100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Handboek Communicatie & Media - Samenvatting $5.98   Add to cart

Summary

Handboek Communicatie & Media - Samenvatting

 31 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het handboek Communicatie & Media van Jan Loisen en Stijn Joye. De samenvatting is 106 pagina's lang en bevat alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 14.

Preview 4 out of 107  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 13
  • January 9, 2021
  • 107
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Communicatiewetenschappen 1
Deel 1 – Ontwikkeling en afbakening van de discipline
en de theoretische grondslagen

Hoofdstuk 2 – Prolegomena
1. Paradigmatische strijd en theoretische diversiteit in de
communicatiewetenschappen
Het paradigmabegrip
Paradigma en paradigmawissel
- Wetenschapsfilosoof Kuhn stelt dat wetenschap niet geleidelijk evolueert, maar door
paradigmawissels
o Zie ppt en notities voor de uitleg van paradigmawissels
 Bv. Voor Copernicus dacht men dat de aarde het centrum van de kosmos was,
toen kwam Copernicus dat de zon het centrum was, deze nieuwe theorie bracht
andere vragen en theorieën met zich mee, het paradigma dat aarde het centrum
is, werd volledig vervangen
o Paradigma’s kunnen volgens Kuhn niet naast elkaar bestaan
- Paradigma = een samenhangend stelsel van modellen en theorieën dat een kader biedt waarin
de werkelijkheid geanalyseerd wordt

Paradigma’s in de sociale wetenschappen
- Kuhns ideeën eerder van toepassing in de exacte wetenschappen
- Op sociaalwetenschappelijk domein refereren paradigma’s naar de achterliggende en
richtinggevende wereldbeschouwing van een bepaalde onderzoeksgemeenschap
- Bij sociale wetenschappen kunnen paradigma’s naast elkaar bestaan, maar vaak is er sprake van
een dominant paradigma

Paradigma’s in de communicatiewetenschappen
Het dominante mainstreamparadigma
- Ontwikkelt zich met de institutionalisering van de communicatiewetenschappen na WOII in de VS
o Achterliggende mens- en maatschappijbeeld is grotendeels liberaal-pluralistisch
 Vrijheid van individuen
 Belangenvertegenwoordiging van allen
- Machtige massamedia kunnen een bijdrage leveren aan de opbouw van de ‘goede’ samenleving
- Verschillende stromingen aanwezig
o Functionalistische benadering
 Media kunnen beschouwd worden als essentieel in de uitoefening van
verschillende functies die bijdragen aan een positieve samenleving
o Behaviouristische psychologie
 Modellen worden uitgetekend om de directe effecten van media beter te
begrijpen (= stimulus-responsdenken)
o Methodologisch vlak
 Wetenschap moet gericht zijn op het opbouwen van generaliseerbare en
betrouwbare kennis d.m.v. kwantitatieve methoden


1

,- Mainstreamparadigma beheerst nog altijd de communicatiewetenschappen op mondiaal niveau
- VS blijft het epicentrum van de communicatiewetenschappelijke discipline

Kritieken en het alternatieve kritische paradigma
- In het mainstreamparadigma wordt het communicatieproces te simplistisch voorgesteld
- Alternatieve kritische paradigma vertrekt vanuit een ander mens- en maatschappijbeeld
o nl. de kapitalistische economische organisatie
- Ziet massacommunicatie als een manipulatief en onderdrukkend proces
- Notie van ideologie staat centraal
o Peilen naar ideologie in mediaboodschappen door kwalitatief onderzoek

Communicatiewetenschappelijke theorievorming
- In een paradigma kunnen verschillende theorieën of zelfs theoretische scholen ondergebracht
worden
o De Frankfurter Schule, Chicago School, Colombia School, Toronto School…

De notie theorie
- Via theorie worden concepten in het leven geroepen die betekenis geven aan processen en
gebeurtenissen in de sociale wereld
- Theorie draagt bij aan het bewaren van afstand en abstractie ter ondersteuning van de analyse
van complexe problematieken
- Theorie draagt bij aan het opnemen van een kritisch-normatieve positie
- Theoretische reflectie is nuttig om onzichtbare of vanzelfsprekende processen… bloot te leggen
en te doorprikken

- Theorie is een instrument om actoren, factoren, processen en de relaties daartussen in kaart te
brengen en te classificeren

Classificeren van theorievorming
- Actie vs. Structuur
o Handelt het individu op basis van eigen acties of handelt het binnen een vastgelegde
structuur?
o Actie = mensen zijn actieve agenten die onderlinge relaties onderhouden en omliggende
structuren opbouwen
 Vrijheid, keuze, vrije wil
o Structuur = individuen handelen binnen een vastgelegde structuur
 Familie, kerk, staat… leggen via processen als machtsuitoefening, sociale druk en
publieke opinie beperkingen op aan de actieradius van het individu
- Consensus vs. Conflict
o Hoe veranderen maatschappijen?
o Consensus = sociale verandering gebeurt als gevolg van voortdurende groei en integratie
o Conflict = evolutie manifesteert zich schoksgewijs
- Materie vs. Geest
o Wat kan en moet de wetenschap beschouwen of onderzoeken?
o Materie = leggen de nadruk op feiten, objectief en waardevrij onderzoek
o Geest = focussen op waarden, interpretaties
 Kan onderverdeeld worden in idealistische en constructionistische theorieën
 Idealistisch = beschouwen de sociale wereld als intersubjectief en
cultureel


