Hoorcolleges Inleiding Geschiedwetenschap 2020-2021
Week 1
Pieter Geyl (1887-1966): ‘’Men kan de geschiedenis opvatten als een discussie
zonder eind.’’
We hoeven niet tot een waarheid komen. Historici zijn in tijd en plaats gesitueerde wezens.
2 relevante dingen in deze quote.
- Zekere tijdloosheid. Iedere historicus heeft weer een nieuwe blik in het leven. Het is
van belang in welke tijd en plaats leefde (gesitueerd). Een definitieve geschiedenis
gaan we niet vinden.
- Het is wel tijdgebonden. De quote is gemaakt in 1940 in een zekere politieke
verbondenheid, tijd en plaats (gesitueerd).
Pieter Geyl is opgegroeid in een artsenfamilie. Zijn vader was huisarts, maar was
gefrustreerd dat hij geen hoogleraar geworden. Hij raakt in een depressie, en raakte
verslaafd. De familie is hierdoor vaak moeten verhuizen. Toen Pieter Geyl begon te studeren
toen hij 18 was in Leiden. Zijn vader ging met pensioen, en de hele familie verhuisde mee
om geld te besparen (hij hoefde dus niet op kamers). Pieter Geyl ging Nederlandse
letterkunde studeren. Hij zag zichzelf op dat moment als dichter. Tijdens zijn studententijd
werd hij lid van een debatclub. Hij maakte tijdens zijn studie een draai van Nederlandse
letterkunde naar geschiedenis. De hoogleraren van de studie vielen niet in de smaak van
Geyl, maar hij studeerde wel af. In Venetië deed hij archiefonderzoek voor zijn doctorraad.
Hij schreef namelijk over een Venetiaanse gezant/ Venetiaanse ambassadeur die gebaseerd
was op archiefstukken.
Geschiedenis heeft twee verschillende betekenissen:
- Res gestea (synoniem verleden): dingen die geschied zijn in het verleden.
Archiefdocumenten uit het verleden die tot ons gekomen zijn.
- Historia rerum Gestarum (synoniem geschiedenis): het verhaal over die dingen in het
verleden. Het verhaal over de Venetiaanse gezant. (De studie geschiedenis verwijst
hier ook naar.)
Geschiedenis schrijven: schrijven van verhalen. (Historici gebruiken dit bijna niet).
Geschiedenis in de tweede graad: Niet het schrijven of spreken over het verleden, maar het
nadenken hoe mensen hebben gedacht/geschreven over het verleden. Wij schrijven
geschiedenis van historici. Ze bestuderen niet Napoleon zelf, maar voorstellingen van
Napoleon. (Historici doen dit constant).
Historiografie heeft twee verschillende betekenissen:
- Een onderwerp: alles wat er door historici geschreven is over één onderwerp.
Onmisbaar onderdeel van een historisch werk. Je begint nooit vanaf nul, want je kijkt
eerst naar alle werken van historici.
- Geschiedenis van de geschiedenis: Het gaat niet over één onderwerp, maar over
geschiedenis in het geheel. Bijv. alles wat geschreven is over de geschiedenis van
Nederland, of alle geschiedschrijving over de geschiedenis van Nederland. De
geschiedenis van onze eigen vak: geschiedenis.
Geyl is zowel historicus van de eerste graad als van de tweede graad.
Al voor dat Geyl zijn graad verkrijgt wordt hij geschiedenisleraar. Binnen een jaar vond hij
een baan in de correspondent in Londen voor de NRC. Toen hij in Londen zat brak de Eerste
Wereldoorlog uit, waardoor hij zeer betrokken raakte in deze oorlog. Hij ging bijvoorbeeld
meerdere keren naar het front. Hij raakte betrokken in een propagandaoorlog om de
(neutrale) Nederlandse opinie naar Frankrijk/Engeland te vormen.
,Na de oorlog werd hij intellectueel/ cultureel ambassadeur voor Nederland in Engeland. In
1919 zegt Geyl de journalistiek vaarwel, en wordt hij hoogleraar aan de university of London.
