Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5580)
Seller
Follow
manyuiwu
Content preview
BIOLOGIE
HOOFDSTUK 6.1
1. Ovulatie/eisprong
2. Zaadcellen gaan naar eileider via vagina.
3. Aantal zaadcellen dringt door de follikelcellen heen
4. Zaadcellen maken contact met de eischil (eiwitlaag om de eicel)
5. Zaadcellen geven enzymen af die de eischil afbreken. 1 zaadcel dringt uiteindelijk
door de eicel
6. Zaadcel geeft zijn kern (DNA) aan de eicel→zygote (bevruchte eicel)
7. De eerste delingen zijn klievingsdelingen (geen plasmagroei: geen celgroei).
8. Innesteling (=vastzetten van het klompje cellen in het baarmoederslijmvlies).
9. Cellen rangschikken zich rond blastulaholte. De buitenste laag cellen (=trofoblast)
vormen het begin van placenta. Uit cellen van de kiemschijf ontstaat het embryo.
10. De cellen van de kiemschijf delen. Tussen de nieuwe cellen vormen zich 2 holtes
gevuld met vocht: een kleine, het dooierblaasje en een grote die meegroeit met de
embryo, de amnionholte. In dit stadium is de blastulaholte de grootste holte.
11. De trofoblast vormt uitstulpingen: vlokken die tussen cellen van baarmoederslijmvlies
ingroeien en later het embryonale deel van de placenta vormen.
12. Tussen trofoblast en de kiemschijf ontstaat de hechtsteel: begin van de navelstreng.
De amnionholte groeit sterk en verdringt de blastulaholte. De kleine holte, het
dooierblaasje, vormt de eerste bloedcellen. Later neemt de lever dit over en
uiteindelijk het rode beenmerg.
13. De amnionholte groeit en vult ten slotte de hele blastulaholte met vruchtwater.
14. De wand van het amnion vormt het binnenste vruchtvlies en de trofoblast vormt het
chorion, het buitenste vruchtvlies. De vruchtvliezen groeien met het embryo mee.
De trofoblast produceert verschillende stoffen. Wanneer een vrouw zwanger is, bevat haar
urine HCG. Met een zwangerschapstest is deze stof aan te tonen.
Meisje
● XX (geen SRY-gen)
● gangen van Wolff
● gangen van Müller→ eileider
● genitale knop→ clitoris/kittelaar
● genitale groeve→ grote schaamlippen
Jongen
● XY (SRY-gen op Y: zorgt voor ontwikkeling testes/zaadballen)
● gangen van Wolff→ zaadleiders
● gangen van Müller
● genitale knop→ eikel van de penis
● genitale groeve→ randen groeien aaneen→ balzak
De bloedvaten in de navelstreng zijn afkomstig van een deel van de bloedvaten van de
hechtsteel naar de trofoblast. Het bloed in de slagaders krijgt zijn druk van het hart van de
, embryo. De navelstrengader voert voedingsstoffen en O2 aan vanuit de placenta naar het
embryo toe. De 2 navelstrengslagaders vervoeren CO2 en andere afvalstoffen, vanuit het
embryo naar de placenta. De placenta bevat bloedvaten van zowel moeder als embryo. Het
bloed van de moeder omspoelt de met (embryonaal) bloed gevulde vlokken van het embryo.
De uitwisseling van stoffen tussen beide bloedsomlopen vindt plaats via de celmembranen
van de vlokken. Beide bloedsomlopen blijven echter strikt gescheiden. Na 8-12 weken zijn
alle organen aangelegd→foetus. Beide vruchtvliezen vormen de buitenwand van
vruchtwater dat de foetus beschermt tegen schokken.
1. In de ovaria vindt ontwikkeling van eicellen plaats.
2. Elke maand rijpt in 1 van beide eierstokken 1 eicel (puberteit tot menopauze).
3. Een eileider vangt de eicel op die vrijkomt bij de ovulatie.
4. Trilhaartjes in de eileider en peristaltische spierbewegingen vervoeren eicel in de
richting van de baarmoeder (dikke spierlaag met baarmoederslijmvlies als
binnenbekleding, elke maand opnieuw gevormd voor zwangerschap en afgestoten bij
een menstruatie).
5. Onbevruchte eicel sterft na 24 uur.
6. De wand van de eileider neemt de resten van de eicel op.
De vagina is bekleed met slijmvlies. Een pH van 3,8-4,5 voorkomt ontwikkeling van
ongewenste bacteriën. Het maagdenvlies is een randje weefsel dat als een soort kraagje
rond de ingang van de vagina aanwezig is. Bij de eerste geslachtsgemeenschap gaat dit
stuk→ bloedverlies. Grote en kleine schaamlippen bedekken de vagina aan de buitenzijde.
Vooraan tussen de kleine schaamlippen ligt de clitoris.
Bij jongens verandert in de puberteit o.a de grootte van de balzak, zaadballen en penis. De 2
zaadballen bestaan uit sterk gekronkelde zaadbuisjes, bijeengehouden door bindweefsel.
De zaadballen zijn voor de geboorte afgedaald in het scrotum (balzak). Bij kou trekken
onderhuidse spiertjes in de balzak de zaadballen tegen het lichaam. Bij hoge temperaturen
ontspannen de spiertjes. Op deze manier blijft de temperatuur van de zaadballen zo’n 2
graden lager dan de lichaamstemperatuur voor een optimale productie van zaadcellen.
Vanaf de puberteit maken de zaadbuisjes zaadcellen. De zaadbuisjes van elk van de
zaadballen monden uit in een bijbal. Die slaat de zaadcellen op tot een zaadlozing optreedt.
Een penis bevat zwellichamen. Het gevoeligste deel van de penis, de eikel, ligt onder de
voorhuid. De penis wordt bij erectie stijf. Bij een zaadlozing (ejaculatie) duwen spiertjes rond
bijballen en zaadleiders zaadcellen naar de penis. Zaadblaasjes en prostaatklier voegen
vocht toe aan passerende zaadcellen.
In de eerste 12 weken is de foetus kwetsbaar voor medicijnen en andere stoffen. Wanneer
de moeder rookt, medicijnen of drugs gebruikt, komen lichaamsvreemde stoffen in de foetus.
HOOFDSTUK 6.2
Lichaamscellen en bevruchte eicel bevatten een diploïd aantal chromosomen: elk
chromosoom is in tweevoud aanwezig in paren (homologe chromosomen).
- 1 van de chromosomen van het paar is afkomstig van moeder, de andere van vader
- ze bevatten beide informatie over dezelfde erfelijke eigenschappen (oogkleur, lengte)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manyuiwu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.