100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Werkgroep 1 IPR $5.99   Add to cart

Class notes

Werkgroep 1 IPR

1 review
 49 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 10 pagina's voor het vak Internationaal Privaatrecht aan de UvA (Werkgroep 1 IPR)

Preview 3 out of 10  pages

  • January 11, 2021
  • 10
  • 2020/2021
  • Class notes
  • M. oderkerk
  • 1

1  review

review-writer-avatar

By: madamejuul • 2 year ago

Translated by Google

Super full!

avatar-seller
Week 1 Inleiding en internationale bevoegdheid
Inleiding IPR en bevoegdheid: belangen, structuur Brussel I bis, art. 7(1) en forumkeuze, art. 24


Strikwerda (12e dr.) Hdst 1
nrs. 2 t/m 7
nrs. 9 t/m 14
nr 26

Hdst 2
nrs. 28 t/m 37
nrs. 39 t/m 45
nrs. 54 t/m 61
nrs 76 t/m 77


Wetseditie Verordening (EU) nr. 1215/2012, Brussel I bis, artt. 1 t/m 35
Verdrag van Lugano, PbEG 2009, L 147/5
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: artt. 1, 2, 6 t/m 14
Haags Forumkeuzeverdrag


Literatuurbundel
L.M. van Bochove, De herschikte EEX-Vo en derde landen: het formele toepassingsgebied van de
Verordening nader bezien, Tijdschrift voor civiele rechtspleging 2017, p. 1-10


Jurisprudentie-en wetgevingsbundel
Wetgeving
 Preambule Brussel I herschikking.
 Transponeringstabel EEX-verdrag / Brussel I.
 Transponeringstabel Brussel I / Brussel I herschikking.

Jurisprudentie
Art. 1 (materieel toepassingsgebied)
 HvJ EU 9 maart 2017, C-551/15, ECLI:EU:C:2017:193, (Pula Parking).

Art. 7 lid 1 Brussel I bis (overeenkomsten, ook relevant voor week 3)
 HvJ EG 23 april 2009, C-533/07, ECLI:EU:C:2009:257, Jur. 2209, I-3327 (Falco Privatstiftung
en Thomas Rabitsch v. Gisela Weller-Lindhorst) § 1-2, 12-dictum.
 HvJ EU 11 maart 2010, C-19/09, ECLI:EU:C:2010:137, Jur. 2010, I-2121 (Wood Floor
Solutions) §10-12, §20-dictum.
 HvJ EU 10 september 2015, C-47/14, ECLI:EU:C:2015:574, (Holterman Ferho v Spies).


Art. 24 Brussel I bis (exclusieve bevoegdheid)
 HvJ 16 november 2016, C-417/15, ECLI:EU:C:2016:881, (Schmidt v. Schmidt).


Art. 25 Brussel I bis (forumkeuze)
 HvJ EU 7 juli 2016, C-222/15, ECLI:EU:C:2016:525, (Höszig v Alstom), §10-dictum.
 Hof Den Haag 25 april 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1120 .



1

,Opgaven ter voorbereiding van de werkgroep

A. Aard en doel van het IPR

Lees HvJ EU 10 september 2015, C-47/14 (Holterman Ferho)

Beantwoord vervolgens de volgende vragen:
- Wat waren de feiten in deze casus?
Spies, die in Duitsland woonachtig is, was in 2001 als directeur/ bestuurder in dienst getreden bij de in
Markelo gevestigde Holterman. Daarnaast hield Spies 15% van de aandelen in Holterman. De
rechtspositie van een bestuurder van een vennootschap zoals Spies is een dergelijk geval doorgaans
tweeledig. De bestuurder heeft een vennootschapsrechtelijke (ook wel: functionele) en tevens een
contractuele relatie met de vennootschap op basis van een arbeidsovereenkomst.
In 2006 kwam een einde aan de relatie tussen Spies en Holterman. Omdat Holterman zich op het
standpunt stelde dat Spies in de uitoefening van zijn functie ernstige fouten had gemaakt, daagde
Holterman Spies voor de rechtbank Almelo teneinde schadevergoeding te verkrijgen. Holterman ging
voor meerdere ankers liggen door haar vordering primair te baseren op bestuurdersaansprakelijkheid
(artikel 2:9 BW), subsidiair op werknemersaansprakelijkheid en derhalve schending van de
arbeidsovereenkomst (artikel 7:661 BW) en meer subsidiair op onrechtmatige daad (6:162 BW).
Tot aan de Hoge Raad, de hoogste gerechtelijke instantie in Nederland, wordt over de bevoegdheid
van de Nederlandse rechter geprocedeerd. De Hoge Raad stelt vervolgens prejudiciële vragen aan de
hoogte rechter van de Europese Unie, het Hof van Justitie, om een en ander verduidelijkt te krijgen.
De voornaamste vraag van de Hoge Raad luidt of in een geval als het onderhavige, waarin de
bestuurder niet alleen wordt aangesproken op grond van onbehoorlijke taakvervulling dan wel
onrechtmatige daad, maar ook als werknemer uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst artikel 5
onderdeel 1 EEX-Verordening en artikel 7 onderdeel 1 EEX-herschikkingsverordening van toepassing
zijn. Dit omdat de EEX-verordeningen voor vorderingen die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten
een speciale regeling (artikel 18-21 EEX-Verordening en artikel 20-23 EEX-
herschikkingsverordening) kennen die inhoudt dat een werkgever uitsluitend een vordering tegen zijn
werknemer kan instellen voor de rechter van de woonplaats van de werknemer.
De conclusie van de Hoge Raad was -in lijn met de uitspraak van het Hof van Justitie- dat nu sprake is
geweest van een arbeidsovereenkomst in de zin van de EEX-verordeningen, uitsluitend de Duitse
rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen. De onbevoegdheidsexceptie was dus terecht
door Spies opgeworpen en de gangbare Nederlandse aanpak waarbij de vennootschap een keuze had,
hield geen stand.

