De samenvatting biedt informatie over de verschillende deelonderwerpen in de wetenschappelijke psychologie; de experimentele psychologie, sociale psychologie, pedagogische psychologie, ontwikkelingspsychologie, persoonlijkheidspsychologie en klinische psychologie komen allen aan bod!
Menselijk handelen wordt vanuit een theorie vormgegeven. Deze psychologische theorieën zijn dynamisch
en vormen zich naar nieuwe ervaringen en daarmee steeds opnieuw aan de werkelijkheid.
Psychologie is een erkende academische discipline en een universitaire studie. De kennis van een
academische discipline is steeds aan verandering onderhevig.
De ontwikkeling van beeldvormende technieken heeft een enorme stimulans gegeven aan het onderzoek
naar de relatie tussen hersenen, cognitie en gedrag evenals genetische onderzoek.
Vanuit psychologische voorkennis zou psychologie gedefinieerd worden als ‘iets wat gaat over de mens,
om zijn innerlijke processen.’
Beperkingen van psychologische voorkennis, verkregen vanuit tijdschriften etc., is dat het nauwelijks
voldoet aan het beeld van de academische discipline. De testen zijn niet wetenschappelijk opgebouwd.
Psychoanalyse is een omstreden theorie binnen de psychologie. Wat men vanuit psychologische
voorkennis onder psychotherapie verstaat is vaak beïnvloed door alternatieve handelswijzen en niet
zozeer vanuit wetenschappelijke psychologie. Met ontbreken van wetenschappelijke psychologie kan men
geen juist beeld vormen van termen als psychotherapie.
In de laatste twee decennia is de betekenis van de psychologie enorm gestegen. Op alle maatschappelijke
gebieden worden resultaten van psychologische onderzoeken toegepast.
Psychologie is een dynamische wetenschap die nauwe verbindingen heeft met andere wetenschappen
zoals de sociale-, biomedische- en natuurwetenschappen. Recent is de cognitieve neurowetenschappen als
multidisciplinair vakgebied ontstaan door een integratie tussen cognitieve psychologie en
neurowetenschappen.
Veel psychologische inzichten staan op losse schroeven, vooral de dieptepsychologie waarbij het
voornamelijk gaat over het onbewuste. In de moderne cognitieve theorieën wordt het onbewuste
beschreven als automatisch en zonder controle verlopende informatieverwerking.
Psychologie is geen opslagplaats van verworven kennis, maar is onafgesloten en naar voren gericht.
Psychologie is een gecompliceerde samengestelde wetenschap in vergelijking met andere
wetenschappen. Het gegeven dat deze wetenschap minder georganiseerd is heeft twee redenen.
* De verschijnselen die behandeld worden in de psychologie zijn meer divers en leveren een
breder en bonter spectrum van theorieën en benaderingen op.
* Psychologie heeft in een relatief korte geschiedenis nog niet een zodanig bindend systeem
van individuele deeldisciplines kunnen vormen.
De basisvakken van de studie psychologie betreffen over het algemeen; de algemene psychologie
(functieleer, cognitieve psychologie), ontwikkelingspsychologie, persoonlijkheidspsychologie, sociale
psychologie en fysiologische psychologie (biologische psychologie, psychofysiologie).
Een psycholoog dient ook de fysiologie (studie van normale lichaamsprocessen) in relatie tot cognitie
en gedrag te weten.
, Om de opleiding psychologie te voldoen dient men goed in wiskunde/statistiek te zijn om
wetenschappelijke testen en experimenten met resultaten te begrijpen.
Er zijn verschillende toepassingsgerichte psychologische disciplines; pedagogische psychologie,
klinische psychologie, economische psychologie, verkeerspsychologie, rechtspsychologie, milieu
psychologie, cultuur psychologie, literatuur psychologie, reclamepsychologie, militaire psychologie ,
mediapsychologie, vrijetijdspsychologie, sportpsychologie etc.
