Een model voor communicatie tussen
mensen
Menselijke communicatie
Inleiding
Niet enkel kijken naar de stoornis maar naar de totaliteit!
Het onderzoek en de behandeling van menselijke communicatieproblemen staat centraal in het
beroep LA.
Bouwstenen van communicatie tussen mensen:
1. Het probleem situeren
2. Weten welke vaardigheden nodig zijn om tot een normale communicatie tussen mensen te
komen
3. Op welke disciplines en specialisatiedomeinen kunnen we een beroep doen om een probleem
in de communicatie op te lossen
Menselijke communicatie is de uitwisseling van betekenisgevingen tussen 2 of meer mensen. Dit
betekent dat er iemand een boodschap stuurt (zender) en ontvangt (ontvanger) → communicatie is
dus een beurtelingse uitwisseling van info tussen een zender en een ontvanger.
Zender → ontvanger
Boodschap
De zender wil info delen. Dus als er een stoornis is in de communicatie treft dit niet alleen de
persoon zelf maar ook de personen waarmee hij communiceert.
Auditief:
• Taal
• Spraak
• Geluid
• Gehoor
• Taal
Boodschap → taal nodig (linguïstiek) → omzetten in spraak → geluid om boodschap weer te geven
→ gehoor moet intact zijn → taal
Communicatie via geluid: auditieve communicatie
Communicatie via een concrete vorm of via handeling: visuele communicatie
Communicatie via spraak: oraal-auditieve communicatie (van mond tot gehoor)
Communicatie via:
• Woorden
• Melodie (luidheid, intonatie, klemtoon en tempo)
• Non-verbaal gedrag 80 à 90%??
Dus
Observatie van het totale gedrag in de communicatie is cruciaal!
Communicatieve ontwikkeling: focus op taal, spraak en gehoor.
Situering van een probleem in het communicatiemodel
Ruis kan op elk niveau van het model zitten
Als logopedist is het essentieel om kennis te hebben van:
• Hoe info kan ontvangen worden (via zintuigen)
• Hoe info kan gedecodeerd worden in een begrijpbare boodschap (ontcijferd)
• Hoe info gecodeerd (geformuleerd) kan worden
• Wat de media zijn om de boodschap over te brengen
→ een probleem kan zich op elk van deze niveaus plaatsvinden!
• Zender en ontvanger kunnen zorgen voor ruis maar ook omgevingsfactoren (bv.
Achtergrondlawaai, te grote afstand tussen zender en ontvanger) → dan gaan we bijsturen
(bv. Trager praten, luid roepen,…)
Informatie ontvangen (perceptie) gebeurt via de zintuigen
• Scherp gehoor en intacte visus zijn cruciaal
• Gehoorschade of visuele beperking: 1e oorzaak van gestoorde communicatie →
communicatie loopt fout ter hoogte van de concrete perceptie van de info
2
,Informatie uiten (productie)
• Vergt een intacte taal- en spraakvaardigheid en vlotheid om boodschap dynamisch en
correct te formuleren
• Bv. Stotteren, handmotoriek,…
Noodzakelijke voorwaarden voor communicatie
Doel: volwassen model ontwikkelen
Voorwaarden om een normale menselijke communicatieve ontwikkeling via spraak en taal te
doorlopen zijn bij de geboorte aanwezig:
• Intacte zintuigen
• Intacte hersenstructuren en neurologische connecties
• Intacte structuur en functie van de organen en lichaamsdelen
Kennis van de voorwaarden voor een normale ontwikkeling van spraak en taal + weten wat de
normale ontwikkeling van spraak en taal is → basis om probleem te detecteren
Samengevat:
• Input = gehoor (zintuigen)
• Verwerking = taal (hersenen)
• Output = spraak-en taalgedrag (spraakapparaat)
Andere domeinen in het communicatiemodel
• Linguïstiek: structuur en de processen van taal
• Linguïstische domeinen waarin de taalperceptie en de taalproductie bestudeerd worden:
o Fonetiek (spraakklanken)
o Fonologie (hoe worden spraakklanken georganiseerd in taal)
o Semantiek (hoe worden concepten en betekenissen opgebouwd)
o Morfo-syntaxis (hoe worden woorden vervoegd en zinnen gemaakt)
o Pragmatiek (hoe handelen we in taal)
Besluit
Menselijk communicatiemodel is een middel om alle aspecten van de communicatie te begrijpen en
de communicatieproblemen te situeren (productie/output, perceptie/input, transmissie). Het schept
een kader waarbinnen LA zal werken met communicatiestoornissen in samenwerking met andere
disciplines.
3
, Model voor woordproductie
Bijvoorbeeld: olifant
• Concept roept woorden op
o Slurf, grijs, groot,…
• Lexicon: je eigen woordenboek
• Elk woord heeft een semantisch netwerk
• Woord omzetten in klanken, fonologische codering
• Welke klanken komen in aanmerking om woord te
produceren?
• Daarna klanken op juiste manier produceren, in
juiste volgorde
Voorbeelden:
• Neuspiemel → probleem: lexicon (ze kent het
woord niet)
• Blinder → probleem: fonologische codering
• Boom → probleem: concept (kenmerken nog niet
ontwikkeld) en lexicon (toegang tot het woord)
• Noorshoorn → fonologische codering
• Euh euh om te blazen, blaasmachine → lexicon
• Filmpje → lexicon
Conceptualisatie
• Spreken start met een betekenis die de spreker wil meedelen → een concept, een intentie,
een idee wordt steeds gevormd
• Dit is een preverbale boodschap
• Interpersoonlijke factoren (context) en intrapersoonlijke factoren (persoonlijkheid,
opvattingen, kennis, …) spelen hier een rol
• Als je iets wil zeggen maar je kan het bijhorende woord niet oproepen → betekenis
gerelateerde woorden oproepen = woorden die semantische eigenschappen delen met het
doelwoord
• Hoe rijk het semantisch veld is en hoe het is georganiseerd hangt af van persoonlijke
ervaringen en kennis van de persoon zelf.
Lexicon
• De preverbale boodschap (concept) triggert het lexicon. = het lexicale selectiestadium
• Doel: het meest geschikte woord (lexeem) vinden in het lexicon dat correspondeert met het
gewenste concept.
• Lexicon is een geheugenopslagplaats van woorden met hun betekenissen en hun verbanden
met andere woorden.
• Lexicon is opgebouwd uit lexemen en een lexeem bestaat uit morfemen
• Bv. Lexeem olifant roept het lemma op waarin de info opgeslagen zit over de mogelijke
morfemen
• Het woord dat de meeste relevante semantische en vormeenheden bevat ten aanzien van
het concept wordt het sterkst geactiveerd.
• Proces gestoord: persoon heeft geen idee hoe het woord eruit ziet maar kan het wel
begrijpen en herkennen als het aangeboden wordt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lienkuterna1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.21. You're not tied to anything after your purchase.