Boom Juridische studieboeken - Recht van de Europese Unie
Eerste kans 2021 in één keer gehaald! - Uitgebreide samenvattingen + schema's en jurisprudentie. Aan de hand van hoorcolleges, werkcolleges, oude tentamens en voorgeschreven jurisprudentie.
Inhoudsopgave
Week 1A: Introductie tot de interne markt. ....................................................................................... 2
Week 1B: Vrij verkeer van goederen .................................................................................................. 3
Week 2A: Vrij verkeer van diensten (art. 56 VWEU) .......................................................................... 7
Week 2B: Vrijheid van vestiging en vrij verkeer van kapitaal ........................................................... 10
Week 3A: Vrij verkeer van werknemers ........................................................................................... 12
Week 3B: Vrij verkeer van personen en Unieburgerschap ............................................................... 16
Week 4A: Mededingingsrecht Deel I ................................................................................................ 20
Week 4B: Mededingingsrecht Deel II ............................................................................................... 23
Week 5A: Bevoegdheden en besluitvorming ................................................................................... 26
Week 5B: Fundamentele rechten ..................................................................................................... 30
Week 6A: Effecten in de nationale rechtsorde deel I ....................................................................... 31
Week 6B: Effecten in de nationale rechtsorde deel II ...................................................................... 34
Week 7A: Rechtsbescherming deel I ................................................................................................ 37
Week 7B: Rechtsbescherming deel II ............................................................................................... 39
,Week 1A: Introductie tot de interne markt.
Begrip interne markt à art. 26 lid 2 VWEU.
Doelstellingen van de interne markt à o.a. artikel 3 VEU
Incorporatie van niet-economische doelstellingen in o.a. artikel 3 VEU en de Cassis-rechtvaardiging.
Positieve en negatieve integratie.
- Negatieve integratie: de verboden in het Verdrag.
- Positieve integratie (harmonisatie): Europese secundaire wetgeving (dus niet in het verdrag).
Geen harmonisatie à de verboden in de Verdragen vormen het beoordelingskader van nationale
regels. (Dan is het verdrag het enige wat je hebt)
Wel harmonisatie à De Europese secundaire wetgeving vormt het beoordelingskader van nationale
regels.
Essentieel voor constitutionalisering van de verdragen is de prejudiciëlevraagprocedure.
- Prejudiciëlevraagprocedure neergelegd in artikel 267 VWEU.
o ‘’’Het hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd, bij wijze van prejudiciële
beslissing, een uitspraak te doen,:
§ Over de uitlegging van de Verdragen
§ Over de geldigheid en de uitlegging van de handelingen van de instellingen, de
organen of de instanties’’
Van Gend en Loos (Rechtstreekse werking)
- Het Verdrag is een nieuwe rechtsorde, ten bate waarvan de lidstaten hun soevereiniteit hebben
begrensd. Er is een nieuwe rechtsorde ontstaan.
- Onafhankelijk van het nationaal recht, kan het Europees recht plichten en rechten scheppen.
- Een bepaling van het Unierecht kan door een individu worden ingeroepen voor de nationale
rechter à hierdoor kan het EU-recht effectief worden gehandhaafd.
- Welke bepalingen kunnen individuen inroepen?
o Voldoende duidelijk
o Onvoorwaardelijk.
Acties van individuen tegen maatregelen van lidstaten komen bij nationale rechter.
- Kijken of bepaald artikel dan verticale rechtstreekse werking heeft.
Procedurele vereisten worden bepaald door nationaal procesrecht onder de voorwaarden van
procedurele autonomie.
Costa/ENEL (Voorrang)
- Zodra er een conflict is tussen nationaal en Europees recht à Dan heeft Europees recht
voorrang.
- Alle regels die conflicteren met Europees recht buiten toepassing laten.
Grondslag: art. 4 lid 3 VEU = loyaliteitsbeginsel.
® Hieruit zou je kunnen afleiden dat entiteiten plicht hebben EU recht te handhaven.
Bevoegdheidsverdeling à vastgelegd in art. 4-5 VEU.
- Beginsel: lidstaten zijn soevereine staten, de EU heeft alleen bevoegdheid als de lidstaten die
expliciet of impliciet hebben overgedragen aan de EU
- Art. 4 lid 1 VEU: de EU heeft alleen bevoegdheden die de lidstaten aan haar hebben toegedeeld.
