Indirect = Je gaat sneller skiën omdat je de groep bij wil houden.
Je doet een extra shirt aan, omdat iemand buiten is geweest en zei dat het koud was. (het was niet
de bedoeling van diegene om met die opmerking jou een extra laagje kleren aan te praten)
Direct = Je wordt overgehaald om toch nog 1 afdaling te maken.
Conformeren = toegeven aan een bepaalde norm van anderen zonder dat die anderen daarom
vragen. De vraag is hierbij overigens of die norm daadwerkelijk bestaat of dat jij denkt dat die norm
heerst.
- Conformeren geeft zekerheid
- Conformeren kan ook negatief werken. Je gaat tegen je eigen normen in.
- Conformisme vindt plaats omdat we soms niet goed (genoeg) nadenken of omdat we maar
beperkte zelfkennis en/of zelfbewustzijn hebben.
- Conformeren is gedragsbeïnvloeding zonder attitudeverandering. (het is geen duurzame
verandering).
Informationele invloed= bv. Al eerder in het huisje en skigebied geweest. Neem slaapzak mee, 1
waterkoker … etc.
Normatieve sociale invloed = houdt in dat de invloed van andere mensen ervoor zorgt dat wij ons
conformeren om aardig en/of geaccepteerd te worden.
- Mensen zijn eerder geneigd om zich te conformeren aan informationele sociale invloed als
de situatie onduidelijk is of als anderen deskundiger zijn.
- Als je niet zeker bent van het juiste idee of het juiste gedrag, zal je sterk open staan voor de
invloed van anderen. Hoe onzekerder, hoe meer je je open stelt voor de invloed van
anderen.
, Thema 1
Groepssocialisatie = er is in een groep sprake van een continue uitwisseling van gedachten, wensen
en gevoelens. Hierbij wordt wederzijdse invloed uitgeoefend.
Sociale categorieën = mensen met iets hetzelfde gemeen worden allemaal in aparte hokjes geplaatst.
Bijv. snowboarders, Hbo-student.
Vaak zijn dit groepen waar je geen directie interactie met elkaar hebt, er vindt dus geen
groepsontwikkeling plaats.
Togetherness = groep waarmee je een poosje samen mee bent en er wel sprake is van interactie bijv.
de groep waarmee je vanavond op stap gaat, mensen in de trein waarmee je een praatje maakt.
De gezamenlijke betrokkenheid is aanwezig, maar niet heel sterk. Er vindt dus geen
groepsontwikkeling plaats.
Referentiegroep = er is onderlinge persoonlijke betrokkenheid van de groepsleden en de invloed van
de groepsleden op elkaar is groot. Vb. familie, vriendengroep, collega’s.
Deze groep voorziet in het vervullen van belangrijke behoeften zoals veiligheid en zekerheid,
behoefte aan sociaal contact, behoefte aan erkenning/zelfontplooiing.
Deze groepen oefenen veel invloed uit op hoe je je voelt en gedraagt omdat het een
vergelijkingspunt is voor het vormen van bepaalde waarden, attitudes of gedragingen.
Deze referentiegroepen maken duidelijk wie we zijn of wat we willen bereiken.
Een deel van je identiteit verleen je aan je referentiegroep.
Bv. normen en waarden binnen je gezinscultuur (jouw opvoeding), daarbij hoort ook jouw
nationaliteit, taal, woonomgeving waar je bent opgegroeid.
Er wordt van een groep gesproken als:
- Er sprake is van meer dan 2 mensen
- Er sprake is van een aantal gezamenlijke kenmerken
- Er sprake is van directe interactie
- Er sprake is van een netwerk van relaties tussen groepsleden (groepsstructuur)
- Er sprake is van gezamenlijke waarden, doelen en normen. (groepscultuur)
Er zijn 2 types sociale invloed:
1. Informationele sociale invloed = de invloed die anderen op ons hebben als een bron van
informatie.
In een onduidelijke situatie gebruiken wij deze bron mogelijk om ons gedrag op aan te
passen.
