100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biomechanica leerstof + lesnotities $4.88   Add to cart

Class notes

Biomechanica leerstof + lesnotities

 41 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

bundeling van de leerstof met lesnotities

Preview 4 out of 47  pages

  • January 9, 2021
  • 47
  • 2020/2021
  • Class notes
  • P. roosen
  • All classes
avatar-seller
Biomechanica
Inleiding tot de biomechanica
• BIO-MECHANICA
o Bio: toegepast op het menselijk lichaam
▪ Fysica rijkt de nodige basis aan om biomechanische modellen en theorieën te ontwikkelen en
begrijpen
o Mechanica: wetenschap die zich bezig houdt met krachten en hun effect op vaste (onvervormbaar),
vloeibare en gasvormige lichamen
▪ Mechanica van starre lichamen
▪ Mechanica van vervormbare vaste lichamen
▪ Mechanica van vloeistoffen

• 4 toepassingsgebieden
o 1) Basiswetenschap
▪ het begrijpen van de menselijke houding en beweging
• Belangrijk om klachten te analyseren
o 2) Patho-mechanica
▪ Het begrijpen en verklaren van het ontstaan van klachten (= inzicht krijgen in klacht)
• (Je moet de klacht zelf behandelen,) maar je moet ook iets doen aan de oorzaak van
de klacht, zodat die niet meer terugkomt.
o 3) Ondersteuning van therapie
▪ Het opstellen van een INDIVIDUEEL behandelingsplan
• Verschillende impact per individu
▪ Het aanwenden van trainingstoestellen
• Patiënt laten oefenen
o 4) Ergonomie
▪ Aanpassen van werkhoudingen en preventie van klachten

• Kinematica
o = beschrijven van de beweging van een lichaam of een verzameling van lichamen in de ruimte en tijd
▪ 5 componenten: positie, verplaatsing, snelheid, versnelling, hoekversnelling
▪ Bv. Een opslag ‘ontleden/beschrijven’ -> dan de techniek aanpassen
• Kinetica
o = beschrijven van de oorzaak van een beweging (vaak een kracht)
▪ 4 componenten: kracht, (draai)moment, impuls, power

• Statica vs dynamica
o Om bewegingen (= dynamisch) te kunnen analyseren, moet men momentopnames kiezen en hierop
de wetten van de fysica toepassen. De verandering van momentopname A tov momentopname B
zegt iets over de beweging
▪ ‘iets in stukken kappen’

• Osteokinematica <-> Artrokinematica
Beschrijven van de kinematica van Beschrijven van hetgeen intra-
de botstukken (op zich) of hun articulair (binnenin) gebeurt tijdens
massamiddelpunten (wat een beweging. (wat in het gewricht
botstukken doen) gebeurt)
bv. Flexie-abductie
exorotatie…

,Artrokinematica
• Botstukken bewegen tov elkaar
o 1) rotatiebeweging of angulaire beweging
▪ Hoekvormig
▪ Rond een as
• -> rotatie-as
▪ Elk punt over een andere afstand (dicht bij rotatie-as (= kleine afstand), ver van rotatie-as
(=grote afstand)) en eenzelfde v bewegen
o 2) translatiebeweging of schuifbeweging
▪ Geen hoekvorming
▪ Geen as
▪ Elk punt over eenzelfde x en zelfde v bewegen
o IN REALITEIT
▪ Gebeuren de rotatiebeweging en translatiebeweging samen

• Ligging van een rotatie-as (in gewricht)
o Wordt bepaald door de vorm en de kromming van het gewrichtsoppervlak
▪ Cirkel: in het midden
▪ Asymmetrisch en grillig figuur: ?

• Bepaling van de ligging van een as (heeft te maken met kromming gewricht)
o CONVEX (bol)
▪ 1) Aanduiden waar kraakbeen start en stopt
▪ 2) teken een raaklijn aan eerste stuk kraakbeen
en teken de loodrechte op de raaklijn
▪ 3) teken een 2e raaklijn op een 2e stuk kraakbeen
en teken de loodrechte op de raaklijn
▪ 4) …
▪ 5) snijpunt van de loodrechten is het kromtemiddelpunt
=> punt ligt binnen het bot
o CONCAAF (hol)
▪ 1) Aanduiden waar kraakbeen start en stopt
▪ 2) teken een raaklijn aan eerste stuk kraakbeen
en teken de loodrechte op de raaklijn
▪ 3) teken een 2e raaklijn op een 2e stuk kraakbeen
en teken de loodrechte op de raaklijn
▪ 4) …
▪ 5) snijpunt van de loodrechten is het kromtemiddelpunt
=> punt ligt buiten het botstuk
o Samenbrengen tot 1 gewricht
▪ cirkel = zone waarbinnen rotatie-as zich kan bevingen (2
middelpunten snijden de rand van de cirkel)
➔ ligging van de as heeft te maken met de kromtemiddelpunten. De
ligging van de kromtemiddelpunten heeft te maken met de kromte van
het stukje gewricht dat je gebruikt

o Gewricht moet op het juiste moment stabiel zijn maar ook mobiel zijn
▪ Bv tijdens het stappen

