DEEL l : fundamentele elementen van het economisch recht
Pag 1153 wetboek: 2 delen de we gaan doen = WER + wet betreffende bestrijding betalingsachterstand bij
handelstransacties.
Hoofdstuk 1: Bronnen van het economisch recht
Wetgeving
Nationale wetgeving
Federale wetten
WER, W.Venn, BW (geldigheid overeenkomsten [1108 BW])
Regionale wetgeving
Decreten (gemeenschappen) , besluiten (gewesten) & ordonnanties en verordeningen
gewesten regelen economische aangelegenheden dus we gaan in dit vak voornamelijk te maken
hebben met besluiten.
Online www.juridat.be
Internationaal recht
Recht van de Europese Unie
Instellingen (Commissie [voorstellen doen], Europees parlement) ZIE SCHEMA 1 NOTA’S
Richtlijnen (richtlijn 2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011
betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties)
Verordeningen (verordening 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei
2015 betreffende insolventieprocedures
Besluiten (vroeger: beschikking waarbij dwangsommen worden opgelegd wegens
overtreden van kartelverbod
Traditioneel internationaal recht
Bi- en multilaterale verdragen: VN-verdrag inzake internationale koopovereenkomsten van
roerende zaken, 1980 “weens koopverdrag”
Rechtspraak
= geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges. Niet juridisch bindend, maar
belangrijke rechtsbron.
Belangrijke uitspraken zijn die van de OI rechtbank en van de hoven van beroep en het Hof van
Cassatie.
Gewoonte
= regels die gebaseerd zijn op bepaalde en herhaalde handelswijzen die als algemeen verbindend
worden aanvaard.
Bekendste voorbeeld: vermoeden van passieve hoofdelijkheid tussen meerdere ondernemers
die contractueel verbonden zijn t.a.v. de schuldeisers.
Zijn niet neergeschreven.
Rechtsleer
= geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden.
Indirecte rechtsbron ; rechtspraak wordt erdoor beïnvloed.
,Hoofdstuk 2: De ondernemingsrechtbank
Vervangt vanaf 1 november 2018 de rechtbank van koophandel
= Gerechtelijk Wetboek
9 ondernemingsrechtbanken met verschillende afdelingen, onderverdeeld in meerdere kamers.
Hasselt = grootste ondernemingsrechtbank van België.
Antwerpen, Gent, Bergen, Luik, Eupen + 4 in brussel.
Geschillen tussen ondernemingen en specifieke geschillen
Onderneming tegen onderneming
niet-ondernemer tegen onderneming
ondernemer tegen niet-ondernemer KAN NIET (= vrederechter/rechtbank eerste aanleg)
bijvoorbeeld: geschillen tussen vennoten uit eenzelfde vennootschap, geschillen m.b.t. wisselbrieven,
geschillen die ontstaan uit een faillissement.
ZIE HET BELGISCH RECHTSBESTEL. SCHEMA 2.
Procedures:
- Gewone procedure (dagvaarding1 – openbare terechtzitting2 – het vonnis3)
- Voorzitter in kortgeding (spoedeisende zaken – hierbij worden maatregelen getroffen)
- Voorzitter zoals in kortgeding (bv: vordering tot staking)
Hoofdstuk 3: Bewijs in ondernemingszaken
Algemene regels
= Actor incumbit probatio = wie meent een ander in rechte te kunnen aanspreken, moet de
rechtshandelingen, -feiten bewijzen die daaraan ten grondslag liggen.
Eiser vs. verweerder
De rechter kan beslissen dat mildere toepassing mogelijk is in uitzonderlijke omstandigheden
Toegelaten bewijsmiddelen in het burgerlijk recht:
- Verbintenissen uit overeenkomst + 3 500 euro: alleen schriftelijk bewijs: art 8.9 nieuw BW
- Materiële feiten: getuigen en vermoedens.
In het ondernemingsrecht kan de bewijsvoering SOEPELER EN VRIJER verlopen. (Gedachte hierachter:
ondernemers moeten snel kunnen werken en hier ontbreekt soms de tijd om volwaardige schriftelijke
bewijzen op te maken.
Door alle middelen van recht: art 8.11 nieuw BW
- Ondernemer tegen ondernemer
- Niet-ondernemer (consument) tegen ondernemer
1
Eiser brengt de verweerder voor de bevoegde rechtbank
2
De partijen bepleiten hun zaak
3
De rechter velt zijn oordeel over het geschil
, Bewijsregels uit het burgerlijk recht:
- Door ondernemer tegen niet-ondernemer (consument)
- Door natuurlijke persoon-ondernemer tegen onderneming voor zaken die niets met uitoefening
van den onderneming te maken hebben
Voorbeeld: fiets.
