjes weefsel =
somyten, die gaan wervels spieren en huid vormen.
Neurale buis is nog open, wat aan het eind van de
vierde week gebeurd. 6 weken: krommingen hebben
plaatsgevonden, ledematen ontstaan. Week 8:
armpjes en beentjes stuk verder uitgegroeid.
Vervolgens feutale fase.
Vanaf 1900 werd er met name morfologisch gekeken = observaties (vormverandering).
Vanaf jaren 60 was teratologie in opkomst -> stoffen kunnen placenta passeren en negatieve
effecten hebben op ontwikkelend kind. Jaren 70-80 experimentele embryologie: gekeken
naar celmigratie. Vanaf jaren 90: moleculaire benadering, bv genetische modificatie -> rol
individuele genen en interactie met omgevingsfactoren (signalering).
Celbiologie
Elk organisme bestaat uit een grote gemeenschap van samenwerkende cellen. Op basis van
erfelijke informatie uit de celkernen worden eiwitten gevormd die deze samenwerking
mogelijk maken. Afhankelijk van de definitie, bestaan er 200 tot 400 verschillende celtypen
in het menselijk lichaam.
, Endoplasmatisch reticulum (netwerk): ruw (met ribosomen): eiwit aanmaak (translatie) en
transport naar Golgi; glad: transport naar Golgi, synthese van (fosfo)lipiden en steroïden en
ontgifting (detoxificatie).
Golgi apparaat: eiwitten ombouwen (modificeren), opslaan en inpakken in blaasjes voor
transport.
Lysosoom: blaasjes die partikels, ingenomen door fagocytose of pinocytose, of oudere
celdelen verteren, zodat de afbraakproducten hergebruikt of veilig uitgescheiden kunnen;
gemaakt door Golgi apparaat.
Kernlichaampje (nucleolus): bevat rRNA genen voor de aanmaak van ribosomen (voor
translatie), RNA-fragmenten.
Cytoskelet: polymeren van eiwitten in cellen (cyto) die samen zorgen voor stevigheid, vorm
en beweeglijkheid. (Polymeer: molecuul bestaande uit veel delen (poly-meros)); a)
microfilamenten (kleine strengen bijv. actine), b) microtubuli (kleine buisjes opgebouwd uit
tubuline) en c) intermediaire filamenten.
Perspectieven embryogenese
Hoe ontwikkelt de bevruchte eicel zich tot een een embryo met daarin, in de basis, alle
orgaanstelsels en functies?
Hoe worden signalen verzonden en geïnterpreteerd door cellen zodat deze weten wat ze
moeten doen / worden?
Aansturing / Signalering: Moleculaire embryonale ontwikkeling
• Wat zijn signaalstoffen?
• Hoe worden ze aangemaakt en afgegeven?
• Hoe geven ze informatie door?
• Hoe komt het dat cellen anders van elkaar worden (differentiëren)?
Signaalstoffen zijn eiwitten. Voor de eiwitsynthese is DNA nodig, dit bevindt zich in de
celkern. Eiwitten zijn bouwstenen voor celstructuren, enzymen, reguleren genexpressie,
reguleren cel-beweging en reguleren cel-communicatie: signaaleiwitten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannetouw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.