,o Hoe korter de kromtemiddelpunten van concaaf en convex bij elkaar liggen, hoe stabieler de positie
van het gewricht (passen perfect op elkaar) en vice versa
▪ Als kromtemiddelpunt convex en concaaf perfect op elkaar passen
=> dan zijn de krommingen van convex en concaaf identiek
=> dan passen de gewrichten perfect op elkaar
=> dan is je gewricht heel stabiel
▪ Hoe verder de krommtemiddelpunten van elkaar
=> hoe meer verschillend de kromming
=> hoe minder stabiel
o Kromtemiddelpunten concaaf en convex kort bij elkaar
-> krommingen zijn gelijkaardig
-> gewrichtsoppervlakken zijn congruent
▪ Congruent = krommingen 2 gewrichtsoppervlakken zijn identiek (stabiliteit)

o Maximally close packed position (mcpp)
▪ De kromtemiddelpunten o van het kraakbeen / liggen quasi op
elkaar, want de krommingen zijn congruent.
▪ aaneensluitingen convex en concaaf zijn perfect
▪ Maximale stabiliteit
o Maximally loose packed position (mlpp) (rotatie knie)
▪ de kromtemiddelpunten van het kraakbeen liggen ver
van elkaar -> want krommingen zijn sterk verschillend
en passen niet goed in elkaar
▪ Geringe stabiliteit

o Elk gewricht 1 stand waar de gewrichtskrommingen maximaal
congruent zijn en de stabiliteit het grootst is (MCPP)
▪ Bv: knie = gestrekt
o Meerdere loos packed positions
▪ Alle andere posities die niet MCPP of MLPP zijn
o Elk gewricht 1 stand waar de gewrichtskrommingen minimaal congruent zijn en de stabiliteit het
kleinst is (MLPP)
▪ Bv: knie = gestrekt in 30°

o (1) Rolbeweging
▪ Onderbeen gefixeerd (X) en bovenbeen naar achteren kantelen
en rolt weg
• Convexe botstuk maakt een rotatie
▪ Kromtemiddelpunten gaan uit elkaar door rolbeweging (verlies van
stabiliteit)
▪ Aan de rand van je gewricht krijg je puntbelasting (alle druk op rand
van botstuk)
• Kraakbeen kan hier niet tegen
▪ Als je nog verder rolt
• Nog meer kapot maken
• Misschien afrollen: uit de kom
• Nog een geringere stabiliteit want kromtemiddelpunten meer uit elkaar
▪ => er moet iets gebeuren om dit terug goed te maken = translatiebeweging

, o (1) Translatiebeweging (schuifbeweging)
▪ Rol- en schuifbeweging zijn in tegenovergesteld richting
• Rolbeweging naar links/achter
• Schuifbeweging naar rechts/voor Translatie
▪ Bewegingen gebeuren elk aan andere kant van rotatie-as O
• Rol: erboven
• Schuif: eronder

o (2) Schommelbeweging
▪ Bovenbeen gefixeerd (X) en onderbeen laten schommelen
en rolt weg
• Concaaf botstuk beweegt
▪ Kromtemiddelpunten gaan uit elkaar door schommelbeweging
(verlies van stabiliteit)
▪ Aan de rand van je gewricht krijg je puntbelasting (alle druk op rand
van botstuk)
• Kraakbeen kan hier niet tegen
▪ => er moet iets gebeuren om dit terug goed te maken
= translatiebeweging
o (2) Translatiebeweging (schuifbeweging)
▪ Schommel- en translatiebeweging in dezelfde richting
▪ Ook zelfde kant van rotatiepunt

o Convex-concaaf regel
▪ Bij een beweging van convex tov concaaf zijn de rol- en schuifbeweging tegengesteld van
richting
▪ Bij een beweging van concaaf tov convex zijn de schommel- en schuifbeweging gelijk van
richting

o Convex en concaaf bewegen in realiteit gelijktijdig tov van elkaar
▪ Rol- en schommel tegelijk
▪ Artrokinematisch de translatiebeweging ook gelijktijdig

• Ligging van de as in het referentiestelsel definiëren
o We hebben 3 vlakken (frontaal, sagitaal, transversaal)
▪ Ligging assen definiëren in die vlakken
▪ Weinig gewrichten waar as mooi in 2 vlakken
• Vaak assen schuin in de ruimte
o Indien de as zuiver in 1 vlak ligt, zal de beweging zuiver in het vlak loodrecht op de as plaatsvinden
▪ Bv. Deur
• Ligt in frontale vlak
• Beweegt in sagitale vlak
o Indien de as schuin in de ruimte gepositioneerd staat, zal de beweging een driedimensionale
beweging zijn
▪ Bv. Hand, voet
• Een of meerdere assen
o Aard van het gewricht zegt iets over de mogelijkheden
van het gewricht en de aard van het gewricht kun je
niet veranderen
▪ Bv. Kogelgewricht veel meer bewegingsvrijheid
dan scharniergewricht (op 1 manier bewegen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zafiekine. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  1x  sold
  • (0)
  Add to cart