100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bestuurskunde hoofdstuk 1-6 eerste jaar $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting bestuurskunde hoofdstuk 1-6 eerste jaar

 23 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor het tentamen bestuurskunde ( eerste jaar) Hoofdstuk 1-6.

Preview 2 out of 15  pages

  • No
  • 1 tot en met 6
  • January 15, 2021
  • 15
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Criteria: De student (her)kent de basisbegrippen van overheid en beleid

De Nederlandse samenleving:

Trias politica (de 3 machten)

1. De wetgevende macht (Staten-Generaal)
2. De uitvoerende macht (Ministeries)
3. De rechterlijke macht (de onafhankelijke rechters)

De ‘’4e macht’’ ook wel het ambtenarenapparaat (of de bureaucratie)

De ministeriele verantwoordelijkheid is erg belangrijk:
de minister is eindverantwoordelijk voor de handelingen van ambtenaren onder hun,
de koning is onschendbaar.

De media, lobbyisten en adviesbureaus kunnen de politieke besluitvorming beïnvloeden



Na WOII gaat de overheid zich meer met de samenleving bemoeien.

De verschuiving van het aandachtsveld kan je aanduiden met Codificatie en Modificatie.

Codificatie: de overheid volgt eerst de ontwikkelingen in de samenleving en stelt daarna (eenmalig)
wetten op die passen bij de geconstateerde ontwikkelingen.

Modificatie: de overheid wil continu inspelen op de ontwikkelingen in de samenleving en mogelijk
zelfs daarop vooruitlopen en ontwikkelingen beïnvloeden (modificeren)

o De overheid gaat de samenleving dus sturen en schept hiervoor zelf de randvoorwaarden:
De verzorgingsstaat ontstaat

Huidige situatie ‘’post-verzorgingsstaat’’

 De participatiesamenleving, de verantwoordelijkheid komt steeds meer bij de burger zelf te
liggen en dus niet meer bij de overheid zelf (ze trekken zich langzaam terug)

+ 3 hoofdstromingen in de Nederlandse politiek

1. Liberalisme – vrijheidsbeginsel
2. Christendemocratie – christelijke beginselen
3. Socialisme – gelijkheidsbeginsel



Begrippen Nederlandse Overheid:

Actor: iedereen die bij een beleidsproces is betrokken

Gedecentraliseerde eenheidsstaat: taken en bevoegdheden zijn aan ander overheidsorganen
toebedeeld

Territoriale decentralisatie: als overheidsorganen (provincies en gemeenten) een bepaald gebied
besturen

, Functionele decentralisatie: als een overheidsorgaan (bijv. een waterschap) is ingesteld ter
behartiging van een bepaald doel

Verticale machtenscheiding: het verdelen van de bevoegdheden tussen de rijksoverheid, de
provincies en de gemeenten (bestuurslagen)

Autonomie: ‘’eigen huishouding’’ gemeenten en provincies, dat wil zeggen dat ze binnen zekere
grenzen, exclusieve taken en bevoegdheden hebben waar de andere overheden zich niet mee mogen
mengen

Medebewind: heeft betrekking op het uitvoeren van rijkstaken door de lagere overheden.



Decentralisatie en deconcentratie:

Deconcentratie is het zich fysiek over een land verspreiden van delen van een overheid (bijv. de
regionale kantoren van de belastingdienst), onderverdeelt in:

o Inspecties: toezicht, controle en coördinatie (bijv. Inspectie van het Onderwijs)
o Directie: meer technisch uitvoerend van aard (bijv. regionale directies van Rijkswaterstaat)
o Consulentschappen: vooral voorlichting en advisering (bijna alles inmiddels opgeheven)

Bij deconcentratie vindt er geen overdracht van taken en bevoegdheden plaats



Het begrip ‘’algemeen belang’’

De taak van de overheid: het behartigen van het algemeen belang

Er bestaat geen één belang, maar er is sprake van veel uiteenlopende deelbelangen.

Kortom, gaat het vaak om een afweging of soms zelfs om een strijd tussen deelbelangen. (Bijv.
verschillende organisaties, maar ook afdelingen in één organisaties)



Het begrip ‘’beleid’’

o Beleid is een plan (doelen en middelen)
o Beleid is alles wat een overheid doet (alles met een bewuste keuze, bijv. het niet nemen van
beleid is ook beleid)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ruud-christine. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  1x  sold
  • (0)
  Add to cart