Deze notities zijn gebaseerd op de slides van Rebecca Decreus en vormen er een aanvulling op. Samen met de ppt en dit document behaalde ik 17/20 (+ ook document bestuursrecht).
Inleiding
o Koen Geens: CD&V --> proberen onze regering te vormen --> verkiezingen
o Paul Magnet: voorzitter PS
Grootste verschil publiek en privaatrecht:
Privaatrecht = burgers onderling, bv.: oma is overleden en ik ben één van haar erfgenamen
Publiekrecht = overheid tov burgers, bv.: erfbelastingen erop betalen
Wat terugvinden in grondwet?
Fundamentele rechten/ vrijheden van de mensen, dicriminatiebeginsel, gelijkheidsbeginsel, federale
staatsstructuur (gemeenschappen en gewesten), hoofd van ons land = koning enz.
De algemene beginselen van het Belgisch publiekrecht
De grondwet: basis van het Belgisch publiekrecht
Tussen 1815 en 1830 bestond België nog niet, wel VK der Nederland met staatshoofd Koning Willem I
2 politieke stromen:
1. Katholieken: scheiding kerk en staat
2. Liberalen
Problematiek over taal en religie --> Belgische omwenteling
Voorlopig bewind = revolutionairen die de macht in de Belgische omwenteling wouden overnemen
Nationaal congres = parlement --> heeft Belgische grondwet afgekondigd
Ik zou later een eigen bedrijf opstarten, eerst denken aan basisprincipes --> idem bij staat
Hoofdlijnen staatsstructuur = hoe de staat georganiseerd is bv.: koning is hoofd van de staat, wat is
verhouding tussen burger en nationaal congres, wat is nationaal congres, hoe gaan instellingen
onderling zich gaan verhouden?
Recht is juridisch afdwingebaar = recht is geschonden, bv.: ik zit met een douche die lekt en kotbaas
doet hier niets aan --> procedure opstarten (regels en normen moeten worden gerespecteerd)
Er bestaat een dossier, waarom toch nog mondelinge verklaring doen in de rechtbank? Jury heeft
geen voorkennis van de zaak
De kenmerken van de Belgische staat
De scheiding der machten
Montesquieu zei dat als je alle macht aan één persoon geeft, die geneigd is om deze te misbruiken --
> 3 machten:
1. Wetegevende macht: parlement
2. Uitvoerende macht: regering
3. Rechterlijke macht: rechtbank
België is een monarchie
, Monarchie = koninkrijk
Belangrijkste verschil monarchie en republiek:
o Republiek: staatshoofd wordt verkozen
o Monarchie: staatshoofd is erfopvolger (oudste kind)
Koning (Leopold I) heeft beperkte persoonlijke macht --> cordon sanitaire
Informateur wordt formateur (iemand die formeert, iemand die vormt)
Formateur is meestal toekomstige premier
Wet wordt ondertekend door koning en één of meerdere ministers --> koning kan niet alleen
ondertekenen/regeren, maar heeft wel politieke invloed (principe informateur/formateur)
België is een representatieve en parlementaire democratie
Democratie = het volk heerst --> hoe? Wij kiezen vertegenwoordigers van het parlement die ons gaat
vertegewoordigen
Volgorde evolutie stemrecht kennen, niet precieze datum (begonnen vanaf 1831)
Cijnskiesrecht
Cijns = soort belasting --> wie deze belasting betaalde, mocht gaan stemmen
Algemeen meervoudig stemrecht
Alle mannen mogen stemmen, maar diegene die bepaald diploma hebben behaald krijgen
meervoudig stemrecht
Mannen ouder dan 25 jaar, vrouwen mochten toen nog niet stemmen
Stemplicht
Je bent niet verplicht om een stem uit te brengen, je bent wel verplicht om in stembureau aan te
melden
Algemeen enkelvoudig stemrecht
1 man = 1 stem, mannen ouder dan 21 jaar
Stemrecht voor niet-Belgen
= alle burgers van de EU moeten stemrecht hebben bij de Europese en de
gemeenteraadsverkiezingen (1998)
= Niet-Europese vreemdelingen mogen stemmen alleen bij de gemeenteraadsverkiezingen als ze
minstens 5 jaar ononderbroken een hoofdverblijf hebben in België
Meer vrouwelijke parlementsleden
Evenveel mannelijke als vrouwelijke kandidaten op kieslijsten met max 1 verschil
Op kieslijst: eerste 2 plaatsen moeten een man en vrouw zijn
Wij oefenen de wetgevende macht niet zelf uit, wij kiezen vertegenwoordigers in parlement =
representatieve democratie
Verkiezingen op federaal, regionaal en Europees niveau: om de 5 jaar
Verkiezingen gemeente en provincie: om de 6 jaar
Art. 42 Gw: beide kamers = kamer + senaat
Volksraadpleging = referendum, enkel mogelijk op gemeentelijk, provinciaal en gewestelijk vlak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Shadiadetaeye. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.