Hoofdstuk 1 – De relatie sport en economie
Paragraaf 1 – De verwevenheid van economie en sport
In de laatste decennia is sport veranderd van een voornamelijk amateuristische sportwereld
naar een moderne en economische georiënteerde sportindustrie. Vooral door de
toenemende geldstromen, vrije tijd, stijgende koopkrachten en toenemende globalisering is
sport groot geworden. Het is een global public good, waarbij iedereen actief of passief kan
deelnemen. Ook verschoof de aandacht van sportief begeleiden naar het marketen en
verkopen van de sport.
Sporteconomie is zo belangrijk omdat men enige vorm van meetbaarheid wilde hebben van
de opbrengst van de geïnvesteerde middelen en dus haar return on investment te weten. Dit
kan betrekking hebben op economische of maatschappelijke opbrengsten. Dit kan dan ook
een argument zijn om een subsidie aan te vragen.
Vanaf de jaren 80 ontdekte de sponseren en de media de sport. Hierdoor ontstond er een
hefboomeffect: het media-sport-productiecomplex.
Rijnlandse model Angelsaksisch
Sport als een niet-commercieel goed Businessmodel
Sport met een maatschappelijke functie Private sector
Overheid heeft een actieve rol Overheid geen actieve rol
Langetermijndoelstellingen Korteremijndoelstelling
Wedstrijden en gemeenschapsport centraal Media- en fitness georiënteerd
Winoptimalisatie Winstoptimalisatie
Voor de sport kan het lastig zijn om rond te komen, omdat zij afhankelijk zijn van diverse
stakeholder;
- Lidmaatschap en andere uitgave door private (kleren etc)
- Economische waarde van de vrijwillig bijdrage
- Overheidssector
- Inkomsten vanuit de gokindustrie
- Inkomsten vanuit sponsoring en giften
- Mediarechten
Paragraaf 2 – De mondiale waarde van sport
Doordat de wereld met elkaar in verbinding staat, kan iedereen meegenieten van FC
Barcelona. Men kan dus meegenieten van de mondiale sportcultuur, maar behoudt daarbij
wel haar eigen culturele en traditionele waardepatronen.
Paragraaf 3 – De sportmarkt: enkele data
Er wordt veel geld binnengehaald door de sport. Hierbij kan gedacht worden aan transfers,
salarissen, prijzengeld, investeringen en opbrengen, maar ook merken kunnen hier hun slag
uit slaan; Nike en Adidas. Maar dit heeft ook zijn keerzijde, omdat het juist zo onzeker is.
Men wil het resultaat gaan sturen, wat kan leiden tot doping of omkoping. Hierdoor zijn
bepaalde sporten van spectator naar spektakelsport gegaan, waarbij men steeds nieuwe
records verwacht.
,Hoofdstuk 3 – De relatie tussen vrije tijd en de vraag naar sport
Paragraaf 1 – De economie van sportparticipatie
De vraag naar sport is een afgeleide vraag. De keuze voor sportconsumptie ontstaat uide
iteratie tussen motieven van de consument en de beschikbare mogelijkheden. De motieven
worden beïnvloed door bijvoorbeeld de smaak, voorkeuren en doelen. De mogelijkheden
zijn inkomen en tijd.
Bij de inkomens-vrije tijd trade off wordt ervanuit gegaan dat men altijd opzoek is naar de
maximalisatie van het nut bij het consumeren van goederen of diensten. Ook moet er
rekening mee gehouden worden dat wanneer men meer vrije tijd ‘neemt’, men minder zal
gaan verdienen. Men zou zo veel mogelijk nutmaximalisatie en geld willen, maar tijd is hierin
een belemmerende factor.
Paragraaf 2 – Het fenomeen vrije tijd
Mannen hebben over het algemeen meer vrije tijd dan vrouwen, ondanks dat mannen over
het algemeen meer werken dan vrouwen. Opvallend is dat mannen over het algemeen meer
sport doen dan vrouwen.
De kijk of vrije tijd is ook afhankelijk van het arbeidsethos. In Amerikaanse landen is het
aantal uren vrije tijd niet toegenomen, maar juist de arbeidstijd.
