,Inleiding
Voor deze beroepsopdracht hebben wij de opdracht gekregen om een leermiddel te ontwerpen voor
de stageklas dat aansluit op de leerbehoefte van de leerlingen. Allereerst heb ik de
verlegenheidssituatie van mijn stageklas geschetst. Hierbij heb ik verschillende bronnen gebruikt om
deze specifiek in kaart te brengen. Aan de hand van deze gegevens, heb ik een leerdoel opgesteld en
deze gekoppeld aan kerndoel en leerlijnen. Hierna ben ik opzoek gegaan naar geschikte spellen en
heb me hierop georiënteerd. Een van de sites waarmee ik me verdiept heb, is de site van bureau
bijles (Bergman, 2016). Op basis van mijn oriëntaties, heb ik een eigen spel ontworpen. Vervolgens
heb ik ontwerpeisen van mijn leermiddel vastgesteld en mijn eerste ontwerp gemaakt. Aan de hand
van verschillende feedback, heb ik mijn leermiddel bijgewerkt. Ik reflecteer op de ontwerpeisen of ze
terugkomen in mijn leermiddel en trek ten slotte verschillende conclusies.
, Verlegenheidssituatie
De verlegenheidssituatie kan ik als volgt omschrijven:
Momenteel loop ik stage in groep acht op de Willibrordschool in IJburg. Deze leerlingen krijgen nu op
de tweede helft van het schooljaar alleen maar herhalingsles op de vakgebieden: rekenen, taal en
spelling. Ik heb vastgesteld dat er in deze klas behoefte is aan het oefenen van woordsoorten op
redekundig en op taalkundig gebied. Dit heb ik vastgesteld door te overleggen met mijn mentor en te
vragen waar de leerlingen moeite mee hebben. Ik heb de spellingslessen geobserveerd en de
spellingstoetsen nagekeken en ingevoerd. Bij het analyseren van de toetsen, zag ik dat de leerlingen
gemiddeld laag hadden gescoord op het benoemen van woordsoorten. De aanleiding van dit
probleem is, dat deze school een methode voor alle groepen hadden aangeschaft op hoop dat het
goed zou uitpakken. Deze methode was niet volgens verwachting. Hierdoor moesten ze een andere
methode kiezen. Mijn mentor gaf aan dat die methode op een hele andere wijze opgebouwd is en
dat het een hele oude methode was. Ook vertelde zij mij dat deze methode niet meer wordt gebruikt
door de scholen omdat het een slechte recensie had. Hierdoor zijn ze pas dit jaar overgestapt naar de
methode Staal. Door deze omstandigheden, heeft groep acht een achterstand opgelopen op het
gebied van spelling. Staal is volgens deze school en mijn mentor een fijne methode om ermee te
werken. Echter legt deze methode weinig nadruk op het benoemen van woordsoorten, maar meer
op het spellen van woorden. Daarom is mijn mentor op zoek gegaan naar extra leerstof die zij kan
aanbieden aan deze groep. Ze heeft voor Ajodact-boekjes gekozen. In deze boekjes zitten kale zinnen
die de leerlingen redekundig en/of taalkundig moeten ontleden. De leerlingen ervaren deze methode
niet positief. Zoals ik in de aanleiding van dit probleem heb beschreven, is het terecht dat de
leerlingen een achterstand op dit gebied hebben gelopen. De leerlingen hebben een leerbehoefte
om meer instructie en oefeningen te krijgen over het redekundig en taalkundig ontleden van de
zinnen. De opdracht moet bij de belevingswereld kunnen passen en ze moeten het kunnen begrijpen
waarom ontleden belangrijk is.
Deze leerlingen moeten regelmatig oefenen met ontleden zodat ze het niet vergeten en het
automatiseren.
Deze leerbehoefte kan ik koppelen aan de SLO-leerlijn: de leerlingen beheersen basale grammaticale
begrippen, zoals onderwerp, gezegde en persoonsvorm kerndoel 11 leerlingen leren een aantal
taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en
delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen:
- Regels voor het spellen van werkwoorden
- Regels voor het spellen voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden
- Regels voor het gebruik van leestekens.
Mijn leermiddel heeft als leerdoel dat de leerlingen de zinnen redekundig en taalkundig kunnen
ontleden. Het is belangrijk dat de leerlingen gezamenlijk leren zodat ze het plezier in leren kunnen
inzien. Daarom kies ik ervoor om drie van de vijf kenmerken van coöperatief leren in mijn spel te
gebruiken. Deze basiskenmerken van coöperatief leren zijn:
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid
2. Individuele verantwoordelijkheid
3. Directe interactie
4. Sociale vaardigheden
5. Evaluatie van het groepsproces
(Förrer, Kenter & Veenman, 2000).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aleynaakdeniz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.