Hij krijgt een leerstoel in Dutch studies. De leerstoel is opgericht, en werd betaald door
Nederlandse ondernemers. Zo werd er verwacht dat Nederlandse belangen wordt gediend in
Londen. In die tijd is Geyl ook een vertegenwoordiger van een nationaal bureaus voor
documentatie van Nederland. Deze documentatie was bedoeld om propaganda te maken
voor Nederland. Nederland was namelijk bang voor Belgische eis om compensatie voor de
leed van de oorlog. Zo werd er bekeken door België om stukken grond te krijgen van
Nederland. Pieter Geyl was anti-Belgisch en was hiervoor de perfecte keuze. Hij werd
bewust van de Vlaamse kwestie toen hij in Vlaanderen op bezoek was in zijn studententijd bij
een studentencongres. De Vlaamse kwestie is de taalstrijd tussen de twee helften van
België. De voertaal van de universiteiten in België was Frans (het was dus een soort elite-
taal). De studentcongres eiste hoger onderwijs in eigen taal (,dus Nederlands). Pieter Geyl
was een groot voorstander van de voertaal van de Belgische universiteiten te veranderen, en
hij doet dit op een anti-Belgische manier. Hij is voorstander van de Vlaamse
onafhankelijkheid, maar hij gelooft ook dat de Nederlandstalige Belgen tot Nederland
behoren: Groot-Nederland (een gebied dat alle Nederlandstalige gebieden met elkaar
verbinden.)
Op hetzelfde moment begint hij ook aan zijn historische werken, waarin in hij een bepaalde
Nederlandse visie die in lijn is met zijn politieke visie. Hij begint kritische recensies te
schrijven over Nederlandse en Belgische historici. Bepaalde historici keken namelijk met een
blik van ‘Klein-Nederland’ (de huidige grenzen) naar de Nederlandse geschiedenis. Pas in de
17e eeuw kwam er een breuk in de Noordelijke- en Zuidelijke Nederlanden. Geyl vond dat
men naar de geschiedenis moest kijken met een ander perspectief: een Groot-Nederlands
perspectief. Pieter Geyl schreef ook zelf historische werken bijv. over de Nederlandse Stam
(volk). In 1920/1930 keek men vaak in de vorm van rassen en stammen. In dat werk geeft
hij aan dat er Nederlandse stam heeft bestaan, en dat je zo naar de geschiedenis moet
kijken. In zijn historische werken is er dus een politiek standpunt te vinden. Hij vond dat de
politieke strijd een vorm was van historie. Hij vond deze vermenging tussen politiek en
geschiedenis geen probleem en zelfs onmogelijk, maar ergerde zich vooral aan historici die
dit ontkende.
Waarom historiografie?
- Kennis van je onderwerp. Door kennis van het onderwerp kon Geyl zich positioneren,
en wist hij wat goed was en minder goed was in de geschiedschrijving.
We lezen wat er al geschreven is, en zetten daarnaast onze eigen visie
daartegenover.
- Kennis van de discipline. Je leest het werk van historici, en kijkt hoe een discipline is
ontwikkelt (ouderwets-, nieuw-, slechte-, en goede discipline). Door de discipline te
bekijken, maakt ons bescheiden. Er is namelijk al zoveel werk over een onderwerp
geschreven. Het geeft ons de mogelijkheid om ons eigen werk te relativeren.
- Kennis van culturen uit het verleden. Als wij weten hoe mensen omgingen met hun
leden, dan weten wij hoe die mensen zijn. We ontwikkelen een eigen blik op ons
verleden, door bijvoorbeeld de Black Lives Matter beweging tegenover het
slavernijverleden. De stammen van Pieter Geyl was toen heel modern, en vinden wij
nu heel achterhaald.
In Utrecht werd Geyl benoemd tot hoogleraar. De kroon en ministers moesten een
handtekening zetten onder de benoeming van hoogleraren. Bij de benoeming van Geyl ging
de kroon ertegenin en weigerde. Koningin Wilhelmina vond namelijk Geyl’s gedachte over
Groot-Nederland anti-orangistisch. Geyl moest een verklaring tekenen en de benoeming tot
hoogleraar kon toch doorgaan. De betrokkenheid van de Vlaamse beweging was tijdens
deze periode verminderd. De Vlaamse beweging draaide naar nationaalsocialistische en
fascistische meningen. Geyl is een liberaal en neemt het op tegen de extreem rechtse en
linkse.
