100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hulp bij het examen Psychologie KDG - Orthopedagogie $7.29   Add to cart

Summary

Samenvatting Hulp bij het examen Psychologie KDG - Orthopedagogie

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting psychologie waarbij de cursus als de ppt's werden gebruikt.

Preview 4 out of 45  pages

  • January 15, 2021
  • 45
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
2018 – 2019 Samenvatting
Psychologie p1
Rain De Prins




Rain De Prins
KAREL DE GROTE HOGESCHOOL

,Samenvatting psychologie:
Deel 1: Psychologie als wetenschappelijkheid
Hoofstuk 1: Wetenschappelijkheid van de psychologie
Inleiding:
• Basisemotie = angst
• vb. “Radicalisering bij kleuters” radicaal = een mens die vaak extreme standpunten heeft en deze
wilt delen met andere mensen op een vaak gewelddadige manier.
 Geen besef, geen vermogen om het te onthouden, enkel imitatie
• Mensen in verwarring doen rare dingen -> humor is de beste remedie om hiermee om te gaan
• Zij met zelfbeheersing komen verder in het leven
 Stress -> onmiddellijk reageren en dit doorgeven = geen zelfbeheersing
 Leerkracht met zelfbeheersing creëert rustige kinderen
 Marshmallow -> in 1 minuut verschuiven de emoties van de kinderen hard
• Schaamte begint vanaf de kleuterklas (broekplassen)
 Wnr. -> onderhevig aan blik anderen, niet autonoom/gedwongen
 Wrm. -> wnr je inbreekt in autonomie kind -> de wil om autonoom te zijn -> mislukking
• Jongen in pleeggezin -> zien niets van hechtingsstoornis
 Jongen krijgt constant liefde
 Opvoeders -> dagshift: jongen mag zich niet hechten
• Van zich afbijten: zich niet laten doen
 Kind van 2 jaar kan nog niet praten -> bijten is normaal
 Zowel niet tof voor ouders als gebeten kind
 Orale fase: je verkent de wereld met je mond -> andere manier
• Voordeel kennis -> geen paniek
• Opvoeders mogen eigen visie ontwikkelen
 Keuze maken op basis van de wetenschap, Buikgevoel is gevaarlijk

1. Wetenschappelijkheid van de psychologie
Mensenkennis = Psychologie? NEE
 Gemeenschappelijk = interesse in het menselijk gedrag en hoe dat ontstaat
 Psychologen stellen meer eisen aan die kennis

1.1 Definitie van psychologie:
Psychologie = de wetenschappelijke studie v/h gedrag en de onderliggende mentale processen
 Wat we kunnen zien en wat we doen
4 belangrijke elementen in de definitie
 Wetenschappelijkheid, studie, gedrag en mentale processen

1.2 Wat maakt psychologie tot een wetenschap?
Criteria:
1. Objectief waarneembaar = iedereen zelfde bevindingen (als zelfde onderzoeksmethode wordt
gebruikt), onafhankelijk v/d onderzoeker
2. Systematische observatie = methode van observatie wordt van tevoren vastgelegd door
wetenschapper zodat een andere onderzoekers het experiment kan herhalen, mag dus geen toeval
zijn
3. Eenduidige verklaring = 1 verklaring, andere verklaringen worden uitgesloten (<-> fake news)
Vb. Overbevolking leidt tot meer zelfmoord -> fake news (andere verklaringen)
vb. experiment Milgram = “is legitiem gezag sterker dan het eigen geweten?” of “zouden mensen
elkaar via elektrische schokken pijn doen NA de oorlog?” -> wetenschappers hadden 0,01% verwacht,
maar liefst 60% deed het. 1 groep doet niet mee, kunstenaars (vrije mensen denken na)

,Wetenschappelijke methode (Zimbardo -> 5stappen):
1. Hypothese = een veronderstelling over hoe 1 of meerdere factoren zich t.o.v. elkaar verhouden,
dus een verband tussen 2 dingen zoeken
vb. Hoe vaker studenten les bijwonen, hoe hoger de slaagkans
2. Experiment (on- en afhankelijke variabele) = een vooraf bepaalde setting waar je je hypothese
onderzoekt
 Onafhankelijke = kan je mee spelen, kan wisselen (vb. alle variaties van Natasha)
 Afhankelijke = uitkomst, kijken of deze variabele ‘ervan afhangt’, hetgeen dat gemeten wordt
(vb. het aantal auto’s dat voorbijrijdt)
3. Resultaten
4. Hypothese al dan niet bevestigen
5. Bekend maken en bediscussiëren (via wetenschappelijke discussiethema’s)
 Representativiteit = is de groep die betrokken is bij het onderzoek wel een goede
vertegenwoordiging van de hele groep waarover een uitspraak wordt gedaan, is het dus wel
goed gekozen? vb. Millgram experiment: vooral 40jarige mannen zijn NIET representatief voor
de gehele maatschappij.
 Significantie = is de mate waarin de onafhankelijke variabele de afhankelijke beïnvloedt wel
voldoende? Is het verband niet alleen te verklaren door toeval? Dit is dus de sterkte van het
verband, hoe sterk is het verband, is er wel een verband? Altijd procent of percentage vb. 60%
was een significant verband
 Betrouwbaarheid = zelfde resultaten als je later of bij een andere steekproef doet? Zelfde
antwoord op verschillende plaatsen? vb. ja, na 20 jaar nog dezelfde resultaten
 Validiteit = heb je wel gemeten wat je wou meten?

