Dit document is vooral bedoeld om inzicht te geven in de verschillende statische toetsen en hoe je met deze toetsen moet werken. Het hele document staat vol met voorbeelden, waardoor je zelf ook kunt oefenen. Ook zijn er afbeeldingen toegevoegd om de stof te verduidelijken. Ook is er een formulebla...
Onderzoek & Statistiek II – aantekeningen/samenvatting van alle hoorcolleges
Stof op basis van Opleiding Toegepaste Psychologie – Hanzehogeschool Groningen
Inductie: op basis van een beperkt aantal gevallen tot een algemene regel
komen.
Inductieve statistiek: gaat over de relatie tussen steekproeven (gegevens over
beperkt aantal) en populatie.
In steekproeven spelen altijd toevalsfactoren.
Inductieve statistiek: toeval scheiden van eventuele regelmaat.
Inductieve statistiek: gebaseerd op kansrekening.
Toepassingen van inductieve statistiek
Voorbeelden
Bestaat ESP / telepathie?
- Coover in 1912.
- Set van 40 kaarten.
- 10.000 experimenten met in totaal 97 ‘zenders’ en 105 ‘ontvangers’.
- Uitkomst: 294 juiste antwoorden.
Olympische Spelen Londen
China heeft 81 medailles gehaald:
- 37x goud
- 25x zilver
- 19x brons
Uitkomst experiment met nieuwe onderwijsvorm
- Leerlingen met oude vorm: gemiddeld 6,3 op toets.
- Leerlingen met nieuwe vorm: gemiddeld 6,7 op toets.
- Is dit bewijs dat de nieuwe vorm beter werkt?
Binominale verdelingen
Binominale verdelingen (dichotome variabelen) hebben 2 waarden, bijvoorbeeld wel
of geen prijs, kop of munt.
Wat is de kans dat je in totaal 8 keer kop gooit?
P=½x½x½x½x½x½x½x½=
( 1/2 )8 = ongeveer 0.004 = 0.4%
Wat is de kans dat je in die acht worpen samen, éénmaal munt en de andere zeven
keren kruis gooit?
M K K K K K K K kans: (½ )8
Etc.
,Binominale kansverdelingen
- Het gaat om uitkomsten van puur gokken!
- Dit is een theoretische kansverdeling.
- Hier is sprake van binominale verdeling: gebaseerd op steeds twee mogelijke
uitkomsten.
- Symbolen n = 8 / π = ½
- Kans van P op k keer kruis (van 0 t/m 8)
Theoretische kansverdeling met cumulatieve verdeling.
Binominaaltoets
- Grenskans vaststellen. Deze grens is a (alfa).
- Voor vergelijking met de grens a worden niet de kans op precies een
bepaalde uitkomst genomen, maar de kans op een zo extreme uitslag als je
vond of een nog extremere uitslag.
- Dit heet de overschrijdingskans, aangegeven met (kleine letter) p.
‘Significant’ = de moeite waard; voldoende onderscheidend van toeval.
Procedure (binomiaal)toets
1. Je wilt weten of werknemers een voorkeur hebben voor een vrouwelijke
leidinggevende.
2. Je gaat er van uit dat werknemers geen voorkeur hebben o.b.v. geslacht.
Er speelt alleen toeval, alleen zo kan je het op kans berekenen.
3. In dit geval zouden mensen dus even vaak voor een vrouwelijke als
mannelijke leidinggevende kiezen (π = 1/2)
4. Trek een steekproef, vraag hen om een keuze te maken voor een
leidinggevende en tel het aantal keuzes voor een vrouw.
5. Bepaal de kans (p) dat men k of vaker voor een vrouw kiest. (p> …) opzoeken
in tabel.
6. Als p klein is, is die uitkomst onwaarschijnlijk (wat is klein? p<a).
Waarom niet gewoon vergelijken? Steekproef kan bijvoorbeeld te klein zijn, het is
niet 100% representatief voor je populatie.
Als p(= de overschrijdingskans) kleiner is dan a, dan speelt er
hoogstwaarschijnlijk meer dan alleen toeval. er zou dan in dit geval een
voorkeur zijn o.b.v. geslacht.
--
Opstellen van een hypothese
- Je wilt nagaan of de stelling klopt, bijv.: “Werknemers hebben, meer dan je op
basis van toeval kunt verwachten, een voorkeur voor een vrouwelijke
leidinggevende”.
Dus wat je doet
- Je gaat er vanuit dat mensen geen voorkeur hebben = de nulhypothese (H0).
- nul hypothese H0 als er niks anders speelt dan toeval, dan is die
hypothese dus juist.
- = de alternatieve hypothese (H1)
Nulhypothese vervult een centrale rol
- De alternatieve hypothese aannemelijk maken door aan te tonen dan de
nulhypothese redelijkerwijs niet opgaat.
- H0 krijgt het voordeel van de twijfel. H0 blijft staan bij gebrek aan bewijs.
- Je kan H0 nooit bewijzen, enkel ontkrachten. Je kan niet bewijzen dat iets
alleen maar gebaseerd is op toeval.
- Totdat jij iets vindt dat significant is ga je uit van H0.
, Hypothese opstellen
- H0 en H1 moeten elkaar aanvullen en uitsluiten.
- H1 = werknemer kiest vaker voor een vrouwelijke leidinggevende dan je op
basis van toeval zou verwachten.
=πwerknemer kiest voor een vrouwelijke leidinggevende > ½
- H0 = werknemer kiest niet vaker voor een vrouwelijke leidinggevende dan je
op basis van toeval zou verwachten.
=πwerknemer kiest voor een vrouwelijke leidinggevende < ½
- Pi staat hier voor kans.
Korte samenvatting
Nulhypothese (H0)
- Uitspraak over situatie onder toeval. Er is niets aan de hand, wat je wilt
bewijzen is niet waar.
- We testen hoe vaak iets voor zal komen als H0 waar is.
- Bevat =, < of >.
- Verwerpen of niet verwerpen.
Alternatieve hypothese (H1)
- Spreekt de nulhypothese tegen. Als de nulhypothese niet opgaat, moet het
volgende waar zijn.
- Als iets onder toeval heel zeldzaam is, dan zal H1 waar zijn.
- Bevat ≠, < of >.
- Accepteren of niet accepteren.
--
Eenzijdig of tweezijdig
Hypothesen opstellen
- Ik denk dat Coca Cola populairder is dan Pepsi.
- Onderzoeksvraag: ‘Wordt Coca-Cola vaker gekozen dan Pepsi?’
- Hypothesen:
H0: πCoca-Cola < πPepsi πCoca-Cola < ½
H1: πCoca-Cola > πPepsi πCoca-Cola > ½
- Begin met uitschrijven van H1 dit is je verwachting en dus het makkelijkste.
- Uitkomst.
- H1 wordt geaccepteerd, H0 wordt verworpen.
Een- en tweezijdig toetsen
- Geen idee welke van de twee populairder is.
- Onderzoeksvraag: ‘Is de kans dat Coca-Cola wordt gekozen anders dan die
voor Pepsi?
- Hypothesen:
H0: πCocaCola = πPepsi πCocacola = ½
H1: πCocaCola ≠ πPepsi πCocacola ≠ ½
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliazwanev. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.