Een mogelijk voorbeeld van informationele sociale invloed is het omstandereffect, waar
omstanders niet ingrijpen bij een misdaad of ongeval. Dit is mogelijk omdat zij zien dat
anderen niet ingrijpen en hun eigen (niet-)handelen hieraan afleiden.
2. De normatieve sociale invloed = de invloed die anderen op ons uitoefenen die ervoor zorgt
dat wij ons conformeren, om aardig gevonden en geaccepteerd te worden.
Een voorbeeld van hierdoor beïnvloed gedrag is roken om 'erbij te horen'.
Need to belong = de aangeboren behoefte van mensen om ergens bij te horen. De eerste groep
waarbij je dit hebt zijn je ouders, gezin en familie.
, Relatiegerichte groepen: hier staan sociale en emotionele behoeften van de groepsleden centraal.
Taakgerichte groepen: hierbij gaat het vooral om het succesvol vervullen van een taak of activiteit
en/of het behalen van een doelstelling (begeleiden van een bepaalde taak, presentatie geven, traject
halen)
Groepsontwikkeling van taakgerichte groepen worden in een aantal fasen onderscheiden:
1. Forming- orientatiefase = groepsleden tasten af, voelen onzekerheid en stellen zich
afhankelijk op. Er is nog geen duidelijk taak- en werkstructuur waardoor de groep zich nog
veel laat beïnvloeden door de begeleider. De begeleider heeft vooral informatieve invloed.
2. Storm-conflictfase = in deze fase is een duidelijke rolverdeling zichtbaar. Het contact vind
meer plaats op emotioneel niveau.
De mensen die zich in de vorige fase inhielden, laten nu ook hun mening weten. Dit kan
zorgen voor conflicten.
De deelnemers gaan het groepslidmaatschap positief of negatief waarderen. Wanneer dit
negatief is, kan iemand ervoor kiezen om bij een andere groep aan te sluiten of zich terug te
trekken in de groep.
- Deze fase is afgelopen bij een positieve groepsontwikkeling als iedereen zijn positie kent en
daardoor er weer rust ontstaat.
3. Normfase = relaties worden vormgegeven, groepsnormen worden duidelijker en er ontstaat
vertrouwen en betrokkenheid bij elkaar. Meningen worden geaccepteerd.
Formele groepsnormen : regels zijn vastgelegd met afspraken (bijv. een verslag op de
afgesproken datum in te leveren. (expliciet, uitgesproken)
Informele groepsnormen : deze ontstaan zonder dat er duidelijke afspraken over gemaakt
zijn. Ze zijn impliciet: onuitgesproken
- Deze fase is afgerond op het moment dat overeenstemming is ontstaan wat betreft normen
en regels. Mensen zijn bereid om met elkaar samen te werken.
4. Performing-uitvoeringsfase = Iedereen wordt geaccepteerd en de taak staat centraal (de
studie halen, de activiteit doen) (alle posities worden geaccepteerd en gewaardeerd) We
spreken over een veilig klimaat, waar de verschillende posities elkaar versterken.
Problemen treden alleen op als het om de taak gaat, niet om de onderlinge relaties.
5. Adjourning-afsluitingsfase = De groep neemt op een waardige wijze afscheid van elkaar.
Belangrijke fase omdat afscheid nemen mede bepaald met welke gedachten en gevoelens je
later terugkijkt op de groep.
De groep kan ophouden te bestaan bijv. doordat de taak volbracht is, de groepsleden op
elkaar uitgekeken raken of omdat groepsleden een nieuw doel zoeken.
Duur van een fase: Staat niet vast. Er zijn groepen die sommige fasen heel vlot doorlopen en/of
langer in een andere fase blijven.
Overslaan en volgorde van een fase: Tijdens groepsontwikkeling worden niet altijd alle fasen
doorlopen of volgen groepsfasen elkaar niet altijd keurig op. De volgorde van de fasen wordt niet
altijd keurig aangehouden. Soms wordt een fase overgeslagen of blijft een groep steken in één van de
fasen. Het kan ook dat een groep terugkeert naar een eerdere fase of simpelweg ophoudt met
bestaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindeasselt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.