Jagers-verzamelaars (de moderne mens ofwel homo sapiens) (± 20.000 - 10.000 v.C.) waren bijna
altijd nomaden. Ze leefden in kleine groepen en maakten meer gespecialiseerde gereedschappen
en wapens dan hun voorgangers. Daarvan getuigen de grotschilderingen in Zuid-Europa.
De onderlinge sociale verschillen waren klein, er was een rolverdeling tussen mannen en vrouwen.
Tussen 9000 en 6000 v.C. ontstonden landbouwsamenlevingen in de Vruchtbare Halvemaan
(Midden-Oosten). Tot die tijd was er allen jagen en verzamelen.
Rond 7000 v.C. verspreidde de landbouw zich vanuit Noord -Afrika en rond 6000 v.C. kwam dit
naar Europa.
De overgang naar een boerenbestaan is een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de
prehistorie geweest. De redenen waarom men overstapte naar een boerenbestaan zijn nog niet
helemaal duidelijk maar deze overgang vind het eerste plaats in het Midden-Oosten. Op het
einde van de Laatste IJstijd ontstond er daar door regenval een vruchtbaar gebied.
- Er zijn archeologen die stellen dat een nieuwe klimaatovergang de aanzet gaf tot de overgang
naar landbouw. Hillman stelt dat in Abu Hureyra sprake was van een droogte waardoor, omdat
de wilde granen uitstierven, men wel op zoek moest gaan naar andere soorten.
- Volgens een andere theorie groeide de bevolking zo snel, dat de natuur dat niet kon bij
houden. Men was daarom gedwongen om zelf gewassen te verbouwen.
Ook in andere werelddelen werd de landbouw uitgevonden. Uiteindelijk, om wat voor reden dan
ook, gingen mensen zich bijna allemaal volledig op de landbouw richten.
Omdat de overgang naar de landbouw zou ingrijpend was noemen we dat de agrarische
revolutie. Van een nomadisch bestaan ging men zich nu permanent vestigen op een vaste plek ,
een sedentair bestaan.
Een belangrijk gevolg daarvan was de toename van de bevolking. De redenen daarvoor waren:
1. In tegenstelling tot jagers-verzamelaars kon men nu op dezelfde oppervlakte 60 tot 100
keer zoveel mensen in leven houden.
2. Het geboortecijfer steeg doordat vrouwen sneller achter elkaar kinderen kregen.
Gemiddeld één in de twee jaar, bij de jagers-verzamelaars gemiddeld één in de vier
jaar.
3. Rond 7500 v.C. ging men voor het eerst aan veeteelt doen.
z.o.z.
, Geschiedenis
4. Daarnaast stimuleerde de agrarische revolutie tot allerlei nieuwe technieken. Het
Neolithicum werd nieuwe steentijd genoemd omdat men nieuwe gepolijste stenen als
gereedschappen ging gebruiken. Een volgende stap was het gebruik van metaal. Eerst
was brons het gebruikte materiaal in het Midden-Oosten (vanaf 3000 vC.). We
onderscheiden de bronstijd van de ijzertijd in het Midden Oosten vanaf 1200 v.C.
5. De mens ging de natuur steeds meer naar zijn hand zetten. Men paste de omgeving
aan de wensen van de mens aan.
Toch is volgens sommige historici de agrarische revolutie niet in alle opzichten een verbetering:
- Mensen die op landbouw overstapten waren vaak minder gezond dan jagers-
verzamelaars, blijkt uit archeologisch onderzoek, ze leden aan infectieziekten,
ondervoeding en misvorming;
- Ze waren vaak kleiner dan jagers en verzamelaars;
- Indianen in de VS hadden een lagere levensverwachting bij de geboorte dan de jagers
verzamelaars, die daalde van 26 naar 19 jaar;
- Het voedsel was zeker in het begin zeer eenzijdig;
- Als een oogst mislukte dreigde er gelijk een hongersnood;
- De agrarische revolutie leidde tot sociale ongelijkheid. Voor het eerst ontstond er een
hiërarchie.
1.2: Het ontstaan van steden
3300 v.C.: Ontstaan van de eerste steden in Soemerië, een gedeelte van Mesopotamië.
Dat kwam door de aanwezigheid van vruchtbare grond, door de overstromingen van de Tigris en
de Eufraat.
Doordat de boeren gebruikt maken van irrigatie leverde de landbouw overvloedige oogsten op
waardoor de bevolking, die toenam, zich niet alleen maar met de voedselvoorziening bezig
hoefde te houden. Daardoor ontstonden er andere nieuwe beroepen zoals ambachtslieden.
Kooplieden vormden een welvarende en invloedrijke groep en priesters hadden veel aanzien.
Er ontstond een stedelijke samenleving waarin niet alleen sprake was van een arbeidsverdeling,
maar ook van een hiërarchie. Er ontstonden verschillende sociale lagen, die van elkaar
verschilden in rijkdom en macht. De boeren stonden onder aan de sociale ladder.
, Geschiedenis
Door de complexere samenleving had men goede bestuurders nodig. De stadsbestuurders
moesten de orde handhaven, de stad beschermen en het irrigatiesysteem laten onderhouden.
Dat gebeurde met behulp van ambtenaren die de administratie bijhielden, wetten opstelden en
de belastingen inden. De machtige leiders werden na verloop van tijd tot koning gekroond en
hun positie werd erfelijk.
Na het ontstaan van steden in Mesopotamië kwam in Egypte de verstedelijking ook op gang. De
omstandigheden daar waren vergelijkbaar.
Tussen 2700 en 300 v.C. verschenen ook in andere vruchtbare gebieden in de wereld complexe
stedelijke samenlevingen, in China, India, Mexico en Peru. Ze hebben zich onafhankelijk van
elkaar ontwikkeld en relatief kort na elkaar.
De ontwikkeling van de steden en het eerste schrift ontwikkelde zich tegelijkertijd. Steden
besturen is ingewikkeld en het schrift is daar een ideaal hulpmiddel bij. Zowel de koningen als de
priesters konden niet zonder een goede administratie. De koning voor de belastingheffing, de
uitbetaling van het loon en het leger. de priesters want tempelcomplexen groeiden uit tot
machtige organisaties met veel landbezit en personeel.
De ontwikkeling van het schrift vond stapsgewijze plaats:
- Agrarische gemeenschappen gebruikten vanaf 8000 v.C. kleine voorwerpjes van klei
om goederen te registreren;
- Het Soemerische schrift bestond uit het beeldschrift;
- Dit werd aangevuld met het gebruik van pictogrammen die klanken uitdrukten.
- De tekeningetjes werden vervangen door abstracte tekens. Omdat ze op spijkers leken
wordt het Soemerische schrift spijkerschrift genoemd;
- De Egyptenaren gingen vanaf 3100 v.C. hiërogliefen gebruiken en rond 2800 v.C.
het snellere hiëratische schrift;
- Rond 2600 v. Chr werd het spijkerschrift niet meer alleen gebruikt voor de administratie
maar ook voor allerlei andere zaken en verschenen de eerste literaire,
wetenschappelijke, biografische en historische teksten.
Maar de beheersing van het schrift was geen makkelijke zaak en kon alleen maar gelezen worden
door een kleine elite. Dit veranderde geleidelijk en het schrift werd daarmee een essentieel
onderdeel van de menselijke cultuur. Het einde van de prehistorie is dus voor elk land
verschillend. In Nederland bv. rond 50 v.C. door de komst van de Romeinen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fayefmorgan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.