Abstract
Samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 4 van het boek ‘ Export Management’ van Hans Veldman
(2016)
S1157035 | 30-10-2020 | Minor Zakendoen in Duitsland en Oost-Europa
, Hoofdstuk 1 Export in Europees en Mondiaal perspectief
§1.1 internationale handel en ontwikkelingen
De internationale handel omvat uitwisselingen van goederen en diensten die nationale grenzen overgaan. De
ontwikkeling hiervan hangt samen met productieomstandigheden en vraag en aanbod van producten. Hierdoor
ontstaan er kostenverschillen bij productie van vergelijkbare goederen in verschillende landen. Door deze
verschillen gaan landen zich richten op een bepaald gebied. Comparatieve kostenverschillen ontstaan als er
tussen twee landen verschil is, tussen de verhouding van de kosten van het ene product ten opzichte van de
kosten van een ander product. Een land richt zich op de productie van dat product waarvan de kosten in
ivergelijking tot een ander product het laagst zijn in een ander land. Comparatieve kostenverschillen hebben de
volgende factoren: Verschil in productiefactoren tussen landen, het niveau van ontwikkeling, geografische
ligging, de vitalisering van de economie, bedrijfsculturen, inkooporganisaties, netwerken bedrijfstak en
innovatie. Dit laat zien dat niet alleen geld belangrijk is, maar ook de strategie van het bedrijf. Dit wordt de
moderne theorie genoemd. De oude theorie gaat alleen over geld. In de moderne theorie gaat het over
inventiviteit van ondernemerschap, management en organisatie van de organisatie en de hiermee
samenhangende concurrentiekracht van ondernemingen als basis voor de internationale handel. Een bekend
voorbeeld hiervan is de moderne theorie Porters Diamand. Dit model bekijkt de verschillen in
concurrentiekracht tussen landen. Dit model kijkt naar de volgende factoren: voordelen, vraag en nationale
concurrentieverhouding, strategie & structuur. Samenhangend met het Daimond-model ontwikkelde Porter de
Clustertheorie. Een Cluster is een geografische locatie of regio waarin een groep ondernemingen binnen een
bepaald vakgebied of een wetenschap bij elkaar gevestigd zijn. Denk aan Silicon Valley in Amerika. Dit heeft de
volgende voordelen voor bedrijven: zelfde leveranciers, dezelfde klanten, kennis uitwisselen en innovatie, want
werknemers wisselen. Dit zijn externe economische voordelen.
§1.2 Exporteren en de Nederlandse exportsituatie uitgelegd
Ongeveer 54% wat geproduceerd wordt binnen Nederland gaat naar het buitenland. De hoge positie komt
door de locatie en vooral het Europese achterland. In 2013 bestond ongeveer de helft van de uitvoer uit
wederuitvoer. Nederland verdient hier ongeveer 54 cent per product mee. Voor de Nederlandse exportsituatie
zijn de volgende 3 onderdelen van levensbelang: Europese markt, stabiliteit eurozone en de ontwikkeling op
het terrein van de Europese eenwording. 70% van de export gaat naar landen binnen de EU. Daarom is de
stabiliteit van de eurozone van groot belang voor Nederland. Ook heeft de EU veel contacten met VS en Japan.
Nederland is een handelsland. Het exportvolume van Nederland bestaat uit: Export, uitvoer van in het land
gemaakte producten, Wederinvoer: invoer met toegevoegde waarde van producten die eerst uitgevoerd
werden, Wederuitvoer: uitvoer van invoer met meestal weinig toegevoegde waarde, Doorvoer: verder
vervoeren van goederen die fysiek naar Nederland komen en vrij worden verhandeld, maar eigendom blijven
van een buitenlandse ingezetene (denk aan containervervoer). Met name de wederuitvoer is voor Nederland
belangrijk; hierbij gaat het vooral om goederen die, na te zijn ingevoerd, het land weer in onbewerkte staat
verlaten. De definitie van internationale handel: “internationale handel omvat alle uitwisselingen van goederen
en diensten die nationale grenzen overschrijden”. Daarbij wordt de betalingsbalans van een land waarin de
koper verblijft, belast. De definitie van Global Sourcing: “Global Sourcing is een strategie waarbij een
onderneming niet-locatie gebonden bedrijfsprocessen over de grens vestigt in een regio waar de
bedrijfseconomische kosten van productie en de toegevoegde waarde relatief het meest gunstig zijn, of het
proces door anderen laat doen op plaatsen over de hele wereld waar deze het meest gunstig zijn”.
§1.3 Handelspolitiek en de Europese Unie
De positie van Nederland als exportland wordt bepaald door de samenwerking tussen overheden en het EU-
beleid. In dit geval spreken we van handelspolitiek: “de maatregelen die de overheid van een land kan nemen
om daarmee de uitkomsten van het proces van internationale specialisatie te beïnvloeden”. In deze tekst
worden er 2 besproken: Vrijehandelspolitiek en protectie. Bij vrijehandelspolitiek vindt de internationale
handel volledig plaats via de wetten van vraag en aanbod. Deze handelspolitiek heeft de volgende voordelen:
efficiënte concurrentie, technische innovatie, geen handelsoorlog, stabilisatie van prijzen, landen en organisatie
en er zijn bekende spelregels. En de volgende nadelen: geen rekening met conjunctuurbewegingen en
cultuur&religie, beperkingen van de comparatieve kosten en mogelijke discriminatie van ontwikkelingslanden.
In de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) is de vrijhandel vastgelegd. Het doel van de GATT was:
afschaffen van de handelsbelemmeringen tussen de aangesloten landen. De WTO (World Trade Organisation)
heeft de volgende taken: GATT controleren, stimulatie onderhandelingen en oplossen van geschillen. De
handelspolitiek is er om landen te beschermen (protectionisme). Bij protectionisme zijn er andere prijzen dan
bij de situatie van de vrijhandel. Dit kan leiden tot een groot obstakel voor de toegang tot handel met ander
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller voorpostelloes13. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.