Samenvatting macro-economie over welvaart en welzijn, productie, toegevoegde waarde, inkomen, kapitaal, BBP, vraag en aanbod, bestedingen, conjunctuur etc.
Welvaart: de behoeftebevrediging van een individu met behulp van goederen en
diensten.
- Meten met bijv. BBP
Bruto Binnenlands Product productie
- Maatstaaf BBP of BNP per hoofd
- BBP: alle productie binnen de Nederlandse grenzen
BNP: alle productie door Nederlandse ingezetenen
Oorzaken verschillen in welvaart:
- Aantal werkenden binnen de bevolking
- Arbeidsproductiviteit per gewerkt uur
- Aantal arbeidsuren per werkende
Internationale gemeenschap = heeft vastgelegd welke behoeften elk mens ten minste
moet kunnen bevredigen voor menswaardig bestaan. Normen zijn te vinden in verklaring
van rechten van de mens (bijvoorbeeld: recht op kleding, onderdak, voeding, onderwijs
en medische voorzieningen).
Produceren: goederen meer geschikt maken voor het gebruik.
Productie: toevoegen van waarde in bedrijven en bij de overheid.
Werkgelegenheid x gewerkte uren per werknemer x productie per uur
Bruto binnenlands product: totale productie binnen de landsgrenzen (bbp). Bbp is een
belangrijke maatstaaf om de welvaart van landen te vergelijken.
Bbp per hoofd van de bevolking: wordt als maatstaaf voor de hoogte van welvaart
gebruikt. Dit is het bbp van een land gedeeld door het aantal inwoners.
Koopkrachtpariteit: Hoeveel kun je kopen voor je geld? Is gebaseerd op bijv. 100
goederen. Hamburgerindex is een voorbeeld.
Hamburger index: Mac Donalds past prijs aan aan het leefniveau van het land.
De prijzen per hamburger wisselen dus per land: in NL duurder dan in China bijv.
Welvaartsverdeling: tabel met daarin verschillende landen, de bevolkingshoeveelheid
en bbp per hoofd.
Welvaartsgroei/economische groei: groei van het bbp is de maatstaaf voor
economische groei, economische groei is vooral bedoeld voor de groei van de bevolking.
Verklaring van de rechten van de mens: hierin is vastgelegd welke behoeften elk
mens ten minste moet kunnen bevredigen om van een menswaardig bestaan te kunnen
spreken.
Welvaartsverschillen: transpiratie of inspiratie?
- Nederland heeft veel parttimers, ongeveer 75% werkt (15-64 jaar)
- In VS meer laagbetaalde banen
Maatstaven ongelijkheid inkomensverdeling:
Aandeel tussen rijk en arm in het totale inkomen.
1. Aandeel rijkste 10 en 20% van de mensen ontvangen en het aandeel armste 10 en
20% van de mensen.
2. Hoeveel maal de rijkste 20% heeft ten opzichte van de armste 20%.
Quintiel: vijf groepen inkomens die elk 20% van de inkomens bevatten. Als de
inkomensverdeling volledig gelijk is, verdient elk quintiel precies evenveel. In elk ander
geval is de inkomensverdeling ongelijk.
De inkomensverdeling heeft invloed op de hoogte van de welvaart. Een belangrijke
oorzaak voor verschillen in inkomens is het verschil in arbeidsproductiviteit. Als het
inkomen niet in verhouding staat tot de geleverde arbeidsproductiviteit, gaan veel
productieve vermogens verloren. Een ongelijke inkomensverdeling kan ook leiden tot
productiviteitsverlies.
,Welzijn: de hoeveelheid goederen en diensten die mensen ter beschikking staan, ook
immaterieel (welbevinden en geluksbeleving). Dit meten we met:
- BNP per hoofd
- Toegang tot onderwijs
- Inkomensverdeling
- Levensverwachting
- Enquêtes
- Toegang tot gezondheidszorg
- MVO
Immateriële behoeften:
- Deelname onderwijs
- Gezond leven
Geluk: het geluk van mensen hangt af van de bevrediging van immateriële behoeften.
Human Development Index (HDI): is door de VN ontwikkeld om het welzijn van de
bevolking te meten. De HDI varieert van 0 tot 1. HDI bestaat uit de volgende elementen:
- Een lang en gezond leven: de levensverwachting bij de geboorte
- Kennis, gemeten als de deelname aan het lager, voortgezet en hoger onderwijs
- Een redelijke levensstandaard: het inkomen per hoofd van de bevolking
1. Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde: het verschil tussen opbrengsten en inkopen. Toegevoegde
waarde is waarde die in elk deelproces aan een product of dienst worden toegevoegd.
Het bbp kan bepaald worden door het meten van:
- De toegevoegde waarde
- De inkomens
- De bestedingen
1. Productiebenadering: het bbp van de EU kunnen we meten door alle
toegevoegde waarde van ondernemingen en overheden binnen de grenzen op te
tellen.
2. Inkomensbenadering: de productie kan ook gemeten worden door de
beloningen van de productiefactoren op te tellen.
3. Bestedingsbenadering: het inkomen dat mensen ontvangen, besteden zij aan
goederen en diensten. De totale bestedingen zijn daarom gelijk aan de productie.
Kostprijsverhogende belastingen = btw en accijnzen
Kostprijsverlagende subsidies = klanten hoeven niet volledige kostprijs te betalen
zoals bij ov/zwembaden/ openbare bibliotheken
Factorkosten = bijv afschrijvingen op machines en gebouwen
, Ondernemingen produceren waardoor zij aan producten waarde toevoegen. Gezinnen
stellen productiefactoren aan ondernemingen ter beschikking waarvoor zij een inkomen
ontvangen. De gezinnen besteden hun inkomen weer aan ondernemingen.
Ondernemingen maken producten. Da waarde van de productie komt tot stand bij de
verkoop van producten. Dat levert een opbrengstenstroom op. Met de opbrengsten
kopen ze grondstoffen in, ze huren arbeid en ze kopen kapitaalgoederen. Ook betalen ze
aan de overheid belasting op de toegevoegde waarde. Zo verdelen ze opbrengsten over
de verschillende belanghebbenden bij het productieproces.
- Inkopen: bestaan uit grondstoffen en halffabricaten
- Bbpmp staat voor bruto binnenlands product tegen marktprijzen
- Kostprijsverhogende belastingen: btw en accijnzen
- Bbpfk staat voor bruto binnenlands product tegen factorkosten
- Afschrijving: reserveringen voor slijtage van machines en gebouwen
- Nbpfk staat voor netto binnenlands product tegen factorkosten
- Lonen: lonen, salarissen en sociale werkgeverspremies
- Rente: wordt betaald over het geleende vermogen van kapitaalverschaffers
- Winst: wordt betaald aan eigenaren van de onderneming
Winst: het verschil tussen
opbrengsten en kosten. Winst wordt ook gezien als een vergoeding voor productiefactor
‘ondernemerschap’. Winst is een restpost, de productie moet gelijk zijn aan de beloning
van de productiefactoren. Het bbp gemeten volgens de productiebenadering = bbp
gemeten volgens de inkomensbenadering.
Bruto nationaal inkomen (bni): is het inkomen dat voortvloeit uit de productiefactoren
die in het bezit zijn van ingezetenen. Zie onderstaande rekensom.
Bedrijfskolom: opeenvolgende bedrijfstakken van oerproducent tot consument.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanaboekee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.