Dit document is een samenvatting van de lesbrief Monetaire zaken (Tweede druk 2017) van LWEO op het VWO. De samenvatting bevat de belangrijkste termen, oorzaken en gevolgen en formules.
Monetaire zaken
Hoofdstuk 1: Geld
Geldvormen
Er bestaan twee vormen van geld, namelijk chartaal en giraal geld.
Chartaal: munten en bankbiljetten
Giraal: geld op een betaalrekening, ook wel rekening-courant
In het geval dat de ene geldsoort omgezet wordt naar de andere geldsoort, bijvoorbeeld bij het
opnemen van bankbiljetten bij een geldautomaat, spreek je van substitutie.
Drie functies van geld
Geld heeft de functie van:
Ruilmiddel: In ruil voor geld kun je een product aanschaffen
Rekenmiddel: Je kunt de waarde van verschillende producten vergelijken en zo in geld
uitdrukken
Spaarmiddel: Het niet-besteden van inkomen.
Sparen
Sparen is het niet-besteden van inkomen. Je kunt op veel manieren sparen.
Oppotten: Geld dat liquide is, maar niets oplevert
Beleggen: Je doet tijdelijk afstand van je geld zodat iemand anders het kan gebruiken.
Hiervoor ontvang je een beloning in de vorm van rente of dividend. Je kan ook beleggen in
onroerend goed
Risicoarm beleggen: Het wegzetten van geld op een spaarrekening
Hoe meer je spaart, hoe hoger jouw vermogen wordt. Dit is de waarde van iemands bezittingen
verminderd met zijn schulden op een bepaald moment.
Rente
De hoogte van de rente is afhankelijk van een drietal zaken:
Risico: Hoe hoger het risico dat iemand jouw geld niet zal terugbetalen, hoe hoger de rente
Koopkracht verandering: Inflatie of deflatie
Tijdsvoorkeur: Hoe vervelend jij het vindt dat je je geld een tijd niet kan gebruiken hangt af
of je een hoge of een lage tijdsvoorkeur hebt.
o Hoog: Je hecht een hoge waarde aan nu consumeren en vraagt een hogere
vergoeding
o Laag: Je hecht een lage waarde aan nu consumeren en vraagt een lagere vergoeding
In het geval dat je leent is er vaak op een langer lopende lening een hoger bedrag aan rente dat je
moet betalen dan bij een korter lopende rekening.
Hoofdstuk 2: Het ontstaan van geld en banken
Het ontstaan van geld
, Op een gegeven moment in de geschiedenis ontstond arbeidsdeling en ruil. In eerste instantie was er
directe ruil, waarbij producten tegen elkaar geruild werden. De transactiekosten van directe ruil zijn
hoog. Goederen kennen een bepaalde houdbaarheid. Om toch te kunnen ruilen werden
kredietsystemen bedacht. Hiervoor was veel vertrouwen nodig. Bij indirecte ruil zijn de
transactiekosten een stuk lager. Met het ruilmiddel (toen bijvoorbeeld schelpen, nu geld) kunnen
mensen goederen aanschaffen zonder daarvoor bij iemand in het krediet te staan. Ook leidt indirecte
ruil tot hogere productiviteit.
Om geschikt te zijn als ruilmiddel moet een voorwerp voldoen aan vereisten, namelijk:
Deelbaar
Hanteerbaar
Houdbaar
Waardevast
Niet-reproduceerbaar
Algemeen geaccepteerd
Munten
Bij muntgeld mag de intrinsieke waarde (materiaalwaarde) niet hoger zijn dan de
extrinsieke/nominale waarde (waarde die op de munt vermeld staat). Als dit wel zo is, spreekt men
van fiducair geld (gebaseerd op vertrouwen). Het kan zijn dat mensen hun munten daarom gaan
omsmelten. Dit verschijnsel staat bekend als de Wet van Gresham. Ook zegt de wet dat mensen geld
met een hoge intrinsieke waarde (good money) liever thuislaten en betalen met geld van een lage
intrinsieke waarde (bad money). Op die manier ‘bad money drives out good money’.
Het ontstaan van bankbiljetten en banken
In de middeleeuwen gaven kooplieden hun munten in bewaring bij goudsmeden. Hiervoor kregen zij
een ontvangstbewijs. In plaats van de munten op te vragen ging men elkaar betalen met de
ontvangstbewijzen. Dit werden de eerste bankbiljetten die hun waarde ook volledig ontleenden aan
vertrouwen (fiducair geld). Naarmate de ontvangstbewijzen vaker als betaalmiddel worden gebruikt,
wordt er minder opgevraagd. Hierdoor kon de goudsmid voor een veel groter bedrag aan
ontvangstbewijzen uitschrijven dan hij aan goud in zijn kluis heeft. De goudsmid verleent nu
kredieten tegen een bepaalde rentevergoeding en is dus een bankier.
Kredietverlening in de vorm van bankbiljetten was echter begrensd; als veel mensen tegelijkertijd
hun bankbiljetten wilden omzetten in munten moest de bank dit wel in kas hebben. Als die er niet
waren had de bank problemen met hun liquiditeit: het niet kunnen voldoen aan direct opeisbare
verplichtingen. Onvoldoende dekking kon leiden tot faillissement. Daarom werd de uitgifte van
bankbiljetten overgelaten aan de CB.
Toch werd al vrij snel een nieuwe geldsoort geschapen: het giraal geld. Tot op zekere hoogte herhaalt
de geschiedenis van het bankbiljet zich bij het giraal geld. Om te voorkomen dat banken te veel
kredieten verlenen, heeft de Centrale Bank een aantal kredietregels opgesteld. Een bank moet
voldoende liquide en solvabel zijn. Als een bank toch failliet gaat, krijgt een spaarder toch 100.000
euro gegarandeerd terug. Met dit depositogarantiestelsel kunnen spaarders banken toch
vertrouwen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noah1107. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.