Summary
Samenvatting Europees Recht Algemeen Deel, ISBN: 9789462512221 Europees Recht
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting Europees recht 3e jaar Hbo-rechten, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Followfennagiesen
Content preview
Europees rechtCollege 1
Internationaal recht
De EU is een internationale organisatie die is opgericht volgens de regels van het international recht
Wie vormt de basis van de internationale samenleving staten. Recht gemaakt door staten en
geldend tussen diezelfde staten.
Belangrijk kenmerk van die internationale samenleving soevereiniteit – wat is dat? dat je zelf
de baas bent in je eigen staat, een andere staat heeft er niks over te zeggen.
Internationale organisaties
- Lichaam opgericht bij verdrag voorzien van organen
Waarom gaan staten samenwerken met elkaar? – gaat altijd om duurzame behartiging van
de gemeenschappelijke belangen van de staten.
- Taak: duurzame behartiging gemeenschappelijke belangen lidstaten
- Soorten organistaties: (naar taak)
1. Politieke
2. Militaire
3. Economische
4. Sociale
Rechtssprekende organisaties, bijv. het international strafhof - houdt zich bezig met vervolging,
berechting van mensonteerdende bedrijven bijvoorbeerl genocide. Die hodut zich bezig met de hele
erge internationale misdaden tegen de mensen.
Vervolg
Intergouvermernteel
- Organisatie staat alleen de samenwerking tussen de regeringen ten dienste. Staten kunnen
niet tegen hun zin gebonden worden.
Hoe worden besluiten genomen? Lidstaten worden niet tegen hun zin gebonden. Daar gaat
het om. Unanimiteit wil zeggen dat elke lidstaat het eens moet zijn met een bepaald besluit,
anders geen besluit
Elk lidstaat heeft een veto-recht
Elk lidstaat kan een besluit blokkeren
Supranationaal
- Staten dragen (een deel van) hun bevoegdheden over, m.b.t. wetgeving, bestuur en
rechtspraak
Hoe worden besluiten genomen? heir worden besluiten genomen bij bijv. meerderheid
van stemmen. De minderheid kan dus gebonden worden aan een beslissing waar die het niet
mee eens is. Hier is geen sprake van unanimiteit.
, 1. Wereldbank economisch, intergouvernemeneel
2. Voedsel- en landbouworganisatie sociaal en economisch, intergouvernementeel
3. Wereldhandelsorganisatie economisch en intergouvernementeel
4. Greenpeace sociaal, NGO
5. Natuurmonumenten NGO – non gouvernemental organisation (heeft niks met staten
te maken.) belangen organisatie. Als het niet is opgericht door staten kan het geen
intergouvermente of supranationale organisatie zijn. Nationale belangen organisatie
Hoofdregel = intergouvermenteel zijn alle internationale samenwerking (meestal) staten willen hun
soevereiniteit niet kwijt dus daarom minder vaak supranationaal
Vervolg
Let op:
- Een strike scheiding tussen intergouvernementeel en supranationale organisaties is niet
(altijd) scherp mogelijk!!
- Voorbeeld van surpanationaal is de EU
Casus
Twee nederlandse gevangenen dienen bij het EHRM een klacht in over de manier waarop zij worden
behandeld in een zwaar bewaakte gevangenis, de extra beveiligde inrichting in Vught. Vooral het feit
dat zij dagelijks routinemtig inwendig worden onderzocht vinden zij vernederend. Het EHRM geeft de
gevangenen gelijk.
1. Wat is het EHRM?
- Europees hof voor de rechten van de mens, raad van Europa = internationale organisatie
opgericht na de 2e wereldoorlog. 47 landen.
2. Op welk artikel zouden de twee gevangenen een beroep doen?
- Recht op een eerlijk proces – art. 6 EHRM en art. 3 EHRM
3. Waaraan ontleent het EHRM zijn bevoegdheid om Nederland te veroordelen?
- Art. 19 EVRM – instelling van het hof om te verzekeren van de verplichtingen die de partijen
op zich hebben genomen wordt dat ingesteld. daaruit blijkt het EHRM de bevoegdheid heeft
om dingen schenden van het EvRM te veroordelen
4. Is Nederland verplicht zich te houden aan het oordeel van het EHRM
5. Ja, art. 46 EVRM . partijen verbinden zich ertoe. Bindende kracht en uitsprakenWat zijn de
verschillen tussen het EHRM en het internationaal gerechtshof?
- 2 rechtsprekende instanties, organen.