De universitaire onderwijs- en examenregeling vermelden vaak de pedagogische psychologie, klinische
psychologie, kinder- en jeugdpsychologie, economische psychologie en rechtspsychologie (forensisch).
Sommige thema’s zijn bij meerdere psychologische deeldisciplines onder te brengen; zoals de
waarneming (perceptie) die valt onder de fysiologie, algemene psychologie, ontwikkelingspsychologie
en sociale psychologie.
In de hedendaagse psychologie zijn er twee belangrijke theoretische richtingen (ander in te delen als
de psychologische toepassingsvakken); de cognitieve psychologie (cognitivisme; de mens wordt
bepaald door interne/cognitieve processen) en de leerpsychologie (behaviorisme; de mens wordt
bepaald door externe omgevingsfactoren en is een product van leerprocessen). Een derde betreft de
dieptepsychologie (inclusief psychoanalyse) (de mens wordt bepaald door onbewuste impulsen), die
minder invloed heeft op de wetenschappelijke psychologie.
De cognitivistische, dieptepsychologische en behavioristische benadering zijn zeer verschillend en
maken de mogelijkheid tot verschillende interpretaties een fundamenteel probleem.
Wetenschappelijk empirisch onderzoek bepaald welke theorie het best overeenkomt met de
werkelijkheid. Er worden vaak nieuwe theorieën opgesteld waarin elementen van vroegere theorieën
zijn verwerkt.
Psychologie kan geen exacte wetenschap zijn. Psychologie houdt zich bezig met menselijk gedrag dat
in het algemeen bepaald is door vele factoren. Psychologische wetmatigheden zijn zelden of nooit
deterministisch en absoluut geldig; het betreffen waarschijnlijkheidsoordelen. Psychologie kan dus
geen absolute zekerheid gedrag voorspellen, maar wel beredeneerd weergeven.
Psychologie betekent letterlijk ‘leer van de ziel’ (psyche: ziel, logos: woord/les). De oorspronkelijke
betekenis van het woord ‘ziel’ was vroeger verplicht om in de definitie van ‘psychologie’ te verwerken.
De moderne psychologie daarentegen is voor een groot gedeelte een wetenschap zonder het begrip
‘ziel’. In het heden is het begrip vanuit filosofie, theologie en kunstgeschiedenis al dermate belast dat
hedendaags veel psychologen niets met het oude begrip kunnen.
De natuurwetenschappelijke georiënteerde psychologie is op meetbare fenomenen aangewezen en
verlangt objectieve of intersubjectieve controleerbare onderzoeksresultaten. Er ligt daarom geen
focus op ‘ziel en inhoud’ en ‘zielsbeleving’. Er wordt voornamelijk gericht op gedrag.
Het streven naar natuurwetenschappelijke nauwkeurigheid is zichtbaar in de hedendaagse
psychologie, pedagogie, sociologie en (zelfs) de filosofie.
Met de opkomst van de cognitieve neurowetenschappen is het begrip ‘ziel’ in eerste instantie volledig
achterhaald. In de laatste 20 jaar zijn hersenen steeds meer het object van onderzoek van de
biologisch georiënteerde psychologie geworden waarbij gezocht wordt naar de neurale basis van
gedrag door middel van neuroimaging (hersenscans).
De kennis van de anatomie van het zenuwstelsel is zo verfijnd dat er specifieke gebieden in de
hersenactiviteit aangewezen kunnen worden tijdens bepaalde mentale, emotionele of motorische
activiteit.
Sommige psychologen zouden de term psychologie willen vervangen door cognitiewetenschap
(cognitive science), gedragswetenschap (behavioral science) of cognitieve neurowetenschappen.
, Psyche is een uitdrukking voor levensprocessen als geheel, voor de dynamiek van levenden. De term is
van groot nut geweest, want veel onderwerpen en de ontwikkeling van de psychologie zijn daaruit
voortgekomen. Ook klinkt psycholoog interessant; de identiteit van de wetenschap hangt aan het
begrip waardoor termverandering ook uitblijft.
