In deze samenvattingen komen de volgende onderwerpen aan bod:
* Mond-, slokdarm- en maagaandoeningen
* Gastro-enteritis, lactose-intolerantie en probiotica
* Coeliakie
* Inflammatoire darmziekten / MCT dieet
* Darmgezondheid (vezels, obstipatie, diarree en PDS)
* Darmresecties, ileostomie en colost...
Dieetleer samenvatting blok 2.1
Hoorcolleges & samenvattingen van o.a. Informatorium voor Voeding & Diëtetiek, het boek
Nutrition en dieetbehandelingsrichtlijnen.
, 1. Mond-, slokdarm- en
maagaandoeningen
DEEL 1 – VERTERING, MOND EN SLOKDARMAANDOENINGEN
Vertering = de afbraak van voedingsstoffen tot absorbeerbare moleculen
Verteerbaarheid = maat voor afbraak van voedingsstoffen (mate van vertering)
Factoren die een rol spelen bij de vertering:
Deeltjesgrootte van het voedsel hoe groter, hoe langer de vertering duurt
Verblijftijd in de dunne darm
Enzymproductie
Verdunning van de spijsbrij door secretie
Zuurgraad van het milieu hoe zuurder, hoe sneller de vertering
Vermengingsgraad van de spijsbrij met de verteringsenzymen
Licht/zwaar verteerbaar: hoe lang het voedsel in het maag-darmkanaal zit
Slecht verteerbaar: hoeveel resten voedsel overblijven
Intoleranties: niet allergische voedselovergevoeligheid
Voedingsadvies aanpassen op maat
Verteerbaarheid aanpassen aan individuele omstandigheden rekening houden met:
Het verloop van het ziektebeeld chronisch of acuut
Diëtistische doelen van de behandeling bv. aansterken
Situatieomstandigheden bv. thuis of in het ziekenhuis
Individuele voorkeuren
Producten die niet verdragen worden bv. lactose of gluten
AANDOENINGEN VAN DE MOND
Voedingskundige problemen:
Gevoelig mondslijmvlies slechte voedingstoestand; recent bezoek aan tandarts
Kauwproblemen kaakchirurg; ouderen missen kiezen/tanden
Slikproblemen na CVA of andere ziekte
Dieettherapie:
Aandacht voor voedingstoestand wegen, voedingsanamnese, klinische
kenmerken, screenen
Aanpassen van consistentie
In samenwerking met logopedist en/of mondhygiënist
,AANDOENINGEN VAN DE SLOKDARM
Voedingskundige problemen:
Stenose vernauwing van het wervelkanaal en zorgt voor pijn in de onderrug,
benen of billen
Reflux oesophagitis ontsteking van een deel van de slokdarm
o De ontsteking ontstaat door oesofageale reflux (het regelmatig terugvloeien
van maagzuur in de slokdarm
o Oorzaak kan gelegen zijn in een breuk(je) in het middenrif (‘hernia
diaphragmatica’) of zwangerschap)
Hernia diaphragmatica (sliding hernia)
o Gevolg: sluitspiertje tussen de slokdarm en maag (onderste
slokdarmkringspier) sluit minder goed dit kan refluxklachten, o.a.
brandend maagzuur, veroorzaken
Hiatus hernia uitstulping van een deel van de maag naar de borstholte, via de
opening in het middenrif voor de slokdarm
VOEDING EN SLOKDARMAANDOENINGEN (ARTIKEL) – SLOKDARMAANDOENINGEN
Belangrijkste en meest voorkomende slokdarmaandoeningen:
1. Gastro-oesofageale refluxziekte
Gastro-oesofageale refluxziekte wordt gedefinieerd als het (ten minste 1-2 keer per week)
het optreden van een abnormale terugstroming van maaginhoud in de slokdarm die leidt tot
klachten, zoals zuurbranden of oprispingen en/of schade aan de mucosa van de slokdarm.
Volwassenen
Symptomen:
Klassieke, typische symptomen: zuurbranden en regurgitatie (terugstromen van
voedsel in de keelholte).
Atypische symptomen: dysfagie, odynofagie (pijn bij het slikken), pijn retrosternaal
(achter het borstbeen), een opgeblazen gevoel, ructus, heesheid, laryngitis,
chronische hoest, astma, hypersecretie van speeksel, een globusgevoel (brok in de
kol) en benigne strictuurvorming (goedaardige bindweefselvorming).