- Art. 5 lid 1 en 2 VEU: de EU handelt slechts binnen de grenzen van haar bevoegdheden om de
daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.
,- Drie soorten bevoegdheden (let op: geen rechtsgrondslagen!)
o Exclusieve bevoegdheden (art. 3 VWEU)
o Gedeelde bevoegdheden (art. 4 VWEU)
§ Lidstaat bevoegdheid om zelf te regelen, EU grijpt in bij problemen
o Ondersteunende bevoegdheden (art. 6 VWEU).
De negatieve integratie kan meteen worden toepast op maatregelen van lidstaten (voorbeeld: art. 45
VWEU)
Voor positieve integratie is nadere (secundaire) wetgeving nodig binnen de grenzen van de
bevoegdheidsverdeling.
- Secundair wetgeving vereist een specifieke rechtsgrondslag in de Verdragen.
o Een bepaling die voorschrijft
§ Welke nadere maatregelen de EU mag nemen
§ Welke procedure hiervoor gebruikt moet worden
§ Voorbeelden: art. 114 VWEU, art. 192 VWEU.
Tabaksreclamerichtlijn (Voorbeeld casus positieve integratie)
- Er is een bijna volledig verbod op reclame voor tabaksproducten op grond van richtlijn.
- De rechtsgrondslag voor de richtlijn is art. 114 VWEU à harmonisatie van de interne markt.
- Maar: gaat deze richtlijn wel over het verbeteren van de interne markt? Gaat zij in werkelijkheid
niet over de volksgezondheid?
- Conclusie van Hof van Justitie:
o De richtlijn kan niet worden vastgesteld op grond van art. 114 VWEU.
§ Omdat een totaal verbod van producten waar een tabaksreclame op staat niet
bijdraagt aan het functioneren van de interne markt (het gaat simpelweg te ver).
- Wat leert dit arrest ons over art. 114 VWEU?
1. Maatregelen moeten nationale regelgeving harmoniseren, dat wil zeggen: verschillen tussen
nationale regels wegnemen.
2. Het enkele feit dat nationale regels verschillen is niet voldoende om art. 114 VWEU als
rechtsgrondslag te rechtvaardigen.
3. Toekomstige belemmeringen moeten waarschijnlijk zijn.
Cassis de Dijon (Voorbeeld casus negatieve integratie)
- Een Duitse supermarktketen importeert de vruchtenlikeur uit Frankrijk en wil deze in haar
supermarkten verkopen.
- Probleem: volgens Duitse wetgeving mag deze vruchtenlikeur niet op de Duitse markt gebracht
worden ter bescherming van de volksgezondheid.
- Art. 34 VWEU: ‘’kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn
tussen de lidstaten verboden.’’ (Regels die vrij verkeer van goederen belemmeren zijn verboden).
- Conclusie Hof van Justitie
o Je kan wel regels maken die bepaald goed doel dienen, maar dan moet het wel strikt
noodzakelijk zijn.
o Alle regels die negatief effect hebben op de interne markt zijn verboden, maar kunnen
wel worden gerechtvaardigd als je een ‘’goed verhaal’’ hebt.
Week 1B: Vrij verkeer van goederen
Vrij verkeer van goederen: overzicht
- Negatieve integratie:
o Verboden ten aanzien van nationale fiscale maatregelen
§ Art. 30 VWEU
, § Art. 110 VWEU
o Verboden ten aanzien van niet-fiscale maatregelen
§ Art. 34 en 36 VWEU
Artikel 30 VWEU
- ‘’Verbod op in- en uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking’’
o Alle belasting of verkapte belasting die wordt geheven op het overschrijden van een
grens.
- De minimis-regel: Geen minimumgrens, elke heffing hoe klein dan ook is verboden.
Artikel 110 VWEU
- Binnenlandse belasting
o Outokumpu: Iets is ofwel een heffing van gelijke werking, of een discriminerende
belasting. (Onderscheid 30 VWEU en 110 VWEU)
§ In deze zaak verschil tussen art. 110 VWEU en 30 VWEU duidelijk.
o Alleen van toepassing op indirecte belastingen (heffingen op producten), zoals BTW en
accijnzen.
- Uitgangspunt: alle belasting differentieert (‘’discrimineert’’) tussen producten à Dit is
toegestaan, mits buitenlandse producten niet worden benadeeld).
