Vegetatieve fysiologie (autonome): gericht op instandhouding van lichaam (je hoeft
er niet bij na de denken)
Animale fysiologie: gericht op veranderingen in de omgeving.
(Tussenopdracht => 22 november aantekeningen maken. zondag 3 december oefencasus
=> uiterlijk 7 december ingeleverd)
De ademhaling
Ventilatie (het transport van gassen de long in en uit)
Diffusie (het transport van gassen tussen longenlucht en het bloed van de longvaten
en tussen bloed en lichaamscellen
Ventilatie/perfusie verhouding (de onderlinge afstemming van de ventilatie op de
doorbloeding van de long)
Gastransport door bloed (het transport van o2 en co2 door het bloed)
Cellulaire ademhaling (de oxidatie van voedingsstoffen onder productie van energie
en co2) zoals glycolyse
Ventilatie
Gemiddeld 12/15x per minuut ademen
De luchtwegen (bovenste + onderste luchtwegen)
Bestaat uit kraakbeen
Bronchiolen bestaan niet meer uit kraakbeen hier vindt de gaswisseling plaats.
Spirometrie => kun je zien hoeveel lucht je in of uit ademt.
0,5 liter adem je in en uit in rust. Bij inspanning is
Ademvolume (Vt): wat je normaal in en uit kan ademen
IRV (inspirator reserve volume) : lucht dut je extra in kan ademen
ERV (expiratie reserve volume) : lucht dat je extra uit kan ademen
Restvolume (RV): hoeveelheid lucht die je niet uit kan ademen. Bij longpatiënten is dit erg
groot.
Functionele rest capaciteit (FRC) = ERV + RV
Inspiratoire capaciteit (IC) = Vt + IRV
Vitale capaciteit (VC) = IC+ERV
Totale long capacteit (TLC) = VC + RV
Diafragma samentrekt : interthoracale ruimte wordt groter (druk wordt kleiner)
Diafragma in rust: interthoracale ruimte wordt kleiner. (druk wordt groter)
,Wet van Boyle: P.V = cst
De ventilatie leidt tot drukverandering.
De long wil graag klein zijn en heeft een grote retractiekrachten
De thoraxwand wil groot zijn en heeft een klein retractiekracht.
Waarom ademen we?
De long moet eerst opgerekt worden (druk wordt kleiner) voordat er lucht in kan stromen
(last van wrijving) => deze weerstand moet overwonnen worden.
Compliantie (rekbaarheid)
De volume verandering die optreedt bij een drukverandering (ΔV/ΔP)
Als de rekbaarheid toeneemt dan neemt de terugveerkracht af.
De volume-relatie onder statische omstandigheden (ademhaling vasthouden dan is de druk
hetzelfde): de rustrekkingscurve of statische V/P-curve (helling is de compliantie)
De transmurale druk (P1= Palv – Ppl) : het drukverschil tussen de long en de interpleurale
ruimte.
De pleuraruimte zorgt ervoor dat de longwand en thoraxwond bij elkaar blijft.
Bij inademing wordt de druk in de interthoracale (=interpleurale ruimte) ruimte meer
negatief.
De thorax: Pth= Ppl-Pb
P (l+th) Palv – Pb
Alle drukken worden gemeten in verhouding met de buitenluchtdruk.
Factoren betrokken bij de terugveerkracht van de long
Elastinevezels (elastisch) en collageenvezels (stug)
, Oppervlaktespanning van alveoli (dun laagje vloeistof waardoor er druk ontstaat in
het middenpunt) (hoe groter deze kracht hoe slechter de compliantie is, door water
in de longen te doen kan iemand zich minder benauwd voelen)
In elke alvoli zit evenveel afwasmiddel (surfactant) waardoor de oppervlaktespanning
afneemt. Hierdoor is de druk gelijk en vindt er geen diffusie plaats.
o Prematuren (vroeggeborende) hebben minder surfactante producerende
cellen waardoor ze moeite hebben met ademhalen.
De dynamische V-P-curve (zie grafiek) De breedte van de curve is een mate voor
luchtwegenweerstand.
Het ademminuutvolume: Ve= f(ademfrequentie) x Vt
V: volume dat per minuut in en uit geademd wordt.
De fysiologische dode ruimte: Ve = Va + VD
De anatomische dode ruimte:
hoeveelheid lucht die niet in de
longblaasjes komt. (blijft in de luchtpijp)
De alveolaire dode ruimte: die wel in de
longen komt maar niet mee doet
(bloedvaten open en dicht zetten)
(verwaarloosbaar)
De alveolaire ventilatie: Va: f x Va
V met een puntje is ventilatie en V is volume.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherdecoo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.56. You're not tied to anything after your purchase.