100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Communicatie & media, ISBN: 9789462925625 communicatiewetenschappen 1 $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting Communicatie & media, ISBN: 9789462925625 communicatiewetenschappen 1

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van alle colleges, mijn notities en dat gekoppeld aan het boek.

Preview 4 out of 46  pages

  • Yes
  • January 12, 2021
  • 46
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Communicatiewetenschappen 1
Deel 1: ontwikkeling en afbakening van de discipline en
theoretische grondslagen.
Punt 1-2: lezen!

3. Rode draad

o Tout d’horizon:
Het omvat heel veel en in een zeer breed wetenschappelijk veld.
o Klemtoon op mediaeconomie:
Er is altijd een tussenkomst van een technisch medium  massa- en
gemedieerdecommunicatie. Dit omdat de samenleving steeds verder mediatiseert.
OPGEPAST: technologisch determinisme= niet alles is afhankelijk van de technologie.
Technologie is meer dan het technologisch proces en daar hebben nog andere zaken
invloed op (economie, politiek, …).
o Multi- en interdisciplinariteit:
Mediacommunicatie gebeurt in een complex van verschillende disciplines (sociologie
en antropologie). Hieruit halen ze hun inspiratie en materiaal/ elementen en die
verschillende inzichten brengen ze dan samen.
o Belang mens- en maatschappijbeeld& historische context:
Context bepaald mee hoe theorieën en gedachtegangen zich verder voortzetten. Het
mens- en maatschappijbeeld omvatten in de theorie maakt de theorie begrijpelijker.
o Wetenschappelijke en kritische benadering.

4. Paradigmatische strijd en theoretische diversiteit in de
communicatiewet.

Media en communicatie kan uit verschillende oogpunten bekeken worden. Afhankelijk van
de context en het mens- en maatschappijbeeld worden er andere vragen gesteld en andere
onderzoeksmethode.

4.1 Paradigmabegrip
4.1.1 Paradgima en paradigmawissel
Paradigma= samenhangend stelsel van modellen e ntheorieën dat een kader biedt waarin de
werkelijkheid wordt geanalyseerd.Is een universeel gedeeld model dat richtig geeft aan het
wetenschappelijk onderzoek.

Associatie met Thomas S. Kuhn: the structure of scientific revolutions (’62)  wetenschap
evolueert dmv paradigmashifts, niet geleidelijk aan (vandaar revoluties).
De structuur van wetenscahppelijk revolutie:
Normale wet.  puzzle solving  paradigma  anomalie  crisis  revolutie
o Normale wet: obv heersende paradigma.

, Het oplossen van onderzoeksvragen of -puzzels en verfijnen van theoretisch en
conceptueel kader.
o Puzzle solving: de richting van wetenschappelijk onderzoek dat wordt gedeeld.
o Paradgima: het heersende van die moment.
Onderzoeksgemeenschap deelt onderzoeksagenda, methodologisch apparaat,
theoretische achtergrond en dieperliggende fundamentel assumpties en
richtinggevende wereldbeschouwing. Ze zien de wereld door een bepaalde ‘bril’.
Universeel model van wat onderzocht moet worden, welke vragen essentieel zijn en
hoe die aan te pakken& te interpreteren.
o Er worden waarnemingen en resultaten gevonden die niet passen in het huidige
paradigma. Deze anomaliën eerst proberen oplossen binnen heersende denk- en
onderzoekskader. Als de anomaliën zo couant worden, kunnen ze ze niet naast zich
neerleggen 
o Crisis van het heersende paradigma. Verschillende zienswijzen komen in conflict met
elkaar. Die discussies en debatten en groeien uit tot een nieuw paradigma/ nieuwe
bril/ wereldbeschouwing en voorgaande paradigma wordt vervangen 
revolutionaire pradigmashift.
2 pradigmas kunnen niet naast elkaar bestaan.
o Nieuwe paradigma wordt de normale wetenschap binnen het nieuw heersende
paradigma nadat voorgaande paradigma wordt vervangen= revolutionaire
paradigmashift. En proces begint opnieuw.

Vb: copernicaanse revolutie. Aarde centrum van de kosmos (geocentrisch). Copernicus zei dat
zon centrum vormde (heliocentrisch). Daardoor ontstonden nieuwe vragen en theorieën=
nieuwe bril. In verloop werd geocentrische model vervangen door het heliocentrische.

4.1.2 Paradigma’s in sociale wetenschappen
Kuhns ideeën vooral in exacte wetenschap te vinden  incommensurabiliteit van
paradigma’s: paradigma’s zijn niet verenigbaar met elkaar.
Paradigma ook terug te vinden in sociaalwetenschappelijk onderzoek, maar de
paradigmatische revolutie is hier niet te vinden.
Paradigma’s refereren aan de achterliggende en richtinggevende wereldbeschouwing van
bepaalde onderzoeksgemeenschap. Concurrerende paradigma’s kunnen naast elkaar
bestaan, maar wel 1 dominant paradigma.
Door conflict tussen verschillende paradigma’s is er geen lineaire/ logische vooruitgang,
maar wel door slingerbewegingen/ progressie/ regressie van zienswijzen.