, In Nederland breekt de Tweede Wereldoorlog uit, en Geyl wordt gevangengezet. Hij heeft in
drie verschillende kampen gezeten. In een van deze kampen schreef hij een autobiografie.
Ook schrijft hij een boek over Napoleon in een van deze kampen.
Geyl geeft zijn boeken een politieke-liberale lading. Hij omarmde het feit dat geschiedenis
een discussie was zonder einde. In een open-samenlevingen met vrije meningen kon hier
namelijk in worden gediscussieerd. Men zou een discussie moeten winnen, maar ook niet
willen beëindigen. Een partij wilt winnen, maar mag weer niet de grootste worden en moet
accepteren en willen dat er meerdere partijen tegelijkertijd bestaan. Na de oorlog verdwijnt
het nationaalsocialisme en het fascisme en breekt er een Koude Oorlog uit. Geyl staat aan
de kant van het westen. Geyl is voorstander van diversiteit in de geschiedenis, en was tegen
de personen die wel de discussie wilde beëindigen, en dit maakt Geyl tijdloos en
tijdgebonden tegelijkertijd.
Week 2
Hubert Howe Bancroft (1832-1910) geboren in Amerika
Bancroft Libary (heet dan wel een bibliotheek, maar was ook zeker een archief).
The uses of history (korte terugblik)
Heeft geschiedenis nut? Zo ja, wat zou het gebruik dan kunnen zijn?
Geyl: Ja, want de verbinding tussen politiek en geschieden, en heden en verleden was voor
hem zeer eenvoudig gemaakt. Zijn verbondenheid naar de Groot-Nederlandse gedachte was
zowel een historisch als politiek engagement.
Tosh zou kunnen afvragen waarom Geyl zou het heden op het verleden zou betrekken. Tosh
is groot fan van de 3 principes: verschil, context en ontwikkeling. Tosh omarmt deze
principes erkent dat het verleden invloed heeft op het heden, maar roept historici op om de
invloed van het heden op het verleden te minimaliseren.
Bancroft
Bancroft deed een studie naar het verleden, en werd gemotiveerd door hedendaagse
interesses. Zoals Geyl werd beïnvloed door het Vlaams-Nederlandse gedachtegoed, zo werd
Bancroft beïnvloed door het Amerikaanse westen in de tweede helft van de 19e eeuw.
Bancroft libary kan als voorbeeld dienen hoe de werkplaats van een historicus invloed
uitoefent op de geschiedenis die de historicus schrijft.
De plaats waar de wetenschap wordt uitgevoerd is belangrijk. Het is van belang in ons
onderzoek en wat wij doen. De universiteit in de 19e eeuw was een plaats met enkele
gebouwen, maar het onderwijs vond vaak plaats in het huis van de leraar. Tot de jaren 70/80
van de 20e werden zelfs nog de tentamens in het huis van de docent thuis plaats. De
professoren was een private setting, waardoor de relaties tussen docenten en leraren veel
closer waren dan nu in de 21e eeuw. In de 19e eeuw waren werkcolleges de gedachte dat
zoiets bij de docent zou moeten plaatsvinden. Het was een plaats voor mannen voor elkaar.
De ethiek en vaardigheden van de historicus zou zo het beste kunnen worden overgebracht.
De invloed die we nu in zitten; digitaal onderwijs, heeft ook weer invloed op de relatie tussen
student en docent. Die plaatsen zijn paradigmatisch geworden wat geschiedenis en historici
zijn. Scheikundige werken in een laboratorium, biologen werken in de natuur, en historici
werken in een archief.
De plaatsen/archieven zijn niet zomaar ontstaan, maar ze zijn gecreëerd/gemaakt door
mensen. Hierdoor krijgen ze een perspectief en zijn deze plekken niet neutraal. Ieder archief
en bibliotheek heeft een ander perspectief. Je moet weten waarom een collectie is opgericht,
om te weten hoe het naar het verleden kijkt.
Bancroft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UUStudents. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.