- Artikel 110 VWEU, alinea 1: discriminerende belastingen.
o Gelijksoortige producten (kijken naar productieproces, kijken naar
consumentenvoorkeuren)
o Algemeen verbod op directe discriminatie (Outokumpu)
§ Directe discriminatie = onderscheid maken op grond van oorsprong/nationaliteit
§ In Outokumpu casus: eenzijdig tarief voor buitenlandse elektriciteit, en
differentiatie voor binnenlandse elektriciteit à = directe discriminatie.
o Verbod op indirecte discriminatie, tenzij objectief gerechtvaardigd (Humblot).
§ Humblot: als iets een zwaardere impact blijkt te hebben op buitenlandse
producten dan op binnenlandse producten, is er sprake van indirecte belasting.
- Artikel 110 VWEU, alinea 2: protectionistische belastingen.
o Buitenlandse producten die niet gelijksoortig zijn aan binnenlandse producten, maar wel
met elkaar concurreren.
o In praktijk vaak lastig vast te stellen: Commissie tegen VK (bier/wijn)
§ Bier en wijn is niet gelijksoortig.
§ Ze kunnen misschien wel met elkaar concurreren à is lastig vast te stellen.
§ Er werd verhoudingsgewijs meer accijns geheven op bier dan op wijn. Meer
belasting op buitenlandse wijn, waardoor de nationale bierproductie werd
beschermd à beschermende belasting.
Stappenplan art. 110 VWEU:
1. Is er sprake van discriminatie? (Outokumpu, Humblot)
2. Is er sprake van protectionisme? (Commissie tegen VK)
3. Is er sprake van een objectieve rechtvaardiging? (Outokumpu)
Artikel 34 VWEU.
- ‘’Kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking zijn verboden’’
- Kwantitatieve invoerbeperkingen = quota.
- Wat is een ‘’maatregel van gelijke werking?’’
o Dassonville: Iedere handeling van een lidstaat die de handel al dan niet rechtstreeks,
daadwerkelijk of potentieel belemmert is een MGW. (r.o. 5)
§ Ook genoemd in Scotch Whisky Association (punt 31)
,Cassis de Dijon
- Wederzijdse erkenning: Als één van de lidstaten een bepaalde productstandaard hanteert, en je
brengt in deze lidstaat een product rechtmatig op de markt, dan moeten alle lidstaten dit
erkennen. Doe je dit als lidstaat niet, dan is het een MGW.
- Een MGW kan gerechtvaardigd worden door lidstaten op grond van dwingende redenen van
algemeen belang (Cassis-rechtvaardiging).
o De regel is nog steeds een MGW! Maar kan worden gerechtvaardigd.
o Voorbeelden van dwingende redenen zijn: volksgezondheid, milieu, bescherming
consumenten, eerlijke handel (alle niet-economische redelijke doelstellingen)
Grensoverschrijdend effect: artikel 34 VWEU is alleen van toepassing op situaties waarin een
‘’grensoverschrijdend effect’’ is.
Rechtstreekse werking
- Art. 34 VWEU heeft verticale rechtstreekse werking
- Als er sprake is van een duurzame belemmering, heeft de overheid de verplichting om te
handhaven, om te zorgen dat vrij verkeer niet wordt belemmerd (Schmidberger) (‘’verlengde
verticale rechtstreekse werking’’)
- Geen horizontale rechtstreekse werking.
TUSSENVRAAG: IS ER SPRAKE VAN EEN MAATREGEL VAN GELIJKE WERKING?
Keck en Mithouard
- Cassis de Dijon blijft (r.o. 15) à producteisen zijn MGW.
- Maar voor ‘’bepaalde verkoopmodaliteiten’’ gaan we dit anders doen.
o Wat zijn ‘’bepaalde verkoopmodaliteiten’’?
