Hoofdstuk 6: de federale machten
De federale macht
DE 3 TAKKEN VAN DE FEDERALE MACHT
De koning
De KvV
(De senaat) => senaat heeft geen bevoegdheid bij monocamerale aangelegenheden (art 74 en 36 GW)
o De kamer en de senaat zijn de verkozen instellingen: de leden worden rechtstreeks of
onrechtstreeks gekozen door de bevolking
ALGEMENE PRINCIPES INZAKE DE VERKIEZINGEN
Bij de 6e staatshervorming werden de rechtstreekse verkiezingen van de senaat afgeschaft, alleen de KvV
wordt nog rechtstreeks verkozen.
Essentiële kenmerken van de verkiezingen:
o Vanaf 18 jaar heeft elke Belg recht op 1 stem (algemeen enkelvoudig stemrecht)
o De stemming is verplicht en geheim. In België geldt een opkomstplicht (je moet deelnemen
aan de verkiezingen) en geen stemplicht (je bent niet verplicht om effectief te stemmen
omdat de stemming geheim is en je kan blanco te stemmen)
Je moet deelnemen aan de verkiezingen: (1) je moet naar het stemlokaal gaan, (2) je
moet het stemhokje ingaan, (3) je moet een stem uitbrengen maar dat kan een blanco
stem zijn, (4) je moet het stemhokje verlaten en (5) uw stembiljet in de brievenbus
steken
o Om parlementslid te worden moet men de volle leeftijd van 18 hebben bereikt (ten laatste op
de dag van de verkiezingen moet je 18 jaar oud zijn)
o De verkiezingen gebeuren door het stelsel van evenredige verkiezingen waarbij de zetels
worden verdeeld onder de verschillende partijen, in verhouding tot het aantal behaalde
stemmen (bv 20 procent van de stemmen = 20 procent van de zetels)
De zetels worden niet allemaal toegekend aan de partij met de meeste stemmen; wie
de meeste stemmen heeft krijgt alle zetels (meerderheidsstelsel)
Het evenredigheidstelsel word niet over heel het grondgebied van België toegepast =>
bij de verkiezingen wordt het land ingedeeld in kieskringen
Zetels worden enkel toekent aan de lijsten die minstens 5 procent van het totaal geldig
uitgebrachte stemmen in de kieskring behaald er is dus een kiesdrempel van 5%
o De toegang van vrouwen en mannen tot de door de verkiezingen verkregen mandaten
bevorderd moet worden. De partijen moeten evenveel vrouwen als mannen op hun kieslijsten
hebben (op 1 eenheid na: als het aantal mensen op kieslijsten oneven is) (art 11 bis GW)
o De legislatuur duurt 5 jaar: de KvV wordt om de 5 jaar vernieuwd (art 65 tweede lid GW)
De KvV en de senaat zijn ingedeeld in 2 taalgroepen: de Nederlandse en Franstalige taalgroep (er is
geen Duitstalige taalgroep, die worden bij de Franse taalgroep gevoegd)
Sinds de 6e staatshervorming: samenvallende verkiezingen:
o De federale verkiezingen, de verkiezingen voor de deelstaten en de Europese verkiezingen
vallen samen dus worden om de 5 jaar op dezelfde dag verkozen (art 65 derde lid GW). Ook is
de duur van de legislatuur van de KvV verlengt van 4 naar 5 jaar om zodat gelijk te stellen met
de parlementen van deelstaten
o Bij vervroegde ontbinding van de KvV: de nieuwe federale zittingsperiode zal uiterlijk duren tot
de dag van de eerst volgende verkiezingen van het Europese Parlement die op deze ontbinding
volgen (art 46, zesde lid) => legislatuur tot eerst volgende verkiezingen van het parlement
o Art 65 GW is tot heden nog niet uitgevaardigd; de bijzondere wetgever bepaalt de datum
waarop deze regeling in werking zal treden (de bijzonder wet is dus nog niet uitgevaardigd)
, o De deelstaten mogen zelf de datum van hun verkiezingen bepalen en de duur van hun
zittingsperiode (dus het kan dat de deelparlementen zelf afwijken van het principe van
samenvallende verkiezingen => voorlopig is het alleen een principe en geen bijzondere wet)
DE SAMENSTELLING VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
De KvV telt 150 leden die rechtstreeks verkozen zijn door de kiezerskorps (naar gelang het aantal
inwoners per kiesgebied worden dan proportioneel de 150 mandaten verdeeld over de verschillende
kieskringen: hoe meer inwoners, hoe meer zetels). De 150 mandaten worden verdeeld in verhouding
tot het bevolkingsaantal van die kiesomschrijvingen. De 150 Kamerleden worden in een Nederlandse
en Franse taalgroep opgedeeld
Om verkiesbaar te zijn, moet men (art 64 GW):
o Belg zijn
o Het genot hebben van burgerlijke (bv recht op pensioen) en politieke rechten (bv
