Algemene economie macro & geld
Week 1
Hoofdstuk 16
5 macro-economische factoren die de invloed hebben op de bedrijfswinst:
1. Conjunctuur
2. Lonen
3. Rente
4. Olieprijzen
5. Wisselkoersen
Mogelijkheid tot doorberekening van gestegen kosten in prijzen hangt af van een
aantal factoren maar hangt ook af van de marktvorm:
Zo is het voor een monopolie makkelijk om kosten door te berekenen in de prijzen
aangezien dit toch de enige aanbieder is.
De internationaliseringsgraad speelt ook een belangrijke rol, bedrijfstakken met een
hoge import- en exportquote worden namelijk in hun mogelijkheden beperkt. Zij
moeten rekening houden met buitenlandse ondernemingen.
Ook kan er overcapaciteit ontstaan, wat de mogelijkheid tot doorberekening
belemmert, ondernemingen willen dan namelijk liever de prijzen verlagen.
Tot slot speelt prijselasticiteit van de vraag mee.
,4 criteria om de conjunctuurgevoeligheid vast te stellen:
1. Aard van de eindmarkt
1.1 De soort producten of diensten die geleverd worden (duurzame of niet-
duurzame goederen)
1.2 Hoogte van inkomenselasticiteit (bv luxegoederen zijn gevoeliger)
1.3 De fase in de productlevenscyclus
2. Fase in de bedrijfskolom
3. Kapitaalintensiteit (hoge constante kosten zorgt voor sterke prijsconcurrentie)
4. Investeringsbeleid
4.1 Procyclisch investeren = verrichten van de investeringen op een tijdstip
waardoor de conjunctuurcyclus wordt versterkt, opgaande fase
4.2 Anticyclisch investeren = Conjunctuurgevoeligheid beperken, bedrijven
moeten dan in de neergang de investerings- en promotie-inspanningen
opvoeren
Verschillen in conjunctuurgevoeligheid binnen een bedrijfstak ligt aan:
1. Mate van productdiversificatie, als de afzet van een onderneming over een groter
aantal productgroepen met een lage inkomenselasticiteit spreidt, dan zal de
gevoeligheid afnemen.
2. Geografische diversificatie, de conjunctuurgolven lopen niet synchroon binnen
werelddelen
3. Marktpositie, groot marktaandeel biedt behoorlijke bescherming tegen dalende
afzet en krimpende marges, schaalvoordelen.
Redenen waarom ondernemingen ernaar streven om de conjunctuurgevoeligheid te
verminderen:
- Planning wordt dan minder risicovol
- Vergt veel flexibiliteit van de organisatie
- Externe vermogensverschaffers
- Dividendverwatering
Bedrijven die internationaal zaken doen krijgen te maken met valutarisico.
Als de koers van de euro stijgt t.o.v de dollar dan verslechtert de concurrentiepositie
van Nederlandse exporteurs t.o.v concurrenten in de VS. De afzet en winst van de
NL exporteurs daalt dan.
Andersom, als de dollar daalt t.o.v de euro dan zal de concurrentiepositie
verslechteren.
Volgende soort bedrijven zijn dollargevoelig:
- Ondernemingen die een groot deel van hun productie in een dollargebied
afzetten
- Ondernemingen die op buitenlandse markten geconfronteerd worden met
concurrenten uit het dollargebied
- Ondernemingen die op een markt opereren waar de dollar een
factureringsmunt is.
Ondernemingen die een groot deel van hun opbrengsten in dollars en kosten in
euro’s worden het sterkst getroffen door een dollardaling of eurostijging, en vice
versa.
, Energie-intensieve bedrijven zijn gevoelig voor de ontwikkeling van de olieprijs. De
invloed die een stijging van de olieprijs heeft op de winst hangt af van:
1. Energie-intensiteit (invloed op kosten)
= mate waarin energie als hulpstof en olieproducten als grondstof worden
gebruikt
2. Energiebesparing (“ “ kosten)
3. Doorberekening (“ “ opbrengsten)
4. Bestedingseffecten (“ “ opbrengsten)
Loongevoeligheid van een onderneming ligt aan:
1. De arbeidsintensiteit van de productie
2. De productiviteitsverbetering
3. De mogelijkheid van doorberekening
4. Het bestedingseffect van een loonstijging
Verschillende relaties met rente:
1. Rente en financiële lasten
Solvabiliteit (EV : TV), hoe hoger dit kengetal des te minder schuld en
minder rentegevoelig.
Liquiditeit, kortetermijnverplichtingen voldoen
2. Rente en financiering
Financieren met EV of VV, rentestijging leidt tot duurder lenen
3. Rente en afzet
Rentestijging heeft invloed op bestedingen van consumenten
4. Rente en valutakoersen
Renteverhoging door ECB trekt internationale beleggers aan, vraag neemt toe
en koers stijgt, verslechtering van concurrentiepositie van bedrijfsleven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HBOgirl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.