§ Regels die niet betrekking hebben op samenstelling/inhoud van product zelf
§ Regels die betrekking hebben op de omstandigheden waaronder een product
wordt verkocht (zoals verbod onder inkoopprijs, verbod op verkoop op zondag,
reclame)
Indien er wordt voldaan aan 2 mitsen à zijn bepaalde verkoopmodaliteiten geen MGW. (r.o. 16)
o Mits van toepassing op alle handelsdeelnemers; en
o Mits rechtens (direct) en feitelijk (indirect) geen discriminatie
Want: de markttoegang (voor andere lidstaten) wordt niet verhinderd of moeilijker gemaakt dan
voor nationale producten (r.o. 17)
‘’Bepaalde verkoopmodaliteit’’ die voldoet aan de twee mitsen van Keck à geen MGW à de
verkoopmodaliteit wordt geacht geen effect te hebben op de interne markt à valt dus niet onder
artikel 34 VWEU.
- Bepaalde verkoopmodaliteit kan bijv. een nationale maatregel over reclame zijn.
Als een regel wordt gekwalificeerd als een ‘’bepaalde verkoopmodaliteit’’, dan moet er dus sprake
zijn van discriminatie om onder de reikwijdte van art. 34 VWEU te vallen.
- Als er sprake is van directe of indirecte discriminatie à MGW.
Als een regel geen verkoopmodaliteit is, dan geldt die discriminatietoets niet, want dan geldt gewoon
de Dassonville regel.
Verduidelijking: Wat is een ‘’bepaalde verkoopmodaliteit’’?
Familiapress
- Als je iets moet veranderen aan het product (aan de inhoud) om aan de regel te voldoen, dan is
de regel een producteis à Dit levert een MGW op, en is geen bepaalde verkoopmodaliteit.
, Wanneer zijn ‘’bepaalde verkoopmodaliteiten’’ niet discriminerend?
Gourmet International
- Een absoluut reclameverbod op alcohol kan een MGW opleveren, maar dat kan gerechtvaardigd
worden door 36 VWEU.
- Bij alcohol speelt de gewoonte een rol: Een Nederlander zal gewend zijn aan Heineken/Amstel
etc. En wanneer je compleet alcoholverbod in NL doet, zal dit nadeliger zijn voor Duitse
biermerken dan voor Nederlandse (want die kennen ze al) à Dus: indirecte discriminatie.
Wat weten we nu:
- Directe en indirecte discriminatie is altijd een MGW
- Producteisen, zelfs zonder onderscheid, zijn altijd een MGW
- ‘’Bepaalde verkoopmodaliteiten’’ zijn geen MGW, tenzij ze direct of indirect discrimineren.
Gebruiksverboden à Italiaanse aanhangwagens.
- Gebruikersverboden kunnen een MGW zijn, indien de maatregelen de keuzevrijheid van de
consumenten zodanig beperkt dat de consument zal kiezen om een product niet meer aan te
schaffen. Ze vormen een markttoetredingsbelemmering/marktverstoring. (Markttoegangstoets)
o Als een regel de toegang tot de markt van een product uit het buitenland bemoeilijkt à
Dan is dat een MGW.
- In Italiaanse aanhangwagens een integrale evenredigheidstoets maar beoordelingsmarge voor de
lidstaten en soepele bewijslast.
Rechtvaardigingen
- 36 VWEU
1. Een rechtvaardigingsgrond in art. 36
2. Geen willekeurige discriminatie of verkapte handelsbeperking
3. Impliciet: geen harmonisatie t.a.v. rechtvaardigingsgrond
4. Impliciet: evenredigheid
o Geschiktheid
o Noodzakelijkheid
5. Geen schending van fundamentele rechten (Familiapress)
- Cassis-rechtvaardiging
1. Een ‘’dwingende reden van algemeen belang’’
2. Geen directe discriminatie (‘’zonder onderscheid van toepassing’’)
3. Geen harmonisatie t.a.v. de ‘’dwingende reden’’
4. Evenredigheid
o Geschiktheid
o Noodzakelijkheid
5. Geen schending van fundamentele rechten (Familiapress)
Geen zuiver economische rechtvaardiging (Verkooijen)
Scotch Whisky Associaton: moeilijk om vast te stellen of iets echt noodzakelijk is. Bewijslast is voor
lidstaat, die moet empirische data naar voren brengen om aan te tonen dat het noodzakelijk is om
iets te doen.
Stappenplan art. 34 VWEU
1. Is er een grensoverschrijdend effect?
o Anders is het artikel niet van toepassing.
2. Is er sprake van rechtstreekse werking?
o Verticale rechtstreekse werking
o Verlengde verticale rechtstreekse werking (Schmidberger)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechten050. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.92. You're not tied to anything after your purchase.