Volledige samenvatting van neurokinesitherapie 3 (Deel Luc Vereeck). Bevat theorie en praktijk. Het is opgesteld in VRAAGVORM om je zo makkelijker voor te bereiden op mogelijke examenvragen.
1. Wat zijn de taken van het vestibulair systeem?
Gaze stabilisation
Orientation and navigation
Autonomous functions (vb: bloeddruk)
Circadian rhythm
Postural control
2. Over welke 3 taken geeft het vliezige labyrinth informatie?
Hoofdpositie
Lineaire versnellingen
Rotatoire versnellingen
3. Wat zijn de 3 belangrijke functies van onze visus?
Scannen van de omgeving om obstakels te vermijden
Lichaamspositie en positie van ledematen en bewegingen bepalen t.o.v. vast objecten
( Hoogtevrees, er is geen referentiepunt om dit te bepalen)
Visuele oriëntatie
( SVV-test, SPV-test…)
4. Hoe wordt de Subjectieve Visuele Verticale (SVV) uitgevoerd?
Laserstraal in complete donker op de muur projecteren
o Zit op 2.5m
o Laser kantelt 5°, 10° en 20°
5. Hoe wordt de Subjectieve Proprioceptieve Verticale (SPV) uitgevoerd?
Stoel kantelt 5°, 10° of 15° en patiënt moet stoel terug verticaal zetten
6. Wat zijn de 2 grote compartimenten van het labyrint?
Benige labyrint:
o Ligt in os temporale
o Gevuld met perilymfe (buitenvloeistof)
Vliezige labyrint:
o Ligt in het perilymfe van het benige labyrint
o Gevuld met endolymfe (binnenvloeistof)
7. Welke 5 sensoren kunnen we anatomisch onderscheiden in het labyrint?
Saculus (verticaal georiënteerd)
Utriculus (horizontaal georiënteerd) = Vestibulum
3 Semicirculaire kanalen met elks een ampula (verbreding)
8. Hoe werkt de vestibulo-oculaire reflex?
Labyrint CZS Gaze-stabilisation (= Object volgen met de ogen zonder het hoofd te
bewegen, ogen bewegen in tegengestelde richting van het hoofd)
10. Waarvoor dient de vestibulo-spinale reflex?
Hoofd-oprichtingsreacties
Balansreacties/posturale controle
Rotaties en translaties
11. Welke 3 grote pathways verbinden de vestibulaire kernen met de anterieure hoorn van het
ruggenmerg en wat zijn hun functies?
Tractus vestibulospinalis lateralis: Extensietonus, Lichaam rechthouden tegen de
zwaartekracht
Tractus vestibulospinalis medialis: Hoofdreacties
Tractus reticulospinalis: Complex systeem dat buiten het vestibulaire systeem ook informatie
ontvangt van andere motorische systemen
12. Geef de benaming van de 3 semicirculaire kanalen: *
Anterieur kanaal = Superieur kanaal
Posterieur kanaal = Inferieur kanaal
Horizontaal kanaal = Extern of lateraal kanaal
13. Geef de oriëntatie van de semicirculaire kanalen*:
Anterieur kanaal: 45° lateraal geroteerd t.o.v. het sagittaal vlak
Posterieur kanaal: 45° mediaal geroteerd t.o.v. het sagittaal vlak
Horizontaal kanaal: 30° opwaarts t.o.v. het transversaal vlak (de
horizontale)
14. Waaruit bestaat de ampulla?
Ondersteunende cellen
Haarcellen (1 lang kinocilium en meerdere sterocilia)
Cupula (= gelmassa die haarcellen omvat en ampulla in 2 splitst)
De densiteit van de cupula is even groot als de omgevende
endolymfe vloeistof, waardoor de cupula niet wordt beïnvloed
door de zwaartekracht!