stemrecht): in principe hebben alle mensen deze maar in bepaalde omstandigheden
kan je de burgerlijke en politieke rechten verliezen o.a. bij gerechtelijke onbekwaam
verklaring (= mensen die bepaalde psychische stoornissen hebben waardoor die
mensen niet in staat zijn om voor zichzelf te zorgen) of strafrechtelijke veroordelingen
o De volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt
o Zijn woonplaats hebben in België
o Er mogen geen andere voorwaarde worden gesteld (vroeger kon dit wel om de macht
te behouden bij bepaalde bevolkingsgroepen zoals het vragen naar diploma’s)
Van de Nederlandse taalgroep maken deel uit:
o De volksvertegenwoordigers gekozen in een kieskring die integraal behoort tot het
Nederlands taalgebied
o De volksvertegenwoordigers gekozen in de kieskring Brussel hoofdstad die de eed in
het Nederlands afleggen. Wordt de eed in verschillende talen afgelegd dan is de eerste
taal beslissend
Van de Franse taalgroep maken deel uit:
o De volksvertegenwoordigers gekozen in een kieskring die integraal behoort tot het
Franse taalgebied
o De volksvertegenwoordigers gekozen in de kieskring Brussel hoofdstad die de eed in
het Frans afleggen. Wordt de eed in verschillende talen afgelegd dan is de eerste taal
beslissend
o De verkozenen uit het Duitse taalgebied maken deel uit van de Franse taalgroep
SAMENSTELLING VAN DE SENAAT
Sinds de 6e staatshervorming telt de senaat 60 senatoren, deze worden niet rechtstreeks verkozen
door de bevolking. De senaat bestaat alleen uit leden die worden aangewezen door en uit de
deelstaatsparlementen (daarvoor waren het 71 senatoren + senatoren van rechtswegen (= sommige
leden van de koninklijke familie om de toekomstige troonopvolger vertrouwd te maken met de
politiek en dus automatisch senator was))
De senaat is bedoelt als plaats waar verschillende entiteiten van het land elkaar ontmoeten
De senaat is voortaan een niet permanent orgaan (art 44, tweede lid GW). Dit betekend dat
de senaat dus niet meer op permanent wijze plenaire vergaderingen zal houden tijdens
zittingen
Om tot senator te kunnen worden verkozen, moet men:
o Belg zijn
o Het genot hebben van burgerlijke en politieke rechten
o De volle leeftijd van 18 jaar hebben bereikt
o Zijn woonplaats hebben in België
, Sedert de 6e staatshervorming zetelen in de senaat 2 soorten senatoren (art 67 GW):
o Aangewezen senatoren (50)
o Gecoöpteerde senatoren (10)
BEVOEGDHEDEN VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
1. Normerende of wetgevende functie
o De voornaamste bevoegdheid van het federaal Parlement bestaat in het tot stand
brengen van wetten, op initiatief van de koning (de regering) of op initiatief van
1/meerdere leden van het parlement
2. Verdragen goedkeuren door de WM
o Een verdrag in België kan slechts juridische waarde krijgen, als door de WM is
goedgekeurd
o Sinds 6e staatshervorming is de goedkeuring van verdragen een monocamerale
aangelegenheid geworden (de senaat heeft hier niks meer over te zeggen)
3. De goverment making power
o De federale regering moet bij haar aantreden het vertrouwen krijgen van de meerderheid
van de KvV (minimaal 76 van de 150 leden)
o De regeringsverklaring wordt in de KvV voorgelezen, waarna een vertrouwensstemming
plaatsvindt. Dit wordt het investituurdebat genoemd
4. De uitvoerend macht controleren door de Kamer (niet senaat)
o De federale regering is verantwoording verschuldigd aan de KvV (art 101 GW). De leden
van de federale regering (ministers en staatssecretarissen) worden dus wel door de
koning genoemd, maar zij worden door de KvV gecontroleerd/verantwoording
verschuldigd aan de kamer
Controle beurt op 3 manier: begroting stemmen, interpellaties of vragen, en het
recht van onderzoek
o De leden van de KvV beschikken over het interpellatierecht
Ze kunnen aan een minister vragen stellen om uitleg te komen geven over het
door hem gevoerde beleid => de Kamerleden geven kritiek en de minister moet
antwoorden
Na de interpellatie kan een motie ingediend worden, waarover moet worden
gestemd (is er vertrouwen in die minister?). Aldus kan de Kamer de betrokken
minister en/of de federale regering onder druk zetten en eventueel tot ontslag
dwingen
