BIOLOGIE
HOOFDSTUK 16.1
Pees
● stevige band van bindweefsel die een spier aan een bot verbindt
● grootste pees: achillespees (tussen grote kuitspier en hielbeen)
● bevat bundels collageenvezels. Elke bundel bestaat uit collageenfibrillen (omgeven
door bindweefsel die vooral collageen maken en afgeven), opgebouwd uit vele
moleculen collageen.
● bevat tussencelstof (producten die bindweefselcellen afgeven, waardoor een
samenhangend geheel ontstaat)
● door collageen is de pees in staat om kracht van de spier door te geven aan het bot
en veerenergie op te slaan
● bij volgroeide pezen (cellen ver van elkaar door zoveel collageen) houden dunne
uitlopers de cellen in contact
Ionen kunnen via gap junctions (eiwitkanalen in de celmembranen van twee buurcellen)
diffunderen van de ene cel naar de andere. Cellen beïnvloeden elkaar zo. Een geactiveerde
cel kan andere cellen activeren. Alle cellen kunnen na mechanische stress gelijktijdig
collageen maken.
Een gescheurde pees herstelt langzaam, doordat het slecht doorbloed is.
1. granulocyten eten de bacteriën en geven cytokinen af
2. bindweefselcellen produceren collagenase dat beschadigd collageen afbreekt
3. o.i.v. groeifactoren ontstaan om de wond nieuwe bloedvaten→ meer brand- en
bouwstoffen voor bindweefselcellen
4. bindweefselcellen delen en maken extra collageen
5. collageenmoleculen maken dwarsverbindingen die in het verlengde van de
trekrichting terechtkomen→ pees wint aan sterkte
Zintuigen in voeten, enkels en onderbenen geven info over positie en kracht in het
onderbeen door. Normale atleten zetten zich snel af van een startblok.
Lopen
1. hiel op de grond→ klap: achillespees drukt in elkaar
2. kuitspier trekt samen (verkorting), voet blijft op de grond→ verlenging achillespees,
kuitspier slaat energie op in de achillespees
3. afzet van de voet van de grond: energie komt vrij, achillespees verkort
Blades
● lagen koolstofvezels
● Blades wegen minder dan onderbenen en hebben een groter contactoppervlakte met
de grond. Minder energie nodig→ hoger beenritme en grotere passen
● Blade runners kunnen hun kuitspieren niet trainen
, ● Bij het rennen buigen blades door de lichaamsmassa, energie wordt opgeslagen. Bij
afzet komt energie vrij. Een blade werkt als een springveer net als een achillespees.
HOOFDSTUK 16.2
Skeletspieren
● verbonden met pezen aan botten
● opgebouwd uit spiervezels met meerdere celkernen per spiervezel
○ myosinekoppen in snelle spiervezels splitsen snel ATP: per tijdseenheid meer
verbindingen tussen actinefilamenten en myosinekoppen dan in langzame
spiervezels. T90B
● hebben dwarsgestreept spierweefsel
○ geordende rangschikking van actine- en myosinefilamenten→ patroon van
lichte (I-banden) en donker banden (A-banden)
Spiervezels
● samensmelting van honderden spiercellen
● elke bundel is omgeven door bindweefsel
○ bloedvaten voor doorbloeding van spieren
● bevatten bundels myofibrillen (langgerekte eiwitfilamenten) voor samentrekking
○ dunne filamenten→ I-banden
■ opgebouwd uit twee ketens actine
■ in het midden van I-band: Z-lijn
■ gedeelte tussen twee Z-lijnen: sarcomeer (kleinste samentrekkende
eenheid van een spiervezel)
○ dikke filamenten→ A-banden
■ opgebouwd uit aantal ketens van myosine
● kracht van spiervezel hangt af van het aantal verbindingen tussen myosine en actine
Impulsoverdracht van motorische neuronen op spiervezels in neuromusculaire synaps
Motorische eenheid= groep spiervezels, die verbonden is met hetzelfde motorische axon en
die tegelijk op impulsen van die axon reageert.
Cyclisch proces (elk cyclus verkort de spier circa 1%) T90C
1. Door een impuls komen Ca2+ ionen vrij in een spiervezel. De structuur van de
tropomyosinefilamenten verandert. De kop, een motoreiwit (eiwit dat beweging kan
veroorzaken), die uit de myosinefilament steekt, bindt aan het actine.
2. ADP laat los van de myosinekop→ kop veert van de actieve stand terug naar de
niet-actieve stand en trekt aan het actinefilament→ Z-lijn schuift naar midden van het
sarcomeer→ lengte van sarcomeer neemt af.
3. Wanneer de myosinekop een nieuw ATP-molecuul bindt, laat het daarbij het
actinefilament los.
4. De myosinekop splitst ATP in ADP + Pi. Door de energie die vrijkomt, buigt de
myosinekop in de actieve stand. De verbinding tussen myosine en actine blijft
verbroken totdat Ca2+ ionen vrijkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manyuiwu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.