100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting College aantekeningen + bijgevoegde literatuur Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting College aantekeningen + bijgevoegde literatuur Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek

 32 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bestaat uit de college aantekeningen van het vak Inleiding Wetenschappelijk Onderzoek, ook nog eens aangevuld met de bijbehorende literatuur! Deze is helemaal compleet van college 1 t/m 11, en is van leerjaar 2020/2021 :))

Preview 3 out of 21  pages

  • No
  • Unknown
  • January 12, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding wetenschappelijk onderzoek | Week 1

Experimenteel onderzoek = onderzoek waarbij de onafhankelijke variabele (x) wordt
gemanipuleerd, daarna wordt gekeken of dit de afhankelijke variabele (y) beïnvloedt.
 Sprake van een oorzakelijk verband/causale relatie, eisen:
- Samenhang.
- Tijdsvolgorde (X voor Y).
- Y daadwerkelijk door X beïnvloedt.

Correlationeel onderzoek = geen manipulatie, kijken naar samenhang tussen X en Y.
 Waarom dit onderzoek?
- Niet alles kun je manipuleren.
- Verschijnselen zijn multicausaal, hebben meerdere factoren. Bij experimenteel
onderzoek maar 1 factor onderzocht.
- Resultaten op meer mensen van toepassing (GEEN samenstelling van groep).

Statisch significant = verschil in kleine groep geldt waarschijnlijk ook voor de grote groep
die hieruit voortkomt (geen absolute zekerheid)

Praktijkgestuurd onderzoek = bottom-up, van praktijk naar wetenschap.
3 componenten: onderzoekscyclus, vereist persoon met kennis en kunde, een context.
Praktijkgericht = top-down, van wetenschap naar praktijk.
Theoriegericht = verdere theorievorming, interesse onderzoeker.

Onderzoekscyclus = methodologische spelregels voor wet. Onderzoek.
 Hierbij een persoon (onderzoeker) en context (personen, fysieke objecten, systemen).
5 B’s: belang, bereid, bekwaam, beschikbaar, benutting.

Praktijkonderzoekscyclus:
1. Conceptualiseren (inperken): probleem (in theoretisch kader plaatsen, om
conceptueel model te maken)  doelstelling  vraagstelling.
2. Concretiseren: onderzoeksopzet (wie, wat, wanneer, hoe).
3. Uitvoeren (verbreden): data verzamelen  data verwerken en analyseren 
rapportage.
Dit zorgt voor: 1. Grondigheid, 2. Transparantie (herhaalbaarheid en controleerbaar), 3.
Disciplinering.

Betrouwbaarheid = zelfde resultaat komt uit nieuw onderzoek.
Validiteit = kennis stemt overeen met de werkelijkheid.
- Intern valide = onderzoek dat controleerbaar volgens de regels is uitgevoerd.
- Extern valide = resultaten hebben ook betrekking op het algemeen.

Context (organisatie):
Structuur = totaal van manieren waarop werk in taken is verdeeld en worden gecoördineerd.
Cultuur = gemeenschappelijke veronderstellingen die groep in bestaan heeft geleerd.

Rolopvattingen onderzoek en praktijk:
- Intuïtief practicus = 100% praktijk.
- Reflectief practicus = reflectie op handelen met wetenschappelijke kennis.
- Scientist-practioner = wisselwerking onderzoek en praktijk.
- Evidence-based practicus = toepassing wetenschappelijke kennis naar gelang de
situatie dit vereist. Combi van wetenschappelijke kennis en context, wensen van klant
een eigen expertise.
- Klinisch wetenschapper = primaat bij wetenschap.


1

,Kwalitatief onderzoek = meer beschrijvend van aard en richt zich op interpretaties,
ervaringen en betekenis, in woorden.
Kwantitatief onderzoek = probeert feiten te achterhalen, waarbij de resultaten vaak worden
uitgedrukt in cijfers. Is toetsend.




2

, Inleiding wetenschappelijk onderzoek | Week 2

Conceptualiseringsfase:
1. Probleemstelling (discrepantie tussen feitelijkheid en wenselijkheid, is subjectief).
Heeft een ‘sense of urgency’ & is handelingsgericht. Het probleem zal naar verwachting
niet snel overgaan, daarom kan onderzoek ons helpen. Discrepantie geeft relevantie aan.
 Guba en Lincoln:
- Concerns = iets waarover je je druk maakt.
- Issues (vraagstukken) = waarbij je tegenstrijdige standpunten in kan nemen,
meestal in de vorm van een twistpunt (staat voor een keuze)
Leveren beide kennis op voor het probleem. Je hebt ook stakeholders, dit zijn de mensen
die het probleem dragen en belang hebben bij het onderzoek.

- Praktisch probleem/maatschappelijk relevant = komen voort uit praktijk en
resultaten hebben consequeties voor praktijk.
- Theoretisch probleem = oorsprong in literatuur.
- Kritisch-emancipatorisch = onderzoeker identificeert zich met bepaalde minder
kansrijke groepen en streeft naar meer inzicht in de situatie waarin de groepen
verkeren  bijv. vorming beleidsmaatregelen.

2. Doelstelling (inperking van probleemstelling).
- IN onderzoek = beoogde resultaat
- VAN onderzoek = wat doen we met het resultaat (benutting)?
Dit moet beide in de doelstelling staan.
Instrumentele benutting = beoordeling/verbetering, stoppen/doorgaan of dingen
veranderen.
Conceptuele benutting = meer kennis, verandering in denken.

3. Vraagstelling (verdere inperking).
Soorten vragen:
- Descriptief = dingen beschrijven, wat is?
- Normatief = beschrijven ‘hoe het zal moeten zijn’, met waarden en normen.
- Correlationeel/correlatief = samenhang, verbanden en/of relaties. Wat hangt samen
met wat?
- Impact = causale verbanden, wat beïnvloedt wat?

Goed geformuleerde vraagstelling:
- Is efficiënt, juiste en goede hoeveelheid kennis moet het opleveren.
- Moet breed gedragen worden door de belanghebbenden.
- Geeft sturing, moet juiste kennis kunnen genereren  kernconcepten belangrijk!

Theoretisch kader = hiermee weet je:
- Herkomst onderzoek = welke literatuur is er al bekend, wat ontbreekt er?
- Uitkomst onderzoek = je kunt hiermee een hypothese opstellen

Hypothese = verwachting resultaat onderzoek (relatie tussen variabelen)
- Positief lineair = x hoog, y hoog.
- Negatief lineair = x hoog, y laag en andersom.
- Geen samenhang.
- Curve lineair.
 + causaal/niet-causaal




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jennifer99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added