o <-> interpellatie moet onderscheiden worden van de zogenaamde vragen: de
parlementaire vragen zijn bedoeld als middel voor de Kamerleden om beleidsinformatie
te verzamelen
Met 1 vraag wordt, anders dan bij interpellaties, de verantwoordelijkheid van de
federale regering of van een individuele minister nooit ter discussie gebracht
o Als sommige leden van de KvV niet akkoord gaan met het beleid van de federale regering
kunnen ze, na een regeringsverklaring, een regeringsmededeling of een interpellatie, een
motie van wantrouwen indienen. Over deze motie wordt gestemd
Als de motie wordt goedgekeurd: de kamer heeft geen vertrouwen meer in de
federale regering, zodat deze nog moeilijk haar taak zal kunnen vervullen => in de
meeste gevallen zal de regering ook ontslag nemen maar is daar niet toe verplicht
o Het initiatief tot de vertrouwensstemming kan uitgaan van de federale regering zelf . In
dit geval vraagt de federale regering het vertrouwen van de KvV via een motie van
vertrouwen. Als de kamer die niet goedkeurt, zal de federale regering in de meeste
gevallen ontslag nemen, maar is juridisch niet verplicht (= motie van vertrouwen)
, o Constructieve motie: als de kamer eerste de federale regering geen vertrouwen geeft, en
ook nog eens een nieuwe eerste minister voorstelt, dan is de federale regering verplicht
ontslag te nemen
5. Financieel – budgettaire controle
o Het is de taak van de KvV om elk jaar opnieuw de begroting goed te keuren
Begroting = een raming van de staatsinkomsten en –uitgaven die ze voor het
volgende jaar verwachten
o Als de KvV de begroting niet goedkeurt, mag de federale regering de geplande uitgave
niet doen, en mag ze ook geen inkomsten ontvangen
In dergelijke situaties is het voor de federale regering zeer moeilijk om een
beleid te voeren
Door het niet goedkeuren kunnen de leden van de KvV de federale regering
duidelijk maken dat ze niet akkoord gaat met het beleid en kunnen ze de
federale regering verlammen, bij gebrek aan middelen
o De kvV is ook bevoegd voor de vaststelling van de eindrekeningen (art 74 GW)
6. Onderzoekscommissies oprichten: recht van onderzoek (art 56 eerste lid GW)
o Bevoegdheid om parlementaire onderzoekscommissies op te richten, om bepaalde
problemen in de maatschappij te onderzoeken en oplossingen voor te stellen, of
tekortkomingen aan te wijzen
De commissie bestaat uit een beperkt aantal parlementsleden
Parlementaire onderzoekscommissie kan o.m. deskundigen aanstellen,
getuigen ondervragen en de rechterlijke macht inschakelen voor onderzoek
Commissie is niet bevoegd om personen in beschuldiging te stellen of te
veroordelen (enkel de RM is hiervoor bevoegd) bv commissie Detroux:
commissie heeft voorstellen gedaan die voor wijzigingen zorgde in het
staatsbestel zoals het stoppen met de rijkswacht
7. Het wijzigen van de GW
o WM heeft de bevoegdheid om de GW te wijzigen (samen met de senaat)
DE JURIDISCHE VOORRANG VAN DE WM IN DE GW VAN 1831 – DE FEITELIJKE ONTWIKKELING
SEDERTDIEN
In de visie van het Nationaal Congres was de WM de belangrijkste staatsmacht onder de 3
staatsmachten, op grind van de verkiezingen van de volksvertegenwoordigers
o Bv de staat heeft naast zijn toegewezen bevoegdheden ook residuaire bevoegdheden
(alles wat niet uitdrukkelijk tot een andere staatsmacht behoort) terwijl de RM en UM
enkel over toegewezen bevoegdheden beschikken
De GW aanzien de WM als belangrijkste maar UM speelt ook belangrijke rol
Er is een machtsverschuiving naar de regering toe. Dit zien we doordat de meeste wetten die
in België tot stand komen het resultaat zijn van het initiatief van de federale regering, het is
de regering die een aanzet heeft genomen om een nieuwe wet te maken
De juridische voorrang van de federale WM is in sterke mate afgenomen: door de
verschillende staatshervormingen en ten gevolgen van internationale ontwikkeling
(bevoegdheidsverschuiving naar de Europese Unie)
DE BEVOEDHEID VAN DE KONING ALS TAK VAN DE WM
De koning heeft 3 bevoegdheden als tak ven de WM
De koning heeft initiatief recht
o De koning kan beslissen om een wetsontwerp aan het federaal parlement voor te
leggen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottelutsch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.