100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Wetenschapsfilosofie (college 1 t/m 7) $4.85   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Wetenschapsfilosofie (college 1 t/m 7)

 80 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van de hoorcolleges voor het vak wetenschapsfilosofie, gegeven aan Universiteit Leiden. Ik heb het vak gevolgd binnen mijn bachelor geschiedenis, maar het maakt ook deel uit van de volgende bachelors: - Afrikaanse t&c - Chinastudies - Duitse t&c - Engelse t&c - Film- en literat...

[Show more]

Preview 3 out of 21  pages

  • January 14, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Dr. j.s. de boer
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges Wetenschapsfilosofie (hoorcollege 1 tot en met 7)

2020-2021

Universiteit Leiden – Bachelor geschiedenis – jaar 2 – semester 1

Tentamencijfer: 8,5

Hoorcollege 1 Wetenschapsfilosofie 08092020

Het onderwerp van dit vak is de wetenschap zelf. De wetenschap kan op twee manieren
worden bestudeerd:
 Descriptief: wetenschapsgeschiedenis of wetenschapssociologie. Men houdt zich
bezig met het vragen naar feiten.
 Wat is er gebeurd?
 Hoe is iets tot stand gekomen?
 Normatief: wetenschapsfilosofie. Men houdt zich bezig met de vragen die voorafgaan
aan het bestuderen van de feiten en dus eerder met de methode.
 Wat is een goede theorie/verklaring?
 Hoe rechtvaardigen we wetenschappelijke kennis?
 Onderscheid echte en pseudo kennis.
Mensen van vóór de Wetenschappelijke Revolutie waren in genetische aanleg hetzelfde als
wij, echter dachten zij toch anders na over wetenschap en kennis.
De moderne wetenschap hanteert de empirische methode: waarneming en experiment
staan centraal bij de verwerving van wetenschappelijke kennis.

Voor de Wetenschappelijke Revolutie heersten de volgende leidende ideeën:
1. Het idee van een Natuurlijke Orde.
Aristoteles onderscheidde vier typen oorzaken:
 Materiële oorzaak (causa materialis): materiaal
 Formele oorzaak (causa formalis): vorm
 Bewegende oorzaak (causa efficiens): maker
 Finale oorzaak (causa finalis): doel
Aristoteles hechtte bijzonder veel waarde aan de finale oorzaak. Hij stelde dat alles in de
natuur het in zich heeft en ernaar streeft uiteindelijk zijn volmaakte vorm te bereiken (voor
zover dat mogelijk was gezien natuurlijke omstandigheden). Dit is een teleologische
verklaring, want een verschijnsel wordt verklaard in termen van het doel (telos).
Aristoteles projecteerde deze biologische theorie op alles. Hij zag zwaartekracht als het feit
dat elk object het in zich heeft en dus als doel heeft om naar het centrum van het universum
te streven. Dit was in de tijd van de oude Grieken de aarde. Water wil hetzelfde. Vuur heeft
het daarentegen in zich om weg te gaan van het middelpunt en ether is een cirkelbaan
rondom het middelpunt van het universum. Zo paste Aristoteles zijn biologische theorie toe
op de elementen.
De doeloorzaak van de mens vervolgens, is een rationeel wezen zijn dat doel uitmaakt van
een sociaalpolitieke gemeenschap.

,De doeloorzaken houden daarnaast verband met elkaar. Regen zorgt ervoor dat planten
groeien. Planten zijn er voor de dieren; en de dieren op hun beurt weer voor de mensen. Zo
is alles met elkaar verbonden in een Natuurlijke Orde. In christelijke tijden werd dit gezien
als Gods plan: zo heeft God het gewild (Augustinus). Dit idee van een Natuurlijke Orde was
dominant tot aan de Wetenschappelijke Revolutie.

2. Het idee dat kennis gefundeerd moet zijn op onbetwijfelbare eerste beginselen.
Kennis moet afgeleid worden uit de eerste onbetwijfelbare beginselen. Dit is een vorm van
rationalisme, omdat kennis voortkomt uit nadenken en niet uit waarnemen. Vanuit de
onbetwijfelbare beginselen ga je verder redeneren naar ware kennis.
 Hemellichamen zijn perfecte kristallijne bollen (geen kraters) en moeten in perfecte
cirkels bewegen.
 De zon is een perfecte bol (geen zonnevlammen)
 Er zijn zeven metalen en deugden en er kunnen niet meer dan zeven planeten zijn,
want zeven is een goddelijk getal. God kan er dus niet meer of minder geschapen
hebben.
 Hoe iets verandert, komt door de doeloorzaak.
 Ik denk dus ik besta.
 Er kan geen vacuüm zijn. De hele ruimte is gevuld met materiedeeltjes.
Wetenschappers die nieuwe dingen probeerden te ontdekken, stonden toch niet los van de
oude tradities en kennis. Zo baseerde Kepler zich bij zijn astronomisch onderzoek sterk op
Platoonse ideeën.
Het werk van Euclides (300 v. Chr.) was belangrijk voor het denken in onbetwijfelbare eerste
beginselen. Hij begon met fundamentele aannames, axioma’s, en ging hieruit dingen
afleiden om tot meer kennis te komen. Deze manier van kennisverwerving was lange tijd
ideaal in allerlei disciplines.