Een in Nederland gevestigde holding, Holterman, heeft een bestuurder die in Duitsland woont, meneer
Spies. Hij wordt beschuldigd van wanbeleid en krijgt ontslag.

- Waarom is in dit geval sprake van een IPR zaak?
Omdat de vennootschap zich in Nederland bevindt maar de bestuurder woonachtig is in Duitsland.
Eiser en verweerder zijn woonachtig/gevestigd in verschillend staten. En natuurlijk privaatrecht. Kan
ook zijn omdat een OD in een ander land plaatsvindt dan waar partijen woonachtig zijn. Of geschil
met betrekking tot onroerend goed in ander land gelegen.

- Wat waren de vorderingen van de eiser(s)?
Verklaring voor recht en schadevergoeding (r.o. 18). Holterman ging voor meerdere ankers liggen
door haar vordering primair te baseren op bestuurdersaansprakelijkheid (artikel 2:9 BW), subsidiair op
werknemersaansprakelijkheid en derhalve schending van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:661 BW)
en meer subsidiair op onrechtmatige daad (6:162 BW).

- Welke vragen/complicaties rijzen ten gevolge van het internationale karakter van de zaak?
Beperk u niet tot onderwerpen die zijn opgeworpen door partijen/rechter(s) maar tracht alle
mogelijke vragen/complicaties in kaart te brengen.
Aan welke complicaties kunnen we denken als het gaat om een internationale procedure?


2

,  Welke rechter is bevoegd?  Almelo? Hoezo is het niet logisch dat die bevoegd is?
Omdat de gedaagde in Duitsland woont. Dus dat kan een heikel punt zijn.
 Wat voor soort verbintenis is dit en naar welk recht moet je dit beoordelen?
 De betekening. Er bestaan bepaalde regels, bijvoorbeeld in welke taal dat moet. Hoe
ga je daarmee om? Je begrijpt wel dat een Nederlandse deurwaarder niet zomaar naar
Duitsland kan rijden.
 Er is een taalbarrière.
 Kan een rechter in Almelo een Duitse getuige oproepen? Verkrijging van bewijs in het
buitenland is ook heel erg lastig.
 Stel, uiteindelijk krijg je een vonnis en de wederpartij moet betalen. Dan ben je er nog
niet, want waar moet je het vonnis dan executeren? In Duitsland. Aan het einde van de
rit heb je dus een Nederlands vonnis die je moet gaat executeren in een ander land.

Wij zullen ons focussen op bevoegdheidsrecht, conflictenrecht, en erkenning en
tenuitvoerlegging. Eerste twee weken bevoegdheidsrecht, dan combinatie met conflictenrecht,
dan in week 7 erkenning en tenuitvoerlegging.

We hebben materieel en formeel IPR:
Materiele is de conflictregels. Dus de regels die zeggen welk recht van toepassing is.
Formele is de bevoegdheid, tenuitvoerlegging + al die formeelrechtelijke complicaties
hierboven.

- Welk onderdeel van het IPR regelt elk van deze vragen/complicaties?
Het materiële is voor het conflictenrecht en de rest is allemaal formeel IPR.

Bevoegdheid

B.

Piping Ltd., een Ierse onderneming gevestigd in Galway (IRL), is gespecialiseerd in het vervaardigen
van pijpleidingen. Op 15 januari 2020 sluit het bedrijf een megadeal met Energie Plus, een in
Nederland gevestigd bedrijf dat gespecialiseerd is in "turnkey"-projecten op het gebied van
energievoorzieningen. Energie Plus heeft een opdracht gegund gekregen om een nucleaire
krachtcentrale in Iran te bouwen. Daar heeft Energie Plus de pijpleidingen van Piping voor nodig. In
het contract tussen Piping en Energie Plus staat als contractuele plaats van levering de haven van
Rotterdam vermeld en als leveringsdatum 27 februari 2020. Aldaar zullen de pijpleidingen worden
geïnspecteerd voordat ze naar Iran worden vervoerd per schip. De eerste levering zal echter in Galway
geschieden op 30 januari 2020; Energie Plus zal daar een stuk pijpleiding afhalen om te testen op
compatibiliteit. Piping is een dochteronderneming van het in New York (VS) gevestigde bedrijf Novit.

Vlak voor de afgesproken datum van levering in Rotterdam laat Piping weten dat zij niet in staat is om
te leveren. Als reden voert Piping aan dat op 10 februari 2020 de Amerikaanse regering een wet heeft
aangenomen op grond waarvan het verboden is op enigerlei wijze mee te werken aan de bouw van een
nucleaire krachtcentrale in Iran. Deze wet is van toepassing op: alle in de VS gevestigde bedrijven,
alle dochterondernemingen van Amerikaanse bedrijven en alle bedrijven die handelen in Amerikaanse
technologie.

Energie Plus heeft daarmee een acuut probleem. De pijpleidingen moeten voldoen aan strenge eisen en
er zijn niet veel bedrijven die dergelijke pijpleidingen leveren, en al helemaal niet op zo'n korte
termijn. Energie Plus wil een procedure bij de rechter te starten om daar primair een gebod tot
nakoming van het contract te vorderen, en subsidiair een vergoeding voor de schade van Energie Plus
die veroorzaakt wordt door de wanprestatie van Piping. Nu het contract geen forum- en rechtskeuze
bevat, vraagt Energie Plus zich af wat haar positie is.




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninadirkse. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.99
  • (1)
  Add to cart