Volgens moderne psychologen zou psychologie enkel als wetenschap van menselijk gedrag beschouwd
moeten worden in plaats van ‘wetenschap van menselijk gedrag en beleven’ zoals vroeger werd
beschreven.
Volgens de huidige identiteit (Lexicon van de psychologie van Heidelberg 2000-2005) als empirische
wetenschap, houdt de psychologie zich bezig met de psychische staat van het zijn. Waarmee
menselijke belevenissen (waarnemen, gedachten, gevoelens, fantasie etc.) worden bedoeld. Verder
gaat het ook om de door observatie toegankelijke staat van zijn (zichtbaar gedrag). Deze definitie
verhindert het afzwakken van het begrip psychologie door het te vervangen als gedragswetenschap.
Psychologie staat op de grens van geesteswetenschappen en natuurwetenschappen, wat definiëren zo
lastig maakt. Over het geheel heet de natuurwetenschappelijke benadering van de psychologie, de
fenomenologische benaderingen van het psyche nooit volledig verdrongen. Psychologie is nog nooit
een zuivere natuurwetenschap geweest en zal dit ook nooit worden.
Les 2 – geschiedenis van de psychologie
De voorgeschiedenis van de psychologie gaat ver terug, echter is de geschiedenis van de psychologie als
wetenschappelijk/universitair vak betrekkelijk kort. Beginnend in de tweede helft van de 19 e eeuw. ‘De
psychologie heeft een lang verleden, maar een korte geschiedenis’, aldus de Duitse psycholoog Hermann
Ebbinghaus.
De oorsprong van de psychologie ligt voornamelijk in Europa, in het bijzonder in Duitsland. Tegenwoordig
ligt het zwaartepunt van wetenschappelijk psychologisch onderzoek in de Verenigde Staten.
De psychologie heeft zich ontwikkeld vanuit de filosofie en de natuurwetenschappen. In de geschiedenis
van de filosofie zijn eveneens ook sporen van de ‘psychologie’ te vinden. De toonaangevende filosofie voor
Europa begint bij de Grieken, maar er werd ook in Egypte, Inda en China filosofisch en psychologisch
gedacht.
* Egyptisch – ‘Een mens vermoeid van het leven in gesprek met zijn ziel’ probeert een man
met het oog op de ellende van de wereld, zijn ‘ba’ (ziel) van de noodzaak van zelfdoding te
overtuigen.
* Indiaas - volgens de leer van Boeddha zouden de ‘Ik en de wereld’ moeten uitsterven. De
mens zou moeten ontwaken/verlicht worden. ‘De intelligente en edele leerling voelt afkeer
van gevoel, van waarneming, van activiteit, afkeer van het bewustzijn Terwijl hij afkeer voelt
wordt hij emotieloos. Als gevolg van de emotieloosheid, wordt hij verlost.’ Dit laatste kan
gezien worden als psychologisch crisismanagement. Boeddhisme wordt tegenwoordig als
psychologische techniek gebruikt om innerlijke balans na te streven.
De presocraten (eerste Griekse filosofen dachten na over de ziel en organen als centra van het gevoel.
Plato en Aristoteles kunnen met moeite tot de voorgeschiedenis van de psychologie gerekend worden.
Het werk van Aristoteles, een weergave van de geestelijke functies van de mens, wordt met twijfel
gerekend tot het eerste psychologische leerboek. De vraagstelling is totaal anders in vergelijking met
de moderne psychologie.
In de moderne psychologie doelt men op de ziel als het principe van leven, als oorsprong van ons
ethisch handelen en als de zetel van kennis.
, De Griekse arts Hippokrates wordt soms als voorloper van de moderne persoonlijkheidspsychologie
gezien. Zijn vierdelige temperamentenindeling (persoonlijkheidstypen) is als volgt; sanguïnicus
(zorgeloos en vriendelijk), melancholicus (zwaarmoedig), cholericus (opvliegend) en flegmaticus
(langzaam en bedachtzaam). In de alledaagse psychologische kennis speelt deze indeling nog een rol,
in de wetenschap echter niet meer. Daar is het echter wel een stimulans geweest voor theorievorming
en onderzoek naar persoonlijkheidstypen.