Verschillen Oefening:
Orgaan van: EHRM = raad van Europa - internationaal gerechtshof = VN (verenigde staten)
Juridische basis : EHRM = art. 19 EVRM – internationaal gerechtshof art. 92 handvest VN
Zetel: EHRM = staatsburg - . Internationaal rechts = in den haag
Geschillen: EHRM = geschillen EVRM – internationaal gerechtshof = geschillentussen de leden.
- burgers , beroep doen op mensenrechten, schendingen niet van de grondwet maar altijd van
het EVRM. Internationaal recht: geschillen van de lidstaten van de vn.
,Doorwerking internationaal recht
- monisme ziet de internationele wereld en de nationale wereld als een geheel. Dus
internationele regels hoeven niet omgezet te worden in nationaal recht. Om te kunnen
werken. Bij monisme hoeven internationale regels omgezet worden in bijv. nederlandse
wetten maar die kunnen meteen doorwerken
- dualisme internationaal recht moet wel eerst worden omgezt in nationaal recht. Bijv.
engeland heeft zon systeem dualistisch. Art. 93 en 94 GW zijn van belang met betrekking tot
de doorwerking op internationaal recht. Term – e.i.v.b. een ieder verbindende bepalingen.
- art. 93 en 94 grondwet
1. art. 2 EVRM een ieder verbindend.
2. art. 1 ESH sociaal handvat – niet een ieder verbindend
3. art. 19 IVBPR een ieder verbindend
4. art. 11 IVESCR niet een ieder verbindend
de eerste 2 komen van de raad van europa
en de laatste 2 komen van de VN
hele EVRM zijn allemaal een ieder verbindend
ESH staan de sociale grondrechten in. De overheid moet actie ondernemen.
IVBPR staan de klassieke grondrechten
IVESCR internationaal verdrag voor de economische sociale rechten zijn niet een ieder
verbindend.
Een ieder verbindend wil zeggen dat iemand, een burger van de lidstaat er aanspraak op kan maken,
harde rechten kan ontlenen.
Vragen
Vragen
1. Iedere internationale organisatie komt tot stand door middel van een
oprichtingsverdrag. Wat zou er in zo’n oprichtingsverdrag moeten zijn vastgelegd?
- doel van de organistatie , hoe kun je lid worden van de organisatie , hoe kun je er weer
uitstappen. Waar is de zetel van de organisatie, wat is de structuur van de organisatie.
2. Er is een verschil tussen intergouvernementele en supranationale organisaties.
a) Geef aan waarin het verschil (de verschillen) is gelegen.
- intergouvermentele organisatie blijven ze de souvereiniteit houden en kunnen niet
tegen hun zin gebonden worden aan besluiten. En bij supranatioanle organistaties geven
lidstaten een deel van hun bevoegdheid aan die organisatie, en kunnen dus ook tegen
hun zin gebonden worden aan besluiten.
b)Welke organisatie zal krachtiger kunnen opereren in het internationale veld?
, - supranationaal omdat dan niet iedereen het eens hoeft te zijn met een besluit, dus kan
er sneller een beslissing worden genomen. Niet iedereen heeft het recht om een besluit
te blokkeren.
3. In 1949 werd de Raad van Europa opgericht. Geef aan wat de kracht was van die
Raad, maar ook wat het zwakke punt is.
- de samenwerking in het raad van Europa richt zich alleen op mensenrechten en
democratie. Sommige landen willen verder gaan, op andere gebieden samenwerken,
maar dat willen de meeste niet. Is er ook nooit van gekomen. Dus wat is de kracht? – dat
er toch wel 47 lidstaten zijn die zich wel focussen op de mensenrechten en democratie.
En het zwakke is dat er allen bij die onderwerpen is gebleven en niet meer onderwerpen
waren dan allen dat dus niet de vrije handel. De collectieve militaire verdediging, nee
alleen mensenrecht en democratie.
4. Leg het ‘verbindende karakter’ van besluiten van de VN uit.
- wat is nou supranationaal van de Vn dat heeft te maken met een bepaald orgaan van
de vn de veiligheidsraad in hoofdstuk 5 van het vn handvest bepalingen over de
veiligheidsraad. Art. 23. Art. 25 VN handvest daarom komen de leden van de vn overeen
om de besluiten van de veiligheidsraad te aanvaarden en uit te voeren. 15 landen
kunnen beslissingen nemen over de overige leden van de VN. Dat is het supranationale
element. Dat een klein deel besluiten kan nemen voor anderen die niet betrokken zijn.
5. Het ‘Schuman plan’ had een lange historische achtergrond. Waarop had Robert
Schuman zijn tekst en het latere plan gebaseerd?
6. Welke drie gemeenschappen kunnen worden genoemd als voorloper van de
Europese Unie?
7. Wat wordt er bedoeld met ‘politieke integratie’?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fennagiesen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
66579 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now