4.1.3 Paradigma’s in communicatiewetenschappen
1. Dominante mainstreamparadigma

2 belangrijke paradigma’s:
Dominante: ontwikkelt zich met de institutionalisering van de communicatiewetenschappen
na WO2 in N-Amerika (’40-’50).
o Context: VS onderzoekt 1ste gold van comm.wetenschappelijk onderzoek. Europa zit
nog volop in de heropbouw na de oorlog. VS centrum voor opkomst systematisch
sociaalwet. onderzoek en ontwikkeling media tot massamedia. Er is een groeiende

, bipolaire globale context: tijden.ds de koude oorlog wil Amerika zich afzetten tegen
de communistische Sovjet-Unie.
Massamedia zijn zeer machtig en hebben invloed op gedachten& gedrag (foor fake
news).
o Mens- en maatschappijbeeld: liberaal-pluralistisch.
VS overwinnaar van de oorlog, model voor open, democratisch georganiseerde, vrije
en pluralistische samenleving  beste model, ook voor andere landen.
Stoelt op vrijheid van individuen (de norm) en belangenvertegenwoordiging van
iedereen via democratisch gekozen parlement en regering wordt gecontroleerd door
de rechterlijke macht (& pers als 4de macht). Media moeten de burgers informeren
en verschillende perspectieven aan bod laten komen. Samenleving evolueert door
democratisch debat vrij ordelijk, gestructureerd en op basis van consensus.
Idee: media genereert sterke effecten, die gebruikt worden om aan opbouw van de
goeie samenleving bij te dragen.

o Academisch (’50-’60): Verschillende stromingen te vinden.
Functionalistische benadering: media als essentieel in uitoefening van verschillende
functies die bijdragen aan integrerende, positief evoluerende en ordelijke
samenleving.

-Behaviouristische psychologie: de directe effecten van media beter begrijpen adhv
stimulus-responsdenken: stimulus lijdt altijd tot gewenste respons.

-Informatietheorie: communicatieproces in deze context zien (Shannon en Weaver).
Communicatie als lineair en functionalistisch waarbij zender meeste macht heeft.

Methodologisch: wetenschap moet gericht zijn op het opbouwen van
generaliseerbare en betrouwbare kennis dmv kwantitatieve en positivistische
methoden: surveys. Analoog met exacte wet. Moeten verborgen processen uit de
werkelijkheid blootleggen en analyseren.
Dit media-effectenonderzoek is zeer complex, maar via wetenschappelijk vooruitgang
gaat men de effecten kunnen meten.
Rol media in de samenleving en ten aanzien van sociale problemen: kan geanalyseerd
en geëvalueerd worden om communicatieproces en effectiviteit van communicatie te
optimaliseren.

Dit mainstreamparadigma= dominant want beheerst nog steeds de comm.wet. op mondiaal
niveau. VS blijft epicentrum.

Er is in SW-paradigma’s plaats van contestatie.

2. Kritieken en alternatieve paradigma
Vertrekt vanuit kritieken op dominant paradigma:
o Mainstreamparadigma te simplistisch& lineair:
Dit eenvoudige transmissiemodel (Lasswell) ter discussie gesteld. Communicatie is
niet automatisch of mechanisch eenrichtingsverkeer dat bepaalde effecten zal
verwekken. Ruis doet zijn intrede, maar aan ontvangerszijde en op tekstueel

, boodschapsniveau nog te eenvoudig. Signalen bereiken ontvanger niet of de
verkeerde of interpreteren ze die anders.

o Effect-georiënteerd: effecten onderzoeken en begrijpen is al moeilijk, laat staan
meten/ bewijzen. Volgens sommigen is dit zelfs onmogelijk om kwantitatief aan te
tonen.

o Zender heeft alle macht om info te filteren en tegen te houden. Ambivalente relaties
tussen individuen, sectoren moet verder onderzocht worden. Mainstream
onderzoekt dit, maar er is te weinig theoretisch kader, begrippenapparaat of
methodologische instrumentarium.

o Weinig ook voor contradictie en ambivalenties:
Bekijken media met een te roze/ positieve bril.

o Weinig ook voor sociale context:
Communicatie niet z’n technisch proces, maar een sociaal, interactief proces dat we
vormen en betekenis aan geven.

Alternatief paradigma:
Mens- en maatschappijbeeld: liberaal-kapitalistisch.
Individuen streven rationeel hun behoeften na en daar wordt de samenleving beter van.
Wat mainstream paradigma zegt is fout en gevaarlijk  zij sluiten de ogen voor structurele
machtsonevenwichten, verschraling van opinies en permanente uitbuiting. Dominante
paradigma is een systeembevestigend en inherent conservatieve ideologie die de bestaande
machtscentra en geprivilegieerde elites in stand wil houden.

Zij zien (massa)communicatie als manipulatief en onderdrukkend proces dat
systeembevestigend werkt.
Marxistische stromingen: media-onderzoek om politiek en culturele kritieken te leveren,
kunnen we hierbinnen plaatsen, alsook de Frankfurther Schule.

Krijgt vorm in jaren ’70; eerst in Europa, nadien rest van de wereld (studentenrevolutie (68).

Notie van ideologie centraal: bij de zender onderzoeken we de politieke economie van
massamediaorganisaities en -structuren (boodschappen vanuit mediaorganisaties zijn niet
neutraal).
Ideologie in mediaboodschappen onderzoeken en aan de ontvangstzijde= cultural studies
zijn belangrijke studiedomeinen.
Cultural studies: betekenis wordt gecodeerd aan de ontvangstzijde dus betekenis ligt zelden
vast. Hiervoor is kwalitatief onderzoek nodig= linguïstic turn?
Ook hier zijn verschillende theoretische stromingen te vinden.

4.2 Communicatiewetenschappelijke theorievorming

In 1 paradigma verschillende theorieën of theoretische scholen te vinden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aykomommaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added