Paragraaf 3 – Sportparticipatie
De consument maakt verschillende afwegingen met betrekking tot zijn vrije tijd. Wanneer hij
meer gaat werken en dus een inkomstenstijging heeft, zal hij meer bereid zijn om te betalen
voor producten of goederen. Wanneer er een prijsdaling plaatsvindt van goederen, zal men
ook geneigd zijn om eerder wat aan te schaffen. Echter wordt een groot deel van de
bevolking uitgesloten van sport, omdat zij het gewoon niet kunnen betalen. Dit worden dan
ook wel Snobgoederen genoemd.
De totale vraag naar een bepaald producten kunnen we in verschillende componenten
onderverdelen:
- Effectieve vraag: het aantal bekende participanten
- Latende vraag: deze refereert aan een wil tot participeren die door bepaalde
omstandigheden niet wordt vervuld. Deze reden kan zijn:
o Een uitgestelde vraag door het ontbreken van faciliteiten
o Een potentiele vraag door het ontbreken van bepaalde middelen (inkomen)
o Een niet-vragend gedeelte van de bevolking
De beslissing te participeren hangt af van 3 factoren:
- Individueel/ sociaal karakteristieken
- Economische karakteristieken
- Sportkarakteristieken
, Hoofdstuk 4 – De determinanten van de vraag naar sport
Paragraaf 1 – De prijs
Het consumentensurplus is het verschil tussen de totale bereidheid tot betalen en de
daadwerkelijke prijs.
De prijselasticiteit geeft aan of de vraag sterk veranderd als de prijs veranderd. Bij een
elasticiteit tussen de 0 en 1 spreekt men van een inelastische vraag. Boven de 1 is de vraag
elastisch. De elasticiteit kan berekend worden door de procentuele verandering van de
gevraagde hoeveelheid te delen door de procentuele verandering in de prijs.
Wanneer er een toenemende vraag is bij een toenemende prijs spreekt men van
Giffengoederen, ook wel luxeproducten. Dit wordt ook wel het velben effect genoemd.
Een andere mogelijkheid is om te kijken naar de bereidheid van betalen. Echter is een nadeel
hiervan dat men een lager bedrag kan aangeven dan dat ze daadwerkelijk zouden willen
betalen. Tevens is het alleen hypothetisch, dus kunnen mensen ‘maar wat invullen’. Ook zijn
er andere factoren die van invloed zijn op de prijselasticiteit:
- Veranderend besteedbaar inkomen
- Overstap naar een ander goed, het substitutie-effect
- Kwaliteitsverandering van het aanbod
- De impact van de prijsverandering op het besteedbaar inkomen
- Verandering in voorkeur of tijdsbesteding
Rest van het hoofdstuk niet echt belangrijk.
Hoofdstuk 5 – Het aanbod van sport
Paragraaf 1 – Sport als onderdeel van de dienstensector
Sport heeft, onder andere door de commercialisering, meerdere functies. Sport is hierin zeer
uniek en heeft de volgende eigenschappen:
- Sport is niet tastbaar – het is niet materiaal
- Consument wordt geen eigenaar van sportbeoefening – sport is van niemand
- Consument is sterk betrokken bij sport en heeft een subjectieve beleving – er kan een
sterke identiteit aan de sport gehangen worden
- Bederfbaarheid en vergankelijkheid – een niet-geconsumeerde dienst kan niet
worden opgeslagen en gaat verloren. De onzekerheid van sport is een belangrijke
reden tot consumeren.
Paragraaf 2 – De diverse marktvormen
Een homogeen product betekend dat een concurrent hetzelfde product aanbiedt. Een
heterogeen product betekend dat de concurrent een soortgelijk product aanbiedt, maar met
verschillende kenmerken. Afhankelijk van het aantal vragen en aanbieders, is er een
bepaalde marktvorm.
Paragraaf 3 – Sportinfrastructuur in de markt
Sport kan worden aangeboden door een overheid, privémarkt of maatschappelijk
middenveld. Bij alle 3 de actoren zijn er 2 verschillende soorten winsten te behalen;
economische winst en maatschappelijke winsten.
Sport bevindt zich veelal in de marktvorm oligopolie, maar soms ook in monopolie. Dit is
afhankelijk van de concurrentie in de buurt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellevanderzanden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.