Bijzondere bewijsmiddelen:
i. Boekhouding:
= Onmisbaar beleidsinstrument en bijzonder bewijsmiddel (want: boekhouding bevat bedrijfsgeheimen
[vertrouwelijk karakter] – elke onderneming stelt zelf de boekhouding eenzijdig op [zonder rechtstreekse
medewerking van de tegenpartij] ).
Art lll.82 – 83 WER: verplichting van boekhouding
Bewijskracht van de boekhouding: (zowel regelmatige als onregelmatige boekhouding)
Geschillen tussen ondernemingen:
Vermeldingen in de boekhouding van de onderscheiden partijen moeten overeenstemmend
zijn (anders oordeelt de rechter vrij over de bewijswaarde van de boekhouding).
Gegevens kunnen zowel gebruikt worden in het voordeel en in het nadeel van de
onderneming.
Geschillen tussen niet-onderneming tegen onderneming:
Boekhouding kan door consument tegen onderneming gebruikt worden: art 8.11 nieuw BW,
omgekeerd gaat niet !
Regel van onsplitsbaarheid = diegene die zich op de boekhouding beroept, moet de
boekhouding in zijn geheel nemen. Dus geen delen van de boekhouding gebruiken maar de gehele
boekhouding.
Procedure van gebruik boekhouding als bewijslast:
De rechtbank kan in de loop van de procedure de overlegging van de boekhouding bevelen. Dit kan
op verzoek van een partij of ambtshalve. De boekhouding mag niet ten nadele van de oi worden
gesplitst (zie: regel van onsplitsbaarheid).
ii. Factuur:
Wordt gedefinieerd als een geschreven stuk dat de bevestiging inhoudt van een schuldvordering in geld
wegens levering van goederen of diensten. Worden opgesteld door leverancier en aan klant bezorgd.
Nauwelijks geregeld in het ondernemingsrecht wordt thans wel veelvuldig gebruikt.
Wel geregeld door BTW wetgeving – geef aan welke verplichte vermeldingen dienen
voorkomen.
Verplichting tot het verstrekken van een factuur sinds 1/1/2013.
Bewijskracht van de factuur: art 8.11 nieuw BW
Klant (niet-ondernemer) gebruikt factuur als bewijs tegen leverancier (ondernemer) :
Factuur bewijst de daarin opgenomen overeenkomst met de vermelde voorwaarden van prijs,
kwaliteit en levering.
, Leverancier (ondernemer) gebruikt factuur als bewijs tegen klant-ondernemer (ondernemer) :
Factuur bewijst de daarin opgenomen overeenkomst met de vermelde voorwaarden van prijs,
kwaliteit en levering.
Aanvaarding uitdrukkelijk / stilzwijgend.
Aanvaarding = de (gedeeltelijke) betaling van de factuur; het niet tijdig protesteren tegen de
factuur; het inboeken van de factuur.
Niet-aanvaarding = klant moet deze weigeren en binnen redelijke termijn protesteren.
Probleem van de op de factuur vermelde “Algemene voorwaarden” Deze binden de klant-
ondernemer: ze maken deel uit van de aangenomen factuur. Hierbij moet de leverancier wel ter
goeder trouw handelen (dus geen tegenstrijdige algemene voorwaarden).
Leverancier kan de factuur NIET als bewijsmiddel inroepen tegen klant (niet-ondernemer): deze
laatste kan de factuur wel protesteren. Niet-reageren van de consument kan worden tegen hem
gebruikt worden bij een discussie in de rechtbank. Art 8.11 nieuw BW. gebrek aan betwisting van
een factuur die geen onderneming is, kan niet worden beschouwd als aanvaarding van de factuur,
behalve als afwezigheid van de betwisting een omstandig stilzwijgen uitmaakt. Deze aanvaarding
maakt feitelijk vermoeden uit. Van deze regel kan niet worden afgeweken.
Hoe factuur protesteren?
- Aangetekend schrijven naar leverancier (schriftelijk).
- In dat schrijven: Expliciet zeggen welk element van de factuur niet klopt.
- Schrijven moet binnen kortetermijngebeuren
- NIET VOLDOENDE = niet-correcte factuur gewoon terugsturen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evyvandereyd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.59. You're not tied to anything after your purchase.