Breedtesport week 1.1
Document + filmpje 1A & 1B
Filmpje 1A – Ontstaan van verenigingen
Tot 200 jaar geleden na de industriële revolutie
Voor het ontstaan van verenigingen was de vraag (t.o.v. het aanbod) erg laag; weinig
aanbieder, veel mensen die wilde sporten. Hierdoor bedacht men; als we samenwerken,
worden de kosten lager en kunnen we dat organiseren. Sport was daarnaast te vrij
beschikbaar en te duur om te verkopen. Leden en gebruikers werden dus zelf eigenaar van
de vereniging (rond 1900).
De vraag steeg hierdoor nog meer en de verenigingen groeide erg. Dit kwam door de
toename van geld en vrij tijd. Ook droegen de Engelse kostscholen hieraan bij en waren
Nederlanders gewend om met elkaar samen te werken (dijken bouwen).
Tussen 1900 en 1950 groeide de verenigingen heel erg; hielpen de overheden met het
organiseren van de sport. Ze verhoogde hiermee het aanbod, want ook de vraag steeg
steeds meer en meer. Dit was ook ten behoeve van
wederopbouw na de WO I en II. Ook ‘verzon’ de overheid werk
en werd de kwaliteit beter.
Tussen 1980 tot 1990 veranderde de vraag en het aanbod. Men
wilde niet aan prestatiesport doen, maar meer aan
participatiesport doen. Er kwamen dus nieuwe doelgroepen met
andere eisen en wensen.
,Filmpje 1B – Clubgoederen
Individuele goederen (schoenen, tandenborstel etc.)
- Vrijwilliger (jij bepaalt of je de prijs betaald)
- Uitsluiting mogelijk
- Kostendekkende marktprijs die voor iedereen hetzelfde is
- Deelbaar (alleen jij profiteert) jij betaalt, bepaald en profiteert
Collectieve goederen (dijk, straatlantaarn)
- Ondeelbaar (iedereen betaalt)
- Geen uitsluiting mogelijk (iedereen betaald en neemt deel)
- Kostendekkend budget waarbij iedereen gezamenlijk dezelfde hoeveelheid koopt,
maar een verschillende prijs betaald naar marginaal nut.
- Dwang
Clubgoederen
- Beperkt deelbaar (sportvoorziening in Rotterdam profiteren inwoners van Adam niet)
- Uitsluiting mogelijk (alleen leden)
- Vrijwillige aanvaardingen van dwang je kiest of je mee doet maar moet daarvoor
wel iets doen
- Staan tussen de markt (individuele goederen) en de overheid (collectieve goederen)
Voordelen van clubgoederen:
- Kosten zijn te hoog, maar met clubgoederen minder laag
- Product biedt ruimte aan andere zonder dat het gebruikersgenot daalt
- Kosten om een marktprijs te bepalen en te incasseren zijn te hoog (aanleg van
zwembad)
- Vrijwillige aanvaarding van dwang en free-riders
Het optimale ledenaantal ligt daar waar de daling van de noodzakelijke bijdrage gelijk is aan
het verlies van plezier door een extra lid.
Voordelen van een vereniging: goedkoop en met weinig risico sport aanbod realiseren
Nadelen van een verenigingen: overleg en inspraak nodig voor besluitvorming.
Door te overleggen binnen een vereniging is de kans kleiner dat mensen hun neusdrukken.
Er wordt tevens een overeenstemming bereikt. Daarnaast is de mogelijkheid tot uitsluiting
cruciaal om free riding tegen te gaan.
Document
Clubgoederen: een door mensen gedeelde behoefte die niet door de markt bevredigd kan
worden omdat de kosten te hoog zijn voor 1 individu en omdat als het product gerealiseerd
is het voldoende ruimte biedt aan anderen met een gelijke voorkeur.
Het aanbieden van clubgoederen is begonnen als particulier initiatief. Hierbij ging de
samenwerking die nodig is van het bepalen van de spelregels en het organiseren van de
benodigde voorzieningen hand in hand.
Het is een hele prestatie dat de verenigingen hedendaags zo bestaan als hoe ze bestaan.
Samenwerken is namelijk niet makkelijk. Echter is er bij een vereniging een vrijwillige
, aanvaarding van dwang om een doel te realiseren. De meerderheid van de leden bepaalt het
budget, hoe het gebeurt etc.
Een club/vereniging biedt dus leden een (quasi) collectief goed aan waarbij uitsluiting
mogelijk is. Er moeten 2 knelpunten worden opgelost:
1. Wat is de optimale beheersvorm. Afhankelijk van de mate waarin uitsluiting mogelijk
is, moeten er keuzes gemaakt worden in verschillende onderdelen om het goed te
realiseren.
2. Indien het initiatief bij burgers ligt, moet er via een besluitvormingsproces de
contributie worden vastgesteld dat de totale kosten gedragen worden, iedereen
bijdraagt naar ratio van marginaal nut.
Overleg kan ertoe leiden dat de leden een overeenstemming bereiken op basis van
vrijwilligheid en vrijblijvendheid. Niemand wordt tot iets gedwongen en zo kan de groep de
uitkomst optimaliseren. Het is belangrijk dat alle personen zich betroken voelen omdat
anders meeliftgedrag ontstaat.
Breedtesport week 1.2
Document + filmpje 2A & 2B
Filmpje 2A – Zijn verenigingen vitaal en document
Vitaal betekend voor het leven van groot belang en krachtig. Vitaliteit is door personen er
organisatie ervaren levens- of veerkracht.
Men twijfelt aan het bestaansrecht van verenigingen omdat:
- Er verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zijn
- De vereniging ‘moet’ meer doen dan alleen in sport voorzien
- Het is een ouderwetste organisatievorm, omdat sinds de jaren ’80 de overheid meer
overneemt en daardoor achterblijft
- Misschien juist omdat we het zelf regelen is het een geode vorm, omdat we aan het
roer willen staan participatiemaatschappij
- De vereniging is niet efficiënt, want ze vragen om veel meer overleg. We willen meer
aan het roer staan en niet alleen consument zijn.
- Ook is er een grondwet dit zegt dat we mogen verenigen. Het bestaansrecht ligt
vooral bij de leden zelf, omdat zij het nut ervan moeten zien.
- Het zou minder van zelfsprekend moeten zijn dat de vereniging financiering
ontvangt. Dit is oneerlijk tegenover een sportschool.
Vitaal blijven voor een vereniging is belangrijk, omdat het aantal leden licht daalt. Dit treft
verschillende kernelementen toe:
- Aanpassingsvermogen: de interne structuur sluit aan op de veranderende buiten
wereld en sportbeleving van leden
- Flexibiliteit: de vereniging hierop inrichten helpt om op de juiste manier te reageren.
Dit kan op organisatiecultuur, technische input en betrokkenheid van personeel
- Veerkracht: verschillende inkomstenbronnen, instaat om je bronnen te vervangen en
ziet het op tijd aan komen en blijft opereren tijdens de crisis.
o Precursor veerkracht: vermogen om veranderingen te absorberen zonder
catastrofaal te falen
o Herstelveerkracht: vermogen om te reageren op een unieke gebeurtenis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellevanderzanden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.