Vb. Zijn blondines echt dom?
 Mensen met verschillende haarkleuren iq test laten doen
 Iq test = AH, haarkleur = OAH
Vb. Hoe je eruitziet bepaalt hoeveel mensen er naar je komen
 Hoeveel mensen er kijken = AH, verschillende kledij = OAH
Vb. Gaat tijd sneller als je plezier hebt?
 Tijd = AH, verschillende gradaties plezier = OAH
Vb. Verband tussen roken en gewichtstoename
 Gewicht meten = AH, Je rookt of je rookt niet = OAH

Doelstellingen van de psychologie
Theoretische psychologie:
 Wetenschappelijke werkwijze is belangrijk
 Doel: algemene uitspraken of wetmatigheden over gedragingen formuleren
 3 doelstellingen
• Beschrijven: eerst fenomenen nauwkeurig omschrijven dan pas vragen beantwoorden
• Verklaren: oorzaken verschijnselen opzoeken
• Voorspellen: oorzaak fenomeen bekend -> gevolgen zullen herhalen als oorzaak weer
optreedt. Veel aspecten voorspelbaar maar toch zijn waterdichte voorspellingen uitgesloten
Toegepaste psychologie:
 Vooral het gedrag beïnvloeden

, 1.3 Definitie van gedrag:
Gedrag is een zinvolle reactie on een zinvolle stimulus
 Vb. reactie op brandalarm (stimulus)

Vb. r = pupillen worden groter -> zelf
niet onder controle dus kunnen we
zelf ook niet beïnvloeden, we
houden ons hier niet mee bezig

Vb. S = brandalarm gaat
S = het waait

Vb. R = opstaan en weggaan
R = trui aandoen



Onderscheid betekenisloze en zinvolle stimulus en reactie
Onderscheid tussen betekenisloze stimulus en zinvolle stimulus
Zinvol, betekenisvol: persoon heeft betekenisgegeven aan de stimulus
o Er is veel wind (betekenisloos, zinloos)
o Ik vind veel wind onaangenaam (betekenisvol, zinvol)
Onderscheid tussen automatische fysiologische reactie en zinvolle reactie
o Ik krijg kippenvel van de sensatie van de wind op mijn huid (fysiologische reactie)
o Ik blijf niet stilstaan in die wind, ik wandel naar een aangenamere plek (zinvolle reactie)

Onderscheid objectief waarneembaar en interpretatie
Interne processen stimulus omzetten naar zinvolle stimulus (-> zinvolle reactie), behoort niet tot
objectief waarneembaar terrein, we gaan interpreteren/ moeten meer info krijgen
Niet alles is objectief waarneembaar en kan dus correct worden geïnterpreteerd. Je kan niet alles
waarnemen waardoor het moeilijk wordt om iets toetsbaar te maken.
Vb. Ik vertel een straf verhaal aan een groepje studenten. Ik zie één van hen rillen. Ik denk dat mijn
verhaal wel erg spannend moet zijn dat het zo’n reacties uitlokt. Dan zie ik dat ze weggaat. Ik denk bij
mezelf dat ik straks toch eens moet gaan vragen of alles wel in orde is met haar. Als ik het wat later
ga vragen aan haar, blijkt ze gewoon weg gegaan te zijn omdat ze het veel te koud vond waar we
stonden.
➔ Goede reactie: controleren wat er aan de hand is, doen we vaak zelf niet
1.4 Wat zijn interne processen?
Schema (paars) -> kunnen we niet zomaar waarnemen. Dit zijn interne processen die maken dat een
stimulus een zinvolle situatie wordt en dat er een zinvolle reactie volgt. Niet zomaar waarneembaar
dus moeilijk toetsbaar zoals vereist in wet methode.

1.5 Wnr nemen we dan iets voor “waar” aan?
Resultaat onderzoek geeft slechts aantal voorlopige conclusies. Herhalen door versch onderzoeken
brengen ons dichter bij de verklaring van de werkelijkheid. -> convergerende evidentie: hoe meer de
versch onderzoeksresultaten in dezelfde richting wijzen hoe dichter we bij de waarheid denken te
komen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RainDePrins. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.29
  • (0)
  Add to cart