BIOLOGIE
HOOFDSTUK 18.1
Noordelijk halfrond
● meer land en planten
● CO2-gehalte daalt in zomer
Zuidelijk halfrond
● minder planten
● CO2-gehalte stijgt in de winter
Metingen in luchtbelletjes in het poolijs laten zien dat het CO2-gehalte sterk gestegen is
sinds de industriële revolutie.
Broeikasgas= gas dat warmtestraling (vooral teruggekaatste zonne-energie) van de aarde
vasthoudt.
Broeikaseffect= dampkring werkt als een kas door CO2 en andere gassen en zonnewarmte
blijft voor een deel in de atmosfeer achter.
● temperatuur van aarde gemiddeld 15 graden
Versterkt broeikaseffect= meer dan normaal vasthouden van warmte door atmosfeer
● hoger temperatuur
○ landijs smelt en oceaanwater zet uit→ stijging zeespiegel→ overstroming
○ meer verdamping→ meer regen
○ ontdooien van permafrostlaag
■ extra organische stof voor reducenten
■ moerasgas in permafrostlaag komt vrij
● planten en dieren, aangepast aan koele streken, sterven of trekken naar noorden
Klimaatveranderingen leiden tot veranderingen in ecosystemen en hun bewoners
● voedselproductie: gedroogde gebieden, overstroomde gebieden
Moerasgas
● borrelt uit sloten en plassen
● bestaat vooral uit methaan
○ houdt warmte 25 keer beter vast dan CO2
● ontstaat uit organisch materiaal onder anaerobe omstandigheden
● in de toendra ontstaan plassen→ reducenten breken de ontdooide organische stof
af. Diffusie van O2 in het water verloopt trager dan verbruik→ water zuurstofloos→
anorganische bacteriën breken de organische stof af, daarbij ontstaat moerasgas
● een deel van de CH4 oxideert in de atmosfeer tot CO2
Micro-organismen in de pens van herkauwers produceren veel CH4 en CO2
Archaeabacteriën
● o.a methaanbacteriën
● enkelvoudig celmembraan
● leven in extreme omstandigheden: koud, hoge zoutconcentratie in laagje water
boven permafrost
, Snelle koolstofkringloop (max paar honderd jaar) T93F
● Planten nemen CO2 op en vormen organische stoffen, waarvan consumenten leven
● Bij de dissimilatie verdwijnt CO2 uit planten
● Via dieren komen organische stoffen in de rest van de voedselketen
● Dieren verbruiken organische stoffen en ademen CO2 uit
● Reducenten zetten detritus (dode resten en uitwerpselen) om in o.a. CO2
● Organische stoffen als hout blijven in planten achter
● Ethanol gemaakt uit biomassa als brandstof
Onderwater
● CO2 lost in water op als HCO3-. Waterplanten en algen nemen deze stof op en
maken organische stoffen
● Afbraak van organisch materiaal is slecht op de bodem. Met algen die zakken naar
beneden verdwijnt een deel van koolstof uit de atmosfeer
Langzame koolstofkringloop
● Zeedieren nemen HCO3- op en maken kalk (CaCO3) voor hun schelpen
● Schelpen spoelen op het strand. Door verwering van de schelp komt CO2 weer vrij
● Onder druk veranderen organische resten in steenkool, gas en olie en schelpen
veranderen in kalksteen
● Via fossiele brandstoffen komt CO2 in de atmosfeer
HOOFDSTUK 18.2
Stikstofbinding / stikstoffixatie T93G
● stikstofbindende bacteriën in bodem, water of knollen koppelen N2 uit de lucht aan
organische stoffen
● Mutualisme
○ In knollen bindt het pigment leghemoglobine O2. Onder anaerobe
omstandigheden werkt nitrogenase van bacteriën optimaal: N2 wordt
omgezet in NH4+, waarmee de bacteriën aminozuren maken vanuit de
koolhydraten van planten.
○ gastheerplant krijgt NH4+ en aminozuren terug
Groenbemesting: na afbraak van dode planten komen stikstofverbindingen in de bodem.
Eutrofiëring van oppervlaktewater
1. Uitspoeling van zouten meegevoerd met bodemwater
2. Algenbloei: oppervlak van sloot raakt bedekt
3. gebrek aan licht→ waterplanten sterven
4. dode organismen zakken naar beneden
5. Reducenten breken ze af m.b.v O2 uit het water
6. O2-gehalte daalt (hypoxie= zuurstofarme omstandigheden). Bovenste laag water
mengt niet goed met diepere water
7. aantal en soorten waterdieren en waterplanten daalt in de bodem
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manyuiwu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.