Kan door prikkeling en schade van het slokdarmslijmvlies ook gevolgen hebben op
lange termijn reflux-oesofagitis, strictuurvorming (bindweefselvernauwing), de
ontwikkeling van een Barrett-oesophagus of een slokdarmcarcinoom
Oorzaken en risicofactoren:
Oorzaken: Genetische factoren en omgevingsfactoren (leefstijlfactoren, met name
overgewicht/obesitas, verkeerde voedingsgewoonten [grote hoeveelheden tegelijk
eten, pittig en vet eten], roken en een gebrek aan beweging)
Risicofactoren:
o komt vaker voor bij ouderen
o patiënten met een abnormale peristaltiek van de slokdarm hebben meer kans
op refluxklachten en mucosa-afwijkingen
o mensen met obesitas
o het mannelijk geslacht
, o het gebruik van bepaalde medicijnen
o hyperglykemieën (bij patiënten met diabetes mellitus)
o vergroeiingen van het skelet
o het dragen van knellende/strakke kleding
o zwangerschap
o de aanwezigheid van een maagsonde of gastromie
o specifieke ziektebeelden als spasticiteit, epilepsie en chronisch obstructief
longlijden, mechanische beademing, alcoholabusus, het syndroom van Down
en een verstandelijke handicap
Niet-chirurgische behandeling
Bij volwassenen wordt met het gebruik van medicatie, het normaliseren van het gewicht, het
normaliseren van de bloedglucosewaarden, leefstijladviezen en specifieke voedingsadviezen
getracht de refluxklachten te reduceren
Medicatie:
protonpompremmer (geneesmiddel dat de zuursecretie van de maag
reduceert) zuurbranden verminderen of verdwijnen; genezing van
oesofagitis (80-90%)
H2-receptorantagonisten afname van de zuursecretie
Voedingsvezels hoge voedingsvezelconsumptie reduceert mogelijk het risico op
refluxklachten
Maaltijdtempo en eettempo portiegrootte reduceren en frequent over de dag
kleine maaltijden; in rustig tempo eten
Lichaamshouding liggen op linkerzijde is beter (minder lange zuurblootstelling van
slokdarm)
Chirurgische behandeling
Alternatieve behandeling voor chronische gastro-oesofageale refluxziekte meestal
een fundoplicatie, waarbij het bovenste deel van de maag om het onderste deel van
de slokdarm wordt gewikkeld om een antirefluxbarrière te creëren.
Operatief ingrijpen overwogen bij: persisterende klachten ondanks medicatie, bij
medicamenteuze overgevoeligheid, bij jonge mensen die niet levenslang
medicamenteus willen worden behandeld en bij recidiverende benigne
strictuurvorming van de slokdarm op basis van gastro-oesofageale reflux ondanks
medicamenteuze behandeling
Voedingsinterventie en leefstijladviezen
Te vermijden voeding:
Zure of anderszins irritatieve voedingsmiddelen: citrusvruchten, tomaten, uien,
koolzuurhoudende dranken, gekruide/pittige voeding)
Voedingsmiddelen die reflux kunnen veroorzaken (door verlaging van de LES-druk):
alcohol, vetrijke of gefrituurde voeding, koffie, thee en cafeïnehoudende dranken,
chocola en munt
Leefstijladviezen:
Stoppen met roken
Vermindering van alcoholconsumptie
, Gewichtsreductie bij patiënten met overgewicht of obesitas of bij patiënten bij wie
de symptomen gelijktijdig met gewichtstoename optraden
Voldoende lichaamsbeweging ten minste 30 minuten per dag
Indien nachtelijke klachten:
o Niet eten binnen 3 uur voor slapengaan
o Elevatie van het hoofd van het bed
Indien postprandiale klachten (na de maaltijd):
o Kleinere en frequentere maaltijden
o Niet te snel eten
o Niet platliggen na maaltijden
Indien abdominale obesitas:
o Vermijd knellende / strakke kleding
Kinderen
o In de eerste 3 maanden geeft 40-50% van de zuigelingen ten minste eenmaal per dag
wat voeding terug; dit is een vorm van regurgitatie verdwijnt bij meer dan 90% van de
zuigelingen spontaan na 12-14 maanden
o Gastro-oesofageale reflux is de terugvloed van maaginhoud in de slokdarm en kan met of
zonder regurgitatie of spugen optreden.