De kerkvader Augustinus behoort ook tot de voorgeschiedenis van de psychologie. In zijn
belijdenissen, als gebed gestileerd, schreef hij onomwonden zijn zielsleven voor God op. Hij wordt als
één van de stichters van het introspectie gezien. (naar onszelf kijken).
Andere namen die bij de voorgeschiedenis horen zijn Thomas van Aquino, Descartes, Spinoza,
Schopenhauer of Nietzsche. Verder ook J. Locke, G. Berkeley, D. Hume; de Britse empiristen en
sensualisten. Door hun afwijzing van het pure verstand of de ratio als middel tot kennisverwerving, is
bijgedragen aan de latere ontwikkeling van empirische methoden van psychologisch onderzoek.
De Griekse filosoof Epictetus speelt een belangrijke rol in de psychologische stroming cognitivisme. Er
wordt duidelijk hoezeer de mens door cognities (kennis, opvattingen en attitude) wordt beïnvloed en
niet zozeer door feiten. De cognities moeten dan ook veranderd worden en niet de feiten.
Epictetus stelt dat zaken zelf niet verontrusten, maar de voorstelling ervan.
De Griekse filosofie is erg praktisch. Tegelijkertijd is het echte abstracte denken (zoals metafysica van
Aristoteles) ook onderdeel.
Epicurus is eveneens een cognitivist. ‘Gewen je aan de gedachte dat de dood niets is. Elk goed en elk
kwaad is immers enkel een waarneming. De dood is iets dat we niet meer kunnen waarnemen. Het
inzicht dat de dood niets is, maakt het leven beter. Wie inziet dat de dood niets verschikkelijks is, hoeft
ook in het leven geen angst te hebben. Daarom is de dood, het ergste der kwaden, voor ons niets.
Zolang wij hier zijn, is de dood er iet. De dood is er niet voor zowel de levenden als de overledenen
niet. Op de levenden heeft de dood geen betrekking en de overledenen zijn er niet meer.’
Augustinus wordt beschouwd als de eerste moderne mens. In tegenstelling tot de andere schrijvers uit
de oudheid laat Augustinus ons dicht bij zijn innerlijke leven komen. Het naar binnen kijken
(gedachten, gevoelens en herinneringen) wordt introspectie genoemd. Dit speelde later bij de
vestiging van de psychologie als wetenschap een grote rol. Daarentegen kan een
natuurwetenschappelijk georiënteerde psycholoog die de mens door middel van experimenten
benadert en alles exact wil meten niets met deze benadering.
Psychologie is pas in de tweede helft van de 19 e eeuw als een zelfstandige academische discipline
gekomen, die onafhankelijk was van de filosofie en gebaseerd op strikte experimentele
(natuurwetenschappelijke) methoden.
Empirie is de wetenschap die gebaseerd is op ervaring. Men verkrijgt kennis door ervaring, eigen
zintuiglijke observaties en experimenteel onderzoek. Weber en Gechner waren één van de eersten die
deze experimentele methode gebruiken om mentale en psychologische processen empirisch te
toetsen. Dit wordt gezien als de start van de psychologie als wetenschappelijke empirische
wetenschap.
Weber en Fechner bedreven ‘psychofysica’; het bezig houden met wetmatige, wiskundige begrip van
de relatie tussen meetbare fysieke prikkels en subjectief beleefde intensiteit. Delogaritmische functie
staat tegenwoordig bekend als de wet van Fechner en Weber, welke stelt dat er een kwadratuur van
een fysieke prikkeling nodig is om een verdubbeling van de subjectieve gewaarwording te bereiken.
De psychofysici gingen uit van de empirie. De empirist Wundt heeft uiteindelijk de psychologie als
zelfstandige wetenschap geïnstitutionaliseerd. 1879wordt formeel gezien als het ontstaan van de
psychologie als onafhankelijke empirische wetenschappelijke discipline.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leanneschippers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.