3. Het idee dat de zichtbare wereld niet per se de beste toetssteen is.
Achter onze zichtbare wereld gaat een meer fundamentele wereld schuil. Plato sprak
bijvoorbeeld van de Ideeënwereld. Hij vroeg zich af hoe allerlei verschillende particuliere
objecten samenhingen met elkaar en met de universele term voor deze objecten (hoe
verhouden alle stoelen zich tot stoelheid). Plato concludeerde dat het abstracte begrip meer
fundamenteel en primair is dan de specifieke invullingen ervan. Plato stelde dat deze
abstracte begrippen hun plek hebben in de Ideeënwereld en dat wat wij op aarde
aanschouwen de imperfecte manifestaties hiervan zijn.
Ook bij Plato was wiskunde leidend. In een theoretische wereld bestaan er perfecte
wiskundige objecten (perfecte cirkels bijvoorbeeld), maar deze vinden wij nooit in de praktijk
in onze wereld.
Ook in veel religies zien we het idee dat onze wereld onvolmaakt is, maar dat er wel een
perfecte wereld is.
Je kunt je beter bezighouden met de perfecte wereld, dan met de imperfecte dingen. Dit
leidde er ook toe dat rationalisme populairder was dan empirisme.

4. Het idee van het redden van de verschijnselen.

, Realisme:
 Wetenschappelijke theorie geeft ware beschrijvingen van werkelijkheid achter
waarnemingen.
 Doel van wetenschap is het verklaren van verschijnselen door ware theorie.
Instrumentalisme:
 Wetenschappelijke theorie is slechts een instrument om waarneembare
verschijnselen samen te vatten. Dit omdat je bepaalde elementen in
wetenschappelijke theorie niet direct kunt waarnemen.
 Het doel van wetenschap is het beschrijven en voorspellen van verschijnselen met
behulp van een empirisch adequate theorie.
Ptolemaeus (100 n. Chr.) probeerde door middel van een model de beweging van planeten
te verklaren. Hij heeft over dit model gezegd dat het een weergave is van de realiteit
(realisme); maar ook dat hij geen idee heeft hoe planeten echt bewegen, maar dat zijn
model wel een goede beschrijving en voorspelling geeft van hoe ze
bewegen(instrumentalisme). Volgens de laatste uitleg dient het model dus om de
verschijnselen te redden (het moet verklaren waarom dingen zijn zoals we dachten dat ze
zijn en er is geen interesse naar nieuw onderzoek om te ontdekken hoe het echt zit).
Uiteindelijk bleek het model van Ptolemaeus niet houdbaar doordat te veel dingen niet
bevredigend verklaard waren. Wetenschappers gingen dus op zoek naar een meer
bevredigende verklaring.

Copernicus verdedigde later zijn heliocentrische model op een instrumentalistische manier.
Hij beweerde niet dat dit model de werkelijkheid weerspiegelde, maar dat het een eleganter
en bruikbaarder model was. Het kan ook zijn dat hij dit slechts zei om geen ruzie te krijgen
met de katholieke kerk, maar in werkelijkheid wel geloofde dat zijn heliocentrische theorie
de werkelijkheid weerspiegelde.

Kepler was een van de eersten die zijn theorie zo veel mogelijk wilde baseren op
waarnemingen. Hij concludeerde op basis hiervan dat planeetbanen ellipsen zijn en geen
perfecte cirkels. Kepler gaf daarnaast een wiskundige beschrijving om wetten te formuleren,
wat ook nieuw was.

Drie wetten van Kepler
1. Planeten bewegen in ellipsen.
2. Als een planeet om de zon draait, draait hij sneller wanneer hij bij de zon is en
langzamer wanneer hij ver van de zon af staat. Het oppervlak van de pizzapunt
(hoeveel een planeet zich verplaats per maand in de ellipsbaan en dat linken met de
zon door 2 lijntjes) is echter altijd gelijk.
3. Afstand planeet-zon in de derde macht gedeeld door omlooptijd in het kwadraat is
een constante voor alle planeten. Dit leidde tot het idee dat er een soort harmonie in
de kosmos was.
Galileo Galilei ging zelf onder gecontroleerde omstandigheden ingrijpen in de natuur om zelf
bepaalde verschijnselen op te wekken. Deze natuurlijke experimenten waren nieuw.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedeleeuwx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85
  • (0)
  Add to cart