Biologie
Algemeen mensbeeld:
- Biologie: de mens als biologisch wezen (aanleg, erfelijkheid, ziekte, medicijnen, drugs, alcohol…)
- Psychologie: de studie van de menselijke geest en het gedrag (persoonlijkheid, karaktertrekken…)
- Sociologie: mens staat in relatie tot anderen (gezin, vrienden, werk…)
wetenschap over de oorzaken & gevolgen van menselijk gedrag = veranderingsprocessen
Geschiedenis van de biocriminologie:
- Wetenschap
- Bestudeert de relatie tussen enerzijds biologie & anderzijds genetica &
crimineel/antisociaal/gewelddadig gedrag.
- Sub-discipline vd criminologie
- Voorbeelden:
o Wordt iemand geboren als crimineel?
o Bestaat er een gen voor criminaliteit?
o Is antisociaal gedrag erfelijk?
o Is er iets fout in de hersenen van gewelddadige personen?
1. Samenvatting ‘Biocriminologie door de jaren heen’
1.1. 19de eeuw
MORAL INSANITY:
- Schokkende misdaden verklaren die gepleegd werden door schijnbaar gewetenloze, vaak
impulsieve & veelal recidiverende (hervallende) misdadigers.
- Later: moral savagery:
o Criminaliteit wordt gezien als terugkeren naar een primitievere vorm van mens – een
terugkeer in de evolutionaire ladder als het ware
FRENELOGIE:
- Francis Gall (Wenen – autonoom) wiskundeknobbel
- Mate van ontwikkeling van de mensen kunnen afleiden uit de vorm vd schedel.
- Knobbels in hersenen verwezen naar een bepaald type mens
o Verklaren criminaliteit & toerekeningsvatbaarheid
- Zeer vooruitstrevend
- Door misdadig gedrag toe te schrijven aan biologische kenmerken, werd de bron gelegd om
misdadig gedrag anders te straffen.
- Crimineel gedrag kan verminderd worden door het reduceren van overontwikkelde & het vergroten
van onderontwikkelde hersengebieden door training & verbetering van levensstijl.
CRIMINELE ANTROPOLOGIE:
- Lombroso geboren misdadiger met aangeboren & onverbeterlijke drang tot crimineel gedrag.
- Crimineel: herkennen aan aantal kenmerken
o Primitieve mensenvorm: doorlopende wenkbrauw, vlezige lippen, snavelachtige neuzen…
- Functioneren hersenen afleiden uit de kenmerken vd schedel
- Racistisch & seksistisch: vrouwen inferieur & blanke ras meest perfecte ras. (negatief)
- Positief: hij werkte volgens de wetenschappelijke methode, hij pleitte voor rehabilitatie van
criminelen & stelde een uitgebreide typologie op met invulling van georganiseerde criminaliteit.
EVOLUTIONAIRE THEORIE:
- Darwin: sociaal darwinisme: criminelen niet helpen & laten sterven. (survival of the fittest)
- Francis Galton: eugenetica: menselijk ras verbeteren door ‘goede’ individuen meer voor te planten
dan ‘minderwaardige’ individuen (misdadigers). (Nazi-Duitsland & Amerika)
, 1.2. 20ste eeuw
LAGE INTELLIGENTIE & CRIMINALITEIT:
- Eugenetica: laagintelligente mensen verhinderen zich voor te planten.
- Aangetaste genen uit populatie verwijderen adhv sterilisaties
- Idee: alle menselijke eigenschappen worden uitsluitend door erfelijkheid bepaald &
omgevingsfactoren hebben nauwelijks of niets van invloed.
LICHAAMSTYPEN:
- Sheldon: constitutionele theorie
o Endomorf: rond & zacht
o Ectomorf: tenger & dun
o Mesomorf: gespierd & compact
- Jeugdelijke delinquentie: mesomorfe lichaamsbouw klopt niet!
NAZI-BIOCRIMINOLOGIE:
- Sutherland (1947 – socioloog)
- Crimineel gedrag wordt bepaald door biologische kenmerken, de omgeving heeft geen
noemenswaardige invloed & biologische kenmerken zijn genetisch bepaald en dus overgedragen
naar de volgende generatie
- Biocriminologische centra – verzamelen genetische, intellectuele, medische, psychologische &
sociale kenmerken:
o Gedetineerde genetisch classificeren
o Beschikbaarheid voor rechters
o Criminelen selecteren & steriliseren
o Voorspelling voor wie crimineel zou worden en wie niet
- Positieve effecten:
o Bijgedragen tot humanere kijk op criminelen
o Hervormingen vh strafrecht
o Droeg bij tot verklaring van crimineel gedrag op basis van wetenschappelijk onderzoek
1.3. Hedendaagse biocriminologie
- Verworven biologisch letsel
o Beschadiging aan hersenen leidt tot ontwikkelen crimineel gedrag
- Cognitieve tekorten
o Relatie crimineel gedrag & mogelijkheid tot leren door straf & beloning, aandacht richten &
moreel redeneren
- Neurobiologische factoren
o Emotieregulatie in de hersenen (frontale cortex & amygdala)
- Evolutionaire theorieën
o Meest controversieel
- Genetische verklaringen
o Tweeling- & adoptiestudies, gen-omgevingsinteractie
interactie tussen genen, hersenontwikkeling & sociale en omgevingsfactoren
compatibel met sociologische benaderingen
interdisciplinair onderzoek
vooral psychologen & artsen
, 1.4. Social neuroscience
Onderzoekt biologische mechanismen in relatie tot sociale processen: hersenprocessen achter menselijk
sociaal gedrag & verwerken van sociale informatie.
