Alle relevante stof voor technische geneeskunde, pathofysiologie, module twee, over het onderwerp 6. pathofysiologie van de circulatie. Met dit document ben je helemaal voorbereid voor het tentamen over dit onderwerp. In dit document vind je namelijk niet alleen een samenvatting van de college aan...
Wat is gevaarlijker een verhoging van de systolische druk of een verhoging van de diastolische druk?
Answer: Een verhoogde systolische druk
10.
Wat is de beste voorspeller voor cardiovasculaire narigheid?
Answer: Een verhoogde polsdruk
Content preview
SAMENVATTING
PATHOFYSIOLOGIE
Pathofysiologie van de circulatie
Brinke, M.T.A. ten (Merel, Student B-TG)
,Inhoud:
• Hoorcollege 6.1: Het windketenmodel van de circulatie
• Hoorcollege 6.2: cardiovasculaire pathofysiologie
• Zelfstudie 6.3: functionele histologie van het cardiovasculaire
systeem
• Responsiecollege 6.4: functionele histologie van het
cardiovasculaire systeem
• Zelfstudie 6.5: windketenmodel
• Werkgroep 6.6: Windketenmodel in de pathofysiologie van het
cardiovasculair systeem
• Zelfstudie 6.7: Inleiding circulatiestoornissen (1)
• Zelfstudie 6.8: Inleiding circulatiestoornissen (2)
• Zelfstudie 6.9: Oedeem
• Zelfstudie 6.10: Trombose en embolie
• Zelfstudie 6.11: Atherosclerose
• Zelfstudie 6.12: Aneurysma
• Zelfstudie 6.13: ischemie/infarcering
• Practicum 6.14 & 6.15: pathofysiologie vaatwand en hart
• Responsiecollege 6.16: Cardiovasculaire pathologie
• Zelfstudie 6.17: Pathofysiologie van de septische shock
• Werkgroep 6.18: Pathofysiologie van de septische shock
,Hoorcollege 6.1: Het windketenmodel van de circulatie
Hart en circulatie
Hoe hoog de bloeddruk is wordt bepaald door de interactie tussen het hart en de bloedvaten. Het hart
pompt een bepaald slagvolume in de arteriën. De karakteristieken van die arteriën bepalen hoe groot
de bloeddruk is of hoe hoog de bloeddruk is en hoe de golfvormen eruit zien.
Verhoogde bloeddruk
Een normale bloeddruk is bijvoorbeeld 120/80 en we spreken van hypertensie of een verhoogde
bloeddruk als de systolische druk, dus de bovendruk boven de 140 mmHg komt en de diastolische
druk hoger is dan 90 mmHg. Speciale vormen van een te hoge bloeddruk zijn isolated systolic
hypertension waarbij alleen de systolische druk verhoogd is en de diastole normaal. Of isolated
diastolic hypertension, waarbij alleen de diastolische druk verhoogd is en de systole normaal, dit komt
heel weinig voor.
Het gevaar van een te hoge bloeddruk
Als je ouder wordt dan gaat het risico op cardiovasculaire narigheid omhoog en als je bloeddruk te
hoog is, dan versnelt het risico extra snel en komt ook hoger.
Risicofactoren zijn bijvoorbeeld:
- Roken
- Zout eten
- Overgewicht
- Weinig bewegen
- Veel alcohol
- Stress
- Leeftijd
- Erfelijke factoren
- Diabetes
Belangrijke inzichten in de bloeddruk vanaf de jaren 70
Sinds de jaren 70 weten we dat, anders dan daarvoor gedacht werd, vooral een verhoogde systolische
bloeddruk gevaarlijk is. De polsdruk is nog een betere voorspeller van allerlei cardiovasculaire
narigheid dan de systolische druk alleen. Een verhoogde polsdruk is dus vooral gevaarlijk.
Hoe komt de bloeddruk tot stand
Als eerste heb je een contractie van het ventrikel, in de afbeelding in het blauw.
Deze begint bij 0 en gaat heel snel omhoog richting de 80. Dan is de druk in het
ventrikel is hoger dan die in de aorta, waardoor deze klep opent. Het hart begint
te ejecteren en de druk in de aorta neemt toe totdat de klep weer dicht gaat,
wanneer de ventrikeldruk onder de aortadruk komt. En de ventrikeldruk druk
neemt weer heel snel af, maar de aortadruk neemt veel langzamer af.
Wat als het vasculaire systeem een weerstand was?
Stel de cardiac output is 5,5 l/min, dat is 5500 ml/60 seconde en dat is weer ongeveer 92 ml/s.
gemiddelde druk is ongeveer 95 mmHg, laten we zeggen 92 mmHg, want dan krijgen we een
eenvoudig sommetjes:
Vaatweerstand is druk/stroom (wet van Ohm).
➔ 1 mmHg s/ml
Dus als het hart een continue stroom zou lever, dan zou de gemiddelde druk worden 92 ml/s x 1 = 92
mmHG. Het hart levert echter GEEN continue stroom.
, maximale flow is 550 ml/s
stroke volume is 0,5 x 0,3 x 550 = 82,5
gemiddelde flow is 82,5/0,9 = 92 ml/s
gemiddelde druk is 92 ml/s x 1 mmHG x s/ml = 92
mmHg
Stel je eens voor: we nemen niet de gemiddelde stroom
maar stroom als functie van tijd. Alle stroom moet door
de weerstand, dan druk = flow x weerstand. → een
weerstand is geen goed systeem om bloeddruk mee te
vergelijken.
Windketel
De windketel is uitgevonden door Jan van der Hyden, dit is een
goede vergelijking voor het hart en de bloedvaten. De windketel
een reservoir met lucht die ervoor zorgt dat als er meer water in de
windketel komt er meer druk op het water komt te staan, die wordt
continu. Hierdoor wordt de stroom van het water ook continu. Het
hart kan worden vergeleken in het watersysteem met de pomp er
wordt volume opgeslagen in de grotere elastische vaten zoals de
aorta. De druk gaat naar de gemiddelde druk toe en die zorgt voor
een vrij continue stroom door het weefsel. Dus de elastische vaten
slaan volume op waardoor de stootsgewijze uitstroom van het hart die wordt gelijkmatiger gemaakt.
Anatomie en circulatie
De grote vaten dicht bij het hart zijn elastisch
en dit is hetzelfde als de grote vaten die
volume opslaan en zo de hartslagen dempen.
De effecten van verschillende verhogingen door de windketenfunctie
Met leeftijd neemt de polsdruk sterk toe, dit komt omdat de
vaten stijver worden en de compliantie dus afneemt. Hierdoor
daalt de polsdruk zoals ook in de linker afbeeldingen te zien
is.
Bloed van het hart naar de aorta
Het slagvolume = het volume bloed dat door het ventrikel in de aorta wordt gepompt →
volumeverandering in de aorta.
De vul-tijd van de aorta is relatief kort. De Elastische vezels in de aortawand rekken uit →
trekspanning.
Polsdruk = systolische druk – diastolische druk
Aannames in het model
De druk in de aorta stijgt in een verwaarloosbare tijd tot systolische druk en daalt daarna tot
diastolische druk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TGsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.