Levensbeschouwing en ethiek
Fundamentele ethiek= wat goed of fout is en een specifieke situatie
-> verschillende theorieën met andere set van waarden en preposities/
focus op ander aspect van de ethische handeling
ETHIEK
o ~ conflict of dilemma (keuzes maken)
o Voorveronderstelling: vrijheid om keuze te maken EN kennis/
bewustzijn
o Vb. ontoerekingsvatbaar: op dat moment niet in staat om een
bewuste, vrije en rationele keuze te maken
o Taal (woordkeuze) -> veronderstellingen over de motivaties
o Vb. verschil verzetsstrijder en terrorist
Religie/ levensbeschouwing/ ideologie zorgt voor eenheid en consistentie
<-> zijn het eens over de basisnormen en -waarden, maar niet over de
toepassingen ervan
-> bepaalt het gewicht dat iemand aan een bepaalde waarde toekent
De ethische handeling
o Objectieve zijde= exacte handeling
o Subjectieve zijde
o Persoon die de handeling uitvoert (personalisme)
o Motivatie of intentie waarmee die persoon de handeling
uitvoert
o Doel
o Gevolgen/ resultaten (alleen aansprakelijk voor de gevolgen die je
had moeten/ kunnen voorzien
o Context/ omstandigheden
o
Consequentialisme
o Focus op de consequentie van de handeling
o Meest voorkomende vorm: UTILITARISME
o Goede handeling= het grootste nut voor het grootste aantal
o Vb. kernuitstap: ecologische gevolgen versus kosten
vergelijken
,Valkuilen/nadelen
o Is alles te vergelijken?
o Factoren die geen stem hebben (focus op economisch aspect)
o Ongekende gevolgen= niet alle gevolgen zijn op voorhand gekend
o Voorzichtigheidsprincipe
o Paradox van de dure smaak
o Vb. moeder met twee dochters: een content met niks, de
andere pas gelukkig als ze veel bezit -> erfenis volledig aan
een dochter geven voor mavorximaal geluk
o Tegen spontaan/ natuurlijk aanvoelen
o Grootste geluk voor de grootste groep te creëren “heiligt het doel
der middelen”
o Als alleen de gevolgen tellen, mag je eigenlijk doen wat je
wilt?
Theorie van de daad met dubbel gevolg
Vb. palliatieve zorgen met ongewild gevolg de dood
Handeling met niet-gewenste gevolgen te rechtvaardigen door
voorwaarden
o Handeling zelf is moreel goed of indifferent
o Negatieve gevolgen worden niet rechtstreeks bedoeld, maar
ongewenst neveneffect
o Goede, beoogde gevolg geen gevolg van het kwade effect
o Goede gevolg is belangrijk genoeg om het kwade gevolg toe te
laten= proportionaliteit
Deontologie= plichtsethiek
Focus op het objectieve aspect (handeling)
o Universaliseerbaar in tijd en ruimte= algemene morele regels/
verboden die in ALLE omstandigheden gevolgd moeten worden
o Onderscheid iets actief doen of iets nalaten te doen
o Schuldig verzuim zachter beoordeeld
Vormen deontologische ethiek
1. Immanuel kant
o Overeenstemming met de redelijkheid, autonomos
o Criteria: universaliseerbaar (=geldig in elke situatie), mens
niet instrumentaliseren (= mensen hebben altijd een
waardigheid)
2. Kerk: natuurwetsdenken
o Opvolgen natuurwetten en regels
3. Universele verklaring van de rechten van de mens
o Fundamentele rechten
o Morele plicht om deze rechter te respecteren en te
garanderen
,Valkuilen/nadelen
Abstractie maken van handeling -> context verwaarlozen
Niet altijd klaar en eenduidig (verschillende interpretaties mogelijk)
<Botsen van grondrechten
o Vb. recht op het leven van een kind