Begrippen bij TVO 1 - NTC jaar 2
Boek: Language and literacy development, Byrnes en Wasink
Docent: Kees de Glopper/Veerle Baaijen
soms Engelse begrippen, Nederlandse uitleg
Begrippenlijst TVO
empiricist orientation je wordt geboren als tabula rasa en vormt je mentale representaties geheel
aan de hand van output uit de omgeving
nativist approach: kinderen hebben aangeboren taalkennis/representaties (o.a. Chomsky’s
generatieve taalkunde en UG)
constructivist orientation: Dit idee zit tussen de empiricists en de nativists in. Leren is constructie
van kennis door het opdoen van ervaringen, die je verbindt aan wat je al weet.
kinderen willen heel bewust problemen oplossen met taal en bouwen hiervoor hun grammatica stap
voor stap op door een langzaam, progressief proces van abstractie
Usage-based benadering: je leert taal door het te gebruiken, beetje bij beetje
Sociaal-constructivisme: Leren vindt plaats door participatie in doelgerichte en betekenisvolle
activiteiten. Leren door deelname aan sociale handelingen, leren doe je dus nooit alleen: je co-
construeert kennis
Emergentist benadering: Grammatica is een systeem van componenten waaruit een regelmatige
output komt, geen regels. Mensen gebruiken helemaal geen abstracte regels, maar leren grammatica
door trial en error.
Grammatica als Emergent property: vaardigheid die niet al gegeven is, maar opkomt nadat
kwantitatieve en kwalitatieve relaties tussen componenten in de directe omgeving als een systeem
begrepen worden
Learning theories: Het idee dat kinderen taal leren op dezelfde manier als andere dingen: door
observatie, imitatie en feedback. Een kind leert grammatica uit de omgeving
Behaviorist approach: bij het bestuderen van het leerproces wordt de nadruk gelegd op relaties
tussen stimuli uit de omgeving, het gedrag van mensen of dieren en de uitkomsten daarvan.
(shaping)
Social learning theorists: er zijn wel mentale constructies, en imitatief gedrag wordt bv. vertoond om
doelen te bereiken. Hiervoor moet eerst een mentale representatie van het gedrag worden gevormd,
voordat het wordt nagebootst
Consensus view on reading: verschillende ideeën van psychologen. Lezen = schrift omzetten in
woorden via semantische, fonologische en grammaticale processen, met als doel: begrip. Belang van
betekenis, kennis van fonemen en grafemen.
Succesvol of effectief instrueren = leerdoelen behalen
5 key questions:
1. Nature of: Wat is de aard van X? wat is het?
2. Relevance: Waarom is X relevant?
, 3. Developmental trends (ontwikkelingstrends): Hoe ontwikkelt X zich? wat is een normale
manier van ontwikkelen? Welke vaardigheden heeft een kind gemiddeld op een bepaalde
leeftijd?
4. Developmental mechanisms (ontwikkelingsmechanismen): waarom ontwikkelt X zich zo?
waarom ziet de ontwikkeling eruit zoals hij eruit ziet? Wat is het onderliggende mechanisme
dat de ontwikkelingstrends verklaart?
5. Deficiencies: Welke tekorten kunnen zich voordoen in X? wie heeft afwijkingen in vaardigheid
X en wat zijn de effecten daarvan?
conceptuele kennis: kennis van hoe dingen werken
procedurele kennis: kennis van hoe je dingen kan repareren
developmental mechanism met een progression of states: een stapsgewijze ontwikkeling waarin
verschillende stadia (states) worden doorlopen. Vaardigheden zijn geen drempels maar ‘stepping
stones’: deel van continue ontwikkeling. Current state = hierbij de huidige fase in de ontwikkeling
Cytoarchitecture: de karakteristieke organisatie van het brein, die tot stand komt tijdens de 7
hoofdprocessen van breinontwikkeling
7 hoofdprocessen:
1. Proliferation: het creëren van het juiste totaal aantal cellen in proliferative zones
2. Migration: het verplaatsen van de gemaakte cellen naar de juiste locatie
3. Differentiation: het transformeren van de cellen in de juiste typen
4. Growth: elke cel wordt in de lengte en in de breedte groter
5. Synaptogenesis: de cellen maken connecties met elkaar
6. Regressive processes: het verbreken van connecties en het doodgaan van cellen
7. Myelination: het bedekken van de cellen met een vettige zuur
Aerial aspect: het brein heeft verschillende gebieden. Die verschillende gebieden hebben
verschillende functies
Laminar aspect: het brein heeft verschillende lagen. Die verschillende lagen bestaan uit verschillende
soorten cellen.
Neuron=zenuwcel
Axon= uitloper/’draadje’ waarmee er een verbinding gemaakt wordt met een andere zenuwcel
Gliale cel: ander type cel, met een andere functie dan neuronen
Projectie: dingen die je waarneemt in de werkelijkheid worden als mentale representaties
opgeslagen in een bepaald hersengebied. Een ‘innerlijk beeldscherm’.
Experience-expectant: op basis van constanten in de omgeving worden bepaalde connecties in het
brein verwijderd, die niet nodig lijken te gaan zijn in het leven. Een voorbeeld is een dier dat de
eerste twee weken van zijn leven in het donker verkeert en daardoor blind wordt. Zicht lijkt in het
donker immers niet nodig te gaan zijn.
Experience-dependent: connecties tussen neuronen worden gevormd gebaseerd op ervaring.
Hierdoor kan een dier mentale representaties vormen van specifieke eigenschappen van zijn
omgeving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jetsterkman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.