Wetenschap is gericht op kennis van de werkelijkheid. Empirisch onderzoek is bewijsmateriaal
verzamelen via waarnemingen.
De manier waarop iemand wetenschappelijk onderzoek bedrijft is cruciaal. De collega
wetenschappers moeten overtuigd worden van de juistheid van de beweringen.
Men spreekt van zuiver wetenschappelijk onderzoek als het bedoeld is om kennis op te doen
omwille van kennis, los van het feit dat deze kennis ergens voor gebruikt kan worden.
Het opdoen van kennis kan instrumenteel en conceptueel zijn
Instrumenteel: Wat je vandaag leert is morgen bruikbaar
Conceptueel: Op abstract niveau. Je doet een aantal concepten op die je denken beïnvloeden.
Deze zijn op de langere termijn ´bruikbaar´
Je leert kritisch en zelfstandig nadenken. Je komt uit je eigen denkkader.
Methodologie is de leer van methoden, de theorie achter methoden. Het houdt zich bezig met de
logica van onderzoek (logic of inquiry).
Methodologie volgens De Groot: Waarom wordt een onderzoek op deze manier uitgevoerd en
waarom dient het zo uitgevoerd te worden.
Methoden volgens Kaplan: het vormen van concepten en hypothesen, het doen van observaties
en metingen, de uitvoering van experimenten, het maken van modellen en theorieën, het doen van
predicties.
Redenen voor methodologie: - Historisch besef, het plaatsen van hetgeen dat je leert in een
bredere context (je ziet samenhang beter). - De misvattingen over de onderliggende assumpties
weghalen van verschillende wetenschaps stromingen. - Elk onderzoek gaat uit van bepaalde
opvattingen over het karakter van de werkelijkheid of de wijze kennis waarop kennis hierover te
verkrijgen is.
Een academisch geschoolde onderzoeker moet zich altijd bewust zijn van:
- Er zijn onderliggende aannames
- Bewust zijn van de aannames waar men zelf van uit gaat
- In staat zijn deze aannames te expliciteren
- Vanuit deze aannames beargumenteren waarom een onderzoek is opgezet zoals het is
opgezet.
Beschrijvende kennis: Of iets het geval is.
Verklarende kennis: Waarom iets het geval is.
Voorschrijvende kennis (prescriptieve kennis): Hoe kan iets veranderd worden
Er is een groot debat gaande over of voorschrijvende kennis wel wetenschappelijk is.
Nomothetisch: Wetgevend, altijd als X het geval is, zal ook Y het geval zijn.
Idiografisch: Individuele begrippen spelen een rol. Ieder verschijnsel is uniek, benadruk de
verschillen.
Begrippen
Taxonomie: een hiërarchisch geordende set van basisbegrippen in een bepaalde
wetenschapsgebied. De indelingscriteria zijn eenduidig beschreven
Individueel en universeel
Individuele begrippen verwijzen naar één bepaald voorwerp of object. (Mars)
, Universele begrippen verwijzen naar een klasse van voorwerpen of objecten. (planeten)
Universele begrippen komen tot stand door abstractie, door af te zien van het bijzondere en toe te
spitsen op het algemene, gemeenschappelijke. Met behulp van universele begrippen maken we
categorieën.
Empirische en niet-empirische begrippen
Empirische begrippen verwijzen naar de zintuiglijke werkelijkheid, begrippen die direct
waarneembaar zijn.
Niet-empirische begrippen verwijzen niet naar de zintuiglijke werkelijkheid. Ze vallen uiteen in twee
soorten begrippen: logische/mathematische begrippen en hypothetische begrippen.
Logische/mathematische begrippen komen los van de waarneming tot stand. Geurts noemt ze
niet- ervaringsgebonden
Hypothetische begrippen (verklaringsbegrippen): veronderstellen het bestaan van ´iets´ dat zelf
niet waarneembaar noch kan worden herleid uit waarnemingsfeiten op doorzichtige manier.
(intelligentie, zwaartekracht)
Uitspraken
Singulier, particulier, universeel
Singuliere uitspraken verwijzen naar één enkel object. (persoon, organisatie, Nederlandse
overheid)
Particuliere uitspraken verwijzen naar een beperkt aantal objecten (sommige organisaties,
sommige maatregelen). Er is ten minste één X die ook Y heeft.
Universele uitspraken verwijzen naar alle objecten binnen een categorie, een universele uitspraak
is algemeen. (alle mensen, alle organisaties). Indien een X een Y (politicus) is, dan ook een Z
(corrupt).
Analytische en synthetische begrippen
Analytische uitspraken zijn uitspraken die niet met behulp van empirische waarneming
zijn na te gaan of ze waar/onwaar zijn.
a-priori uitspraken zijn per definitie waar, deze ongehuwde man is niet getrouwd. Ze zijn empirisch
inhoudsloos.
Synthetische uitspraken hebben wel empirische inhoud. Ze moeten empirisch vast te stellen zijn.
a-posteriori uitspraken zijn alleen via waarneming na te gaan of ze waar/onwaar zijn.
Feitelijke en normatieve uitspraken
Feitelijke uitspraken zijn ´ist-uitspraken.´ Ze hebben betrekking op een feitelijke situatie. Hier kan in
principe de waarheid/onwaarheid van worden vastgesteld.
Normatieve uitspraken zijn ´soll-uitspraken.´ Deze spreken een waardeoordeel uit. Hiervan kan
niet worden vastgesteld of het waar/onwaar is. Je kan het er alleen mee eens/oneens zijn.
Statische en dynamische uitspraken
Statische uitspraken hebben betrekking tot een uitspraak op een bepaalde situatie op één moment
in de tijd.
Retrospectieve uitspraak gaat over een bepaald moment in het verleden.
Prospectieve uitspraak gaat over een bepaald moment in de toekomst.
Comparatieve uitspraak gaat over twee momenten in de tijd. (Als het over twee momenten gaat is
de uitspraak statisch-comparatief. Op meer dan twee momenten is wordt de uitspraak dynamisch-
comparatief)
Dynamische uitspraken hebben betrekking op uitspraken die over een bepaalde tijdsperiode gaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spruijtdaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.