2

, o Vanuit bewustzijn, betekenis en waarden en acties van leden
 Constructionistisch = beschouwen de sociale realiteit als een historische
en reflexieve constructie
o Vanuit een systeem van betekenisgeving en kennis

2. Centrale thema’s in de communicatiewetenschappen
Macht
- De media zijn verbonden aan politieke en economische machtscentra om 4 redenen
o Media hebben een bepaalde economische kostprijs en waarde
o Massamedia worden beschouwd als sterke machtsinstrumenten
o Media is niet op een gelijke manier voorradig voor individuen en groepen
o Media vormen het onderwerp van politieke, economische en juridische regulering en
disciplinering
- Machtsconcept is complex
o Macht wijst op het kunnen realiseren van bepaalde doelstellingen

- 2 modellen ten aanzien van de relatie tussen media en maatschappij
- Dominante media
o Media zijn in handen van machtige groepen en instellingen
o Publiek is beperkt in zijn mogelijkheden
o Kritieken of alternatieve ideeën over maatschappelijke organisaties komen niet aan bod
o Kijkers, luisteraars en lezers zijn passief en aanvaarden het verzonden mens- en
wereldbeeld
- Pluralistische media
o Geen overheersende machtselite
o Publiek is actiever en doorzien de mediaboodschappen
o Verschillende visies en meningen komen aan bod die met elkaar in competitie treden
 Zie ppt voor tabel

Sociale integratie en identiteit
- Verschillende perspectieven op de relatie tussen media en sociale integratie / identiteit
- Centrifugale effecten -> wanneer media bijdragen aan sociale verandering, vrijheid,
individualisme en fragmentatie
- Centripetale effecten -> associëren met eenheid, orde, cohesie en integratie

- Kwadrant 1 – optimistische visie op centrifugale effecten
o Het fragmenterende karakter van media is positief
o Media dragen bij tot de verspreiding van informatie, kennis en meningen
o Stimuleren vrijheid, diversiteit, verandering, modernisering en mobiliteit
o Bv. mogelijkheden van internet dat ‘blik op de wereld’ biedt
- Kwadrant 2 – optimistische visie op centripetale effecten
o Unificerende karakter van media is positief
o Media brengen mensen bij elkaar en bieden mogelijkheden voor integratie en solidariteit
o Media zijn tools om ergens bij te horen, de eigen identiteit op te bouwen
o Bv. Music for life of Rodeneuzendag
- Kwadrant 3 – pessimistische visie op centrifugale effecten
o Het fragmenterende karakter van media is negatief


3

, o Media en mediagebruik leiden tot verlies van normen, van geloof, van identiteit
o Mensen verliezen voeling en contact met de medemens
o Bv. internetgebruik, we zitten meer achter pc dan dat we buitenkomen
- Kwadrant 4 – pessimistische visie op centripetale effecten
o Unificerende karakter van media is negatief
o Sprake van dominantie en een kwalijke uniformiteit
o Media zijn in handen van enkelingen
o Bv. dominantie van Berlusconi of Hollywood

Sociale verandering en de dubbele dimensie van media
- Veel hangt af van het achterliggende mens- en maatschappijbeeld
- Media en communicatieprocessen zijn erg complex en hun relatie tot de samenleving en
maatschappelijke verandering ambivalent
- Media zijn enerzijds een industrie met materiële kenmerken
- Anderzijds vormen de media een speciale industrie omdat de producten die media voortbrengen
niet per se materieel zijn
o Media produceren symbolen en betekenissen

- Rosengren ontwikkelde een typologie
o Typologie is nuttig om verschillende theoretische stromingen te classificeren
o Bestaat uit 2 vragen waarop ja of nee te antwoorden is
 Zijn het maatschappelijke systemen of structuren die de cultuur bepalen?
 Is het de cultuur die overige maatschappelijke systemen of structuren bepaalt?

o Vraag 1 ‘ja’ & vraag 2 ‘nee’ (= materialisme)
 Media zijn een onderdeel van de sociale structuur en cultuur
 Mediaboodschappen zijn afhankelijk van en bepaald door de heersende
economische structuur
o Vraag 1 ‘nee’ & vraag 2 ‘ja’ (= idealisme)
 Media hebben potentieel om effecten teweeg te brengen
 Mediavormen- en technologieën zijn de drijvende kracht achter
maatschappelijke verandering
 Bv. positief = programma Basta (afschaffing belspelletjes)
 Bv. negatief = Rwandese radiostation (riep op tot moord)
o Vraag 1 ‘ja’ & vraag 2 ‘ja’ (= interdependentie)
 Media en maatschappij staan voortdurend in interactie en zijn wederzijds
beïnvloedend
 Media reflecteren en vormen maatschappelijke structuren en verandering
 Bv. politici die afhankelijk zijn van journalisten en omgekeerd
o Vraag 1 ‘nee’ & vraag 2 ‘nee’ (= autonomie)
 Vraagtekens geplaatst bij determinerende krachten in de relatie tussen media en
maatschappij
 Bv. Amerika en Verenigd Koninkrijk enorme verschillen

Ruimte en tijd
- Symbolische communicatie kan onze ervaringen en onze kijk op de wereld verbreden
- Communicatie is niet meer per se gebonden aan een bepaald territorium



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatwittebrood. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60281 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98  1x  sold
  • (0)
  Add to cart