100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting van 16 pagina's rondom het centrale zenuwstelsel, de hersenen en de werking hiervan. Inclusief anatomie en fysiologie thema 3. Lesstof ter voorbereiding op de digitale kennistoets leerjaar 1 verpleegkunde opleiding$5.66
Samenvatting van 16 pagina's rondom het centrale zenuwstelsel, de hersenen en de werking hiervan. Inclusief anatomie en fysiologie thema 3. Lesstof ter voorbereiding op de digitale kennistoets leerjaar 1 verpleegkunde opleiding
16 pagina's lesstof ter voorbereiding op jouw digitale kennistoets thema 3 leerjaar 1 verpleegkunde. Uitgebreide concrete basis informatie over de hersenen, het centrale zenuwstelsel, de werking ervan. Inclusief anatomie en fysiologie. De samenvatting is inclusief afbeeldingen wat de soms wat taaie...
Zenuwstelsel:
De informatie die ons vanuit de omgeving bereikt,
wordt opgevangen in het perifere gedeelte van het
zenuwstelsel en in de vorm van elektrische signalen
doorgeleid naar het centrale del van het zenuwstelsel:
de hersenen en het ruggenmerg.
De informatie wordt hier verwerkt waar een passende
reactie op volgt.
Centrale zenuwstelsel (hersenen) van klein naar groot.
Neuron is een zenuwcel:
Dendriet (korte uitlopers): opvangend gedeelte, waar de impulsen aankomen. Hierop
zitten vaak synapsen zodat ze van alle kanten impulsen ontvangen.
Axon (lange uitlopers): geleidende gedeelte.
Synaps: overdragende gedeelte. De impuls wordt overgedragen op andere neuronen
en bij de perifere motorische neuronen op spiervezels of klieren.
Myeline: vettige witte stof (elektrische isolatie).
Zenuwweefsel:
Bestaat uit zenuwcellen (neuronen).
Bestaat ook uit steuncellen (gliacellen).
Steuncellen:
Neuronen staan met elkaar in verbinding en vormen een neuraal netwerk.
De steuncellen, (neuro)gliacellen genaamd, geven de neuronen steun, voeding en
afweer.
Er zijn 4 typen steuncellen:
Astrocyten, maken contact met zenuwcellen en bloedvaten. Doordat ze zijn gehecht
aan het endotheel van de capillairen kunnen ze stoffen uitwisselen tussen het bloed,
weefselvloeistof en zenuwcellen. Functie fagytose en steun aan zenuwcellen.
Oligodendrocyten (witte stof in het centrale zenuwstelsel). Vormen de mergschede
(myelineschede), waardoor deze geïsoleerd zijn en de geleiding van impulsen sneller
verloopt.
Ependymcellen: bekleden de wand van de ventrikels en centrale kanaal van het
ruggenmerg. Functie: bevorderen de liquorcirculatie.
, Hoe werkt een neuraal netwerk:
Neuronen staan met elkaar in verbinding met hulp van dendriet en/synapsen.
Tussen de dendrieten bevindt zich een smalle ruimte, synaps spleet.
Neurotransmitters:
Om informatie over te dragen is een chemische hulpstof nodig, de neurotransmitters.
Wanneer een impuls de synaps bereikt heeft, komen de neurotransmitters in de
spleet en veroorzaakt een nieuw stroompje bij de volgende cel.
Elk neuron produceert 1 soort neurotransmitter, remmend, opwekkend of stoppen
van een impuls.
Belangrijke neurotransmitters:
Acetylcholine (prikkel stimulerend of remmend afhankelijk van de receptor)
Transmitter in de spiercellen.
Adrenaline, dopamine, histamine en serotine (sympathisch). Adrenaline grijpen aan
op de adrenerge receptoren. Dopamine oefent invloed uit op motoriek, cognitie en
gedrag (tekort aan dopamine: Parkinson ziekte). Serotine heeft invloed op slaap en
waakritme en stemmingen. Histamine heeft te maken met seks en bloeddruk.
Endorfine en enkefaline: Dit zijn opioïde peptiden. Peptiden zijn ketens van
aminozuren. Geven een reactie op stress, pijnoverdracht en controle van hart en
vaatfuncties (remmende werking).
Neurotransmitters en informatie:
Prikkels worden opgevangen, doorgegeven en verwerkt in het belang van
homeostase.
Eenrichtingsverkeer: impuls, axon, volgende cel, receptor naar sensor of zintuigcel.
Prikkel is een zintuigelijke waarneming (tast, gehoor, visus, smaak en evenwicht,
zowel extern (koude, warmte, geluid en pijn) als intern (CO2, dorst, slaap, honger en
pijn).
Impuls is een elektrische om zetting van een prikkel door zintuigcellen.
Prikkeldrempel:
Een impuls wordt vervolgens doorgegeven aan andere neuronen met behulp van
neurotransmitters.
In de hersenen wordt de impuls omgezet in informatie, bewustwording en gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Linaatje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.66. You're not tied to anything after your purchase.