- Morele emoties, normovertreding, straf & strafdreiging
- Ontwikkeling vh ‘sociale brein’
- Ervaring van sociale uitsluiting & slachtofferschap
1.5. Technieken om hersenprocessen te bestuderen
- Hersenprocessen:
o Elektrisch
o Hersenen hebben zuurstof & energie nodig om te functioneren
Enkele minuten zonder zuurstof: onherstelbare schade
Zuurstof & glucose (waaruit energie wordt gehaald) komen via het bloed in de
hersenen. Wnr een hersengebied actiever wordt, dan heeft het meer energie &
zuurstof nodig, en zal de bloedstroom naar dit gebied toenemen.
MRI:
= Magnetic Resonance Imaging
- Ligging, grootte, structuur van organen & botten in kaart brengen
- Opwekken magnetisch veld (tesla) door spoelen & koeling
o Magneetveld rond aarde: 0,00003 – 0,00007 tesla
o Magneetveld in scanner: 1 tot 7 tesla
o Consequenties!
- Structuren reageren anders (trager of snelle) op opgewekt magnetisch veld
o Anatomische scan
fMRI:
= Functionele magnetische resonantie beeldvorming
- Variant op MRI (magnetische resonantie) beeldvorming vd hersenen.
- Zuurstof-toename in hersenen wordt gemeten
- Bepalen verschillende hersendelen, en ook de plaats vd hersenactiviteit in kaart brengen.
- Functioneel beeld
EEG:
= Elektro EncefaloGram
- Hersenactiviteit: elektrische activiteit
- Hoe: door middel van elektroden op de schedel te plaatsen
- Voordeel: niet invasief – weinig last van als patiënt – geen risico
- Nadeel: geen goeie locatie mogelijk – wel tijdsinterval goed
PET:
= Position Emissie Tomography
- Radio-actief geladen glucose toedienen
- Glucose wordt gebruikt in gebieden die actief zijn
- Dus: actievere gebieden meest radioactief
- Meting straling: in kleur
- Nadeel: radioactieve stof die gebruikt wordt als tracer.
o Een proefpersoon mag slechts een beperkt aantal keren blootgesteld worden aan deze
tracer, aangezien het gaat om een gevaarlijke stof.
, Is gewelddadig gedrag erfelijk?
techniek 1
Gedragsgenetica: onderzoek naar de mate waarin genetische verschillen en omgevingsverschillen verband
houden met individuele lichamelijke, psychologische & gedragskenmerken door te analyseren of die
kenmerken meer voorkomen bij mensen die genetisch nauwer met elkaar verwant zijn.
TECHNIEKEN:
- Tweelingstudies: bestuderen verschillen & gelijkenissen tss een- & twee-eiige tweelingen.
o Dus: zelfde genen, zelfde omgeving
o Vraag: vertonen identieke tweelingen meer gedragsgelijkenissen
o Genetische invloed
- Adoptiestudies: bestuderen tweelingen die bij geboorte gescheiden werden.
o Dus: zelfde genen, verschillende omgeving
o Vraag: gelijkenis tussen adoptieouders & adoptiekind
o omgevingsinvloed
- Adoptiestudies 2.0: gescheiden van biologische (criminele) ouders
o Dus: controle voor invloed gedeelde prenatale omgeving
WELK GEDRAG:
Antisociaal Overlastbezorgend gedrag (vb: agressie, vernielen andermans eigendom, stelen, liegen…)
gedrag Houdt geen rekening met rechten anderen (agressief & destructief gedrag)
Lijken niet te kunnen voldoen aan sociale normen (impulsiviteit, verlies baan/relatie…)
Crimineel Mensen die de wet overtreden – ernstige overtredingen (vb: roof)
gedrag Kleine overtredingen niet (vb: verkeersovertreding, spijbelen…)
TWEELINGSSTUDIES:
- Identiek erfelijk materiaal (eeneiige tweeling)
- 50% overeenkomstig erfelijk materiaal (twee-eiige tweelingen & broers en zussen)
- Laura Baker, 2002 studie bij 605 9-jarige tweelingen (1- en 2eiige)
- Vragenlijst antisociaal gedrag bij:
o Tweelingen zelf
o Ouders/verzorgers
o Hun leerkrachten
- Resultaten:
o Erfelijkheidsfactoren verklaren 40%-50% vd variabiliteit in antisociaal gedrag
o Meer nog: 96% (gemiddelde verschillen 3 informanten) in antisociaal gedrag is erfelijk
o Reactieve agressie: 38% (agressieve reactie op agressief gedrag)
o Proactieve agressie: 50% (gebruik van agressie om iets van iemand gedaan te krijgen)
o Maar:
veralgemening brede populatie: geen extrapolatie (1-eiige tweelingen delen prenataal
milieu + geboorte is vaak moeilijker)
verkeerde interpretatie
- Andere studies:
o Niet-agressief antisociaal gedrag: 48% erfelijk
o Agressief antisociaal gedrag: 65% erfelijk
tweelingstudies over de laatste jaren bevestigen de rol van genetisch variatie,
benadrukken de invloed van omgevingsverschillen & onderkennen dat de verhouding
genetische/omgevingsverschillen verandert met de leeftijd.
- Kritiek:
o Mate van zygositeit (in oudere studies niet zo secuur bepaald)
o Tweelingen delen ook dezelfde omgeving
o Tweelingstudies niet veralgemenen naar brede populatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justineburggraeve1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.13. You're not tied to anything after your purchase.