Symptomen:
Overmatig huilen, prikkelbaarheid, voedselweigering en groeivertraging
Een zure geur uit de mond, het opgeven van bloedsliertjes, zuurbranden en/of pijn
op de borst zijn tekenen van refluxziekte
Oorzaken en risicofactoren: 3 typen reflux onderscheiden
1. Ongecompliceerde reflux die voornamelijk na de maaltijd optreedt en spontaan
verdwijnt
2. Primaire refluxziekte zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak, wat kan leiden tot
voedingsdeficiënties, oesofagitis, benigne (goedaardige) strictuurvorming van de
oesofagus, laryngitis, longaandoeningen en apneu
3. Secundaire refluxziekte, die wordt veroorzaakt door tal van ziektebeelden,
voedingsallergie of medicijngebruik en vooral gekenmerkt wordt door recidiverend
braken
kinderen met het syndroom van Down, obesitas of taaislijmziekte hebben een
verhoogde kans op refluxziekte
Behandeling:
Bij kinderen jonger dan 18 maanden: indikken van de voeding met bv.
johannesbroodpitmeel om regurgitatie en spugen te verminderen;
Rugligging en linkerzijligging met evt. het hoofdeinde van het bed omhoog bij
kinderen ouder dan 18 maanden
Alleen als kinderen niet groeien, en daarbij ontroostbaar huilen en/of spugen en niet
voldoende reageren op verdikte voeding, wordt medicamenteuze behandeling
geadviseerd d.m.v. protonpompremmers of H2-receptorantagonisten
, 2. Slokdarmcarcinoom
Het slokdarmcarcinoom kan worden onderverdeeld in het adenocarcinoom en het
plaveiselcelcarcinoom. Het adenocarcinoom ontstaat uit het cilinderepitheel van de
slokdarm en komt met name voor in het onderste derde deel van de slokdarm of de
slokdarm-maagovergang. Het plaveiselcelcarcinoom ontwikkelt zich vanuit het
plaveiselcelepitheel van de slokdarmmucosa en komt vooral voor in het bovenste en
middelste deel van de oesofagus.
Adenocarcinoom
Het slokdarmadenocarcinoom ontstaat veelal vanuit een Barrett-oesofagus, een
verworven aandoening die wordt veroorzaakt door gastro-oesofageale refluxziekte.
Slokdarmkanker leidt tot veranderingen in de samenstelling en het metabolisme van
het lichaam. De gemiddelde patiënt met slokdarmkanker heeft een verlaagd totaal
lichaamsvetgehalte en een verlaagd totaal lichaamseiwitgehalte.
Symptomen:
o In beginstadium: het eten blijft steken, het gevoel hebben dat het eten
langzaam zakt en abnormale speekselvloed
o Late klachten: daadwerkelijke dysfagie (voedselpassageklachten), algehele
malaise, anorexie, oprispingen, braken, substernale klachten, epigastrische
pijn en gewichtsverlies
o Gewichtsverlies bij ruim 90% van de patiënten
Oorzaken en risicofactoren:
o Alcohol en roken (belangrijkste risicofactoren): causale relatie tussen het
gebruik van alcohol en roken en het ontstaan van slokdarmkanker
o Groente en fruit: groenten, fruitinname en citrusvruchten hebben een
beschermend effect op het ontwikkelen van slokdarmkanker, maar ook voor
kanker van de mond- en keelholte.
Specifieke risicofactoren adenocarcinoom:
o Leefstijlfactoren: obesitas een belangrijke risicofactor voor gastro-
oesofageale reflux, Barrett-oesofagus en het slokdarmadenocarcinoom
o Voeding: voldoende inname aan vezels, koolhydraten, ijzer, bètacaroteen,
vitamine C, vitamine E en foliumzuur reduceert het risico op zowel Barrett-
oesofagus als op het slokdarmadenocarcinoom
o Medicatie: gebruik van medicijnen uit de non-steroïdale anti-inflammatoire
middelengroep heeft een beschermend effect op het ontstaan van het
slokdarmadenocarcinoom
o Lichaamsbeweging: meer fysieke beweging wordt geassocieerd met een
verminderd risico op het ontwikkelen van een slokdarmadenocarcinoom
Behandeling: een adequate voedingsstatus is van wezenlijk belang tijdens
verschillende fasen van de vaak ingrijpende behandeling
Curatieve behandeling: chirurgie, voorafgegaan door een combinatie van
(neoadjuvante) chemotherapie en radiotherapie
Palliatieve behandeling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberw10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.61. You're not tied to anything after your purchase.