15. Wat is de functie van de ampulla?
Beweging van de endolymfe vloeistof zal de cupula doen bewegen waardoor rotationele
versnellingen van het hoofd worden gedetecteerd
16. Wat is excitatie en inhibitie van de haarcellen?
Excitatie = Steriocillia bewegen richten het kinocillium (= ampullapetal flow)
Inhibitie = Steriocilia bewegen weg van het kinocillium (= ampullafugal flow)
17. Waaruit bestaan de utriculus en saculus (= Samen het statolietorgaan)?
Ondersteunende cellen
, Haarcellen (1 lang kinocilium en meerdere sterocilia)
Gelatineuze massa
Otoconia (in gelatineuze massa)
= Zwaarder dan de gelatineuze massa en de endolymfe waardoor de zwaartekracht wel
invloed heeft hierop!
18. Wat is de functie van het statolietorgaan?
De positie van het hoofd t.o.v. de zwaartekracht en lineaire versnellingen (vb: vliegtuig, lift…)
detecteren
19. Hoe is de oriëntatie van de utriculus en saculus t.o.v. elkaar?
Utriculus en saculus staan in 90° t.o.v. elkaar
o Utriculus staat 30° getild t.o.v het horizontale vlak (= zelfde als horizontaal kanaal)
o Saculus staat 60° neerwaarts getild t.o.v. het horizontale vlak
In labyrint
geen
otoconia,
in
statolietorgaan wel! Hierdoor is de functie van het statolietorgaan wel de positie van het
hoofd t.o.v. de zwaartekracht!
20. Hoe wordt het labyrint bezenuwd?
Door N. Vestibulocochlearis (XIII):
o Horizontaal en Anterieur kanaal, Utriculus Pars Superior
o Posterieur kanaal, Saculus Pars Inferior
HAUSPI
21. Door welke arterie wordt het labyrint bevloeid?
A. Cerebellaris Anterior Inferior
, 22. Wat is de innervatie voor de externe oogmusculatuur?
Vestibulo-oculaire connecties:
o N. Oculomotorius (III)
o N. Trochlearis (IV)
o N. Abducens (VI)
Zijn van belang bij Nystagmus!
23. Welke innervatie zorgt voor balanscontrole?
Vestibulo-spinale connecties:
o Tractus vestibulospinalis lateralis
o Tractus vestibulospinalis medialis
25. Wat zijn de 2 belangrijke motor outcomes van het vestibulaire systeem?
Vestibulo-oculaire reflex (VOR) Blikstabilisatie (gaze-stabilisation)
Vestibulo-spinale reflex (VSR) Posturale controle
26. Welke soorten nystagmus zijn er?
Horizontaal (links of rechts)
Verticaal (upbeat of downbeat)
Rotationeel (clockwise of counterclockwise)
Geotroop (naar de grond) of Apogeotroop (weg van de grond)
27. Welke systemen zorgen voor blikstabilisatie?
VOR
Visueel geleide oogbewegingen (optokinetische reflex: vb. naar buiten kijken in rijdende
trein)
Cervico-oculaire reflex: Cervicogene proprioceptieve informatie kan oogbewegingen sturen
Centraal gestuurd: Mentale processen (vb: pre-programming, weten wat je gaat doen,
voorspellen…)
Maar: VOR is het enige systeem dat oogsnelheid regelt!
28. Waaruit bestaat de VOR?
Neuron van het labyrint naar de vestibulaire kernen
Neuron van de vestibulaire kernen naar de motorische kernen van de oculomotorius
Neuron van de motorische kernen van de oculomotorius naar de externe oogmusculatuur
29. Leg het push-pull fenomeen uit (!):
= one side is always being inhibited while the other is being excited
Bij een rotatie van het hoofd naar rechts zien we:
o Endolymfe flow in het rechter horizontaal kanaal richting de cupula (= ampullopetal
flow) wat zorgt voor excitatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller harold_meys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.95. You're not tied to anything after your purchase.