Dit is een samenvatting van alle artikelen voor 3.4 affective disorders, Depression part 1, 2021. Ik probeer elke week op zaterdag avond de samenvatting van de losse problemen te uploaden.
Samenvatting blok 3.4 Affective Disorders
Week 1
Depression part 1
What is depression?
- Wat zijn de symptomen van depressie?
- Welke sub- types depressieve stoornissen zijn er?
- Wat is de prevalentie van depressie?
- Wat zijn de oorzaken van depressie?
- Dissociatie: wanneer spreken we van een depressie en wanneer niet?
Psychological theories and treatment of depression.
- Wat is het verschil tussen Abramson en Beck in hun visie op de ontwikkeling van depressie?
- Zijn er verschillen tussen de behandelingen gebaseerd op de modellen?
- Hoe kan men depressie behandelen op basis van deze modellen?
- Wanneer is een behandeling effectief en hoe reageren mensen op de behandeling?
- Hoe kan relapse/terugval in de behandeling worden meegenomen?
- Hoe reageren mensen op de behandeling? Kan je de behandeling aanpassen aan de
persoon?
Somatic treatment of depression.
- Wat zijn de verschillende somatische behandelingen voor depressie (ook medicatie, SSRI,
TCA)?
- Wat is ECT?
- Wat is de werking, effectiviteit en nabehandeling van deze behandelingen?
- Voor welke situatie is welke behandeling geschikt?
Grofweg de werking/ hoofdlijnen -kennen, weten wat het effect is en wanneer je welke moet
gebruiken.
The neuroscience of depression.
- Wat is de rol van de stoffen dopamine, serotonine en norepinephrine bij depressie?
- Welke hersendelen zijn er betrokken bij depressie (vergeleken met andere stoornissen)?
- Zijn er mogelijk andere neurologische oorzaken van een depressie?
Kaiser introductie
Artikel WHO – Depression and other common mental disorders
Introductie
Er wordt hier informatie gegeven over de prevalentie van verschillende psychiatrische stoornissen. Er
wordt gekeken naar twee diagnostische categorieën: depressieve stoornissen en angststoornissen.
Databronnen
De Global burden of disease (GBD) studie heeft samengewerkt met de WHO voor het meten van
cijfers in 2015.
Definities
,Depressive disorders: Gekarakteriseerd door verdriet, geen interesse in activiteiten, geen blijheid
meer ervaren, gevoelens van lage zelfwaarde en slechte concentratie. Depressie blokkeert het
gewone functioneren van mensen. Er bestaan twee sub- categorieën:
- Major depressive disorder / depressive episode : depressieve stemming, geen interesse in
blijheid, verminderde energie. Op basis van de intensiteit van de symptomen kan en episode
worden gekenmerkt als mild, gemiddeld of zwaar.
- Dysthymia: een chronische vorm van milde depressie. De symptomen zijn gelijk maar minder
intens en duren langer.
Bij bipolaire stoornis hebben mensen ook manische episodes, er is dan een afwisseling tussen manie
(veel energie, blijheid en minder slaap) en depressie.
Anxiety disorders: een groep van stoornissen gekarakteriseerd door angst gevoelens zoals
Generalized anxiety disorder (GAD), panic disorder, phobias, social anxiety disorder, obsessive-
compulsive disorder (OCD) en PTSD.
Globale en regionale inschattingen van prevalentie
Depressie
4.4% is de prevalentie in 2015 met meer vrouwen dan mannen. Het komt vooral voor in oudere
volwassenheid (55-74 jaar). In mindere mate komt het voor bij kinderen jonger dan 15 jaar. Het
totale aantal over de wereld is 322 miljoen waarbij een stijging van 18.4% heeft plaatsgevonden
tussen 2005 en 2015.
Globale en regionale inschattingen van prevalentie
Angststoornissen
De prevalentie ligt iets lager met 3.6%, en ook bij meer vrouwen dan bij mannen. Het komt minder
voor bij ouderen. Over de wereld is het totaal aantal 264 miljoen en dit is sinds 2005 gestegen met
14.9%.
Globale en regionale inschatting van prevalentie
Veel voorkomende mentale stoornissen
Aangzien veel mensen zowel depressie als angststoornis tegelijk ervaren mag men voor het totale
cijfer deze niet bij elkaar optellen. Een derde van de cases is gemiddeld- zwaar.
Globale en regionale inschatting van health loss
Men kijkt naar de Years lived with disability (YLD) en telt hier de years of life lost (YLL) bij op voor het
vormen van de Global burden of disease (GBD). Bij depressie en angststoornissen is de YLD gelijk aan
de GBD. Zelfmoord kan een gevolg zijn van depressie maar wordt los behandeld en heeft een eigen
GBD.
Depressieve stoornissen
Depressieve stoonrnissen geven een YLD van 50 miljoen jaar, vaak voorkomend in lage-gemiddelde
inkomst landen. Depressie stoornissen vormen 7.5% van de totale YLD.
Globale en regionale inschatting van health loss
Angststoornis
Angststoornissen hebben een YLD van 24.6 miljoen jaar. Deze cijfers zijn lager dan bij depressie
omdat er een lager level van disability is. Angstsoornissen staan op plek 6 als bijdrage aan de totale
YLD.
Zelfmoord
, Zelfmoord kwam in 2015 788000 keer voor en was 1.5% van het totaal aantal doden wereldwijd. Het
is de tweede meest voorkomende doodsoorzaak tussne de 15-29 jaar.
Artikel Abramson – Cognitive vulnerability- stress models of depression in a self- regulatory
and psychobiological context
Introductie
In begin 1970 kwamen er cognitieve theorieën van depressie op. Eentje van Beck over de rol van
automatische negatieve gedachten en eentje van Seligman over aangeleerde hulpeloosheid en
maladaptive cognitions. Er kwam meer aandacht voor de cognitieve aspecten van psychologische
fenomenen. Dit artikel bespreekt twee cognitieve theorieën:
- The hopelessness theory of depression – Abramson
- Beck’s theory
TWEE COGNITIEVE THEORIEËN VAN DEPRESSIE: HOPELESSNESS THEORY EN BECKS THEORY
Overview
De twee theorieën zeggen beiden dat men een depressie ontwikkeld omdat hun
betekenis/interpretatie van een ervaring niet juist is.
Hopelessness Theory
Deze theorie stelt dat men verwacht dat goede dingen niet zullen gebeuren en slechte dingen wel
waar men geen invloed op heeft. Dit zorgt voor hopeloosheid en kan leiden tot hopelessness
depression. Een negatief life event zal leiden tot hopeloosheid en depressie door drie dingen:
- Causale attributies (de gebeurtenis wordt gezien als stabiel, globaal en intern).
- Negatieve consequenties (de gebeurtenis zal leiden tot andere negatieve gevolgen).
- Negatieve zelf- karakteristieken (de persoon die het meemaakt is unworthy).
Voorbeeld: iemand haalt een toets niet en denkt 1. Dat dit komt door haar lage intelligentie, 2. Dat
dit ervoor zal zorgen dat ze niet de opleiding kan doen die ze wil en 3. Dat dit betekent dat ze niks
waard is.
Er is een interactie tussen cognitive vulnerability (negatieve cognitie stijl) en stress (negatieve
gebeurtenis). Sociale support kan deze negatieve cognitie stijl verminderen en hopeloosheid
voorkomen via positieve feedback.
Beck’s Theorie
In beck’s theorie zorgt een negatief cognitief schema/dysfunctionele attitudes in combinatie met een
negatieve gebeurtenis voor cognitive distortions. Een voorbeeld van zo’n attitude is: als ik voor een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosjulien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.