100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie vwo 4 hoofdstuk 3 - voortplanting $3.19
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie vwo 4 hoofdstuk 3 - voortplanting

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting biologie vwo 4 hoofdstuk 3: voortplanting Methode: Biologie voor jou

Preview 2 out of 6  pages

  • Yes
  • January 10, 2021
  • 6
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
4.3.1 – jongens en meisjes

Puberteit
= periode waarin het lichaam volwassen wordt.
- 10-17 jaar.
- Primaire geslachtskenmerken worden secundair.
o Ongesteld worden, zaadcellen vormen (door testosteron).
- Gedragsveranderingen vinden plaats.

Adolescentie
= periode waarin de mens geestelijk volwassen wordt.
- 18-20/25 jaar.
- Zelfstandig worden.

Hormonen = chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden afgegeven en
processen in het lichaam regelen.
Geslachtshormonen = stoffen die via bloed de werking van de voortplantingsorganen regelen.

Natuurlijke selectie
= organismen ontstaan met aanpassing aan hun omgeving.
- Hoe groter de kans is dat een organisme zich kan voortplanten, hoe groter de kans dat dit
organisme zijn genen aan de volgende generatie kan doorgeven.
- Eigenschappen die de kans op het overleven van een organisme vergroten, vergroten ook de
kans op voortplanting voor het organisme.

Seksuele selectie
= selectie die plaats vindt op grond van eigenschappen die de kans op voortplanten bevorderen.
- Sommige eigenschappen verminderen de overlevingskans, maar bevorderen de
voortplantingskans.
- Door concurrentie ontstaan verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes.

Balts
= gedrag dat bij veel diersoorten vooraf gaat aan de voortplanting.
- Aantal vaste handelingen die elkaar opvolgen.
- Bij mensen niet.

Seksueel gedrag
= al het gedrag dat met de seksualiteit van mensen te maken heeft.
- Ongewenst gedrag: seksueel gedrag van iemand gericht op een ander die dat niet wilt.

4.3.2

Mutaties
= verandering in het DNA van een organisme, gebeurt tijdens de replicatie.
Bij ongeslachtelijke voortplanting wordt dit direct doorgegeven. Bij geslachtelijke voortplanting niet
altijd.

Ongeslachtelijke voortplanting
Krijgt ieder organisme 2 nakomelingen, verdubbelt de populatie.
- Prokaryoten + protisten: delen
- Aardbeien: uitlopers vormen
- Poliepen: knopvorming
Amper variatie à grotere kans op het verspreiden van een ziekte en het ontstaan van concurrentie.

Geslachtelijke voortplanting
Krijgt ieder organisme 2 nakomelingen, dan blijft de populatie gelijk.

, Recombinatie = het ontstaan van nieuwe combinaties van allelen/genen à variatie à grotere
overlevingskans.

Bevruchting
Voor bevruchting: enkel chromosoom
Tijdens bevruchting: chromosomen verdubbeling
Cel na bevruchting: bevatten dubbele chromosomen

Voortplantingscellen/geslachtscellen/gameten = eicellen en zaadcellen

Ongeslachtelijke voortplanting Geslachtelijke voortplanting
– Er is slechts é én individu nodig (er hoeft niet
gezocht te worden naar een ander individu). – Er vindt recombinatie van erfelijke eigenschap- pen
– Er is geen bevruchting nodig. plaats waardoor er variatie ontstaat bij de
– De nakomelingen hebben dezelfde erfelijke nakomelingen.
Voordelen
eigenschappen als de ouder. – Er is een grotere kans op nakomelingen die in een
– Het kost minder energie (er zijn geen mannen andere omgeving kunnen overleven.
nodig). – Een ziekte treft niet alle nakomelingen.
– Er zijn geen aparte geslachtscellen nodig.
– De helft van de populatie krijgt geen nakomelin-
– Er is geen of weinig variatie onder de nakome-
gen.
lingen, waardoor bijvoorbeeld een ziekte veel
– Twee individuen moeten elkaar ontmoeten en
Nadelen nakomelingen treft.
bereid zijn tot paring.
– De nakomelingen stellen dezelfde eisen aan hun
– Voor de voortplanting zijn speciale cellen nodig:
omgeving, waardoor veel concurrentie ontstaat.
voortplantingscellen.

4.3.3

Celfusie
= versmelting van 2 cellen.
Reductie van het aantal chromosomen vindt plaats tijdens de productie van geslachtscellen.

Meiose
= combinatie van opeenvolgende kerndelingen: diploïde kern à 2 haploïde kernen. Meiose bevat
meiose I en meiose II

Haploïd (n)= cel met een enkel stel chromosomen per kern.
Diploïd (2n) = twee chromosomensets per kern (paren).
Zygote = bevruchte eicel, 2 volledige sets met chromosomen.

Zaadcel (spermacel)
- Ontstaan in de testes/teelballen: aan de binnenkant van de buisjes liggen delende cellen à
zaadcelmoedercellen à zaadcellen; = spermatogenese.
- Opgeslagen in de bijballen.
- Bevatten mitochondriën.
Zaadlozing: zaadcellen gaan via de zaadleider vanaf de bijballen naar de urinebuis. De zandblaasjes
en de prostaat voegen vocht toe à sperma (basisch à langer in leven).

Eicellen (oöcyt)
- Ontstaan in de ovaria; = oögenese.
- Cel met blaasje = follikel.
- Eerst diploïd.
Hypofyse geeft FSH af à follikel groeit en neemt vocht op à eicel deelt in 2 ongelijke haploïde cellen
(1 amper cytoplasma = poollichaampje, 1 grote eicel), follikel is groot à door LH barst de follikel
open = ovulatie à eicel in trechtervormig uiteinde van de eileider à eicel naar baarmoeder door
trilharen en spieren; = meiose II + secundaire eicel à zaadcel treedt binnen: meiose II klaar +
ontstaan poollichaam + cytoplasma in bevruchte eicel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HeleneHoeve. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51683 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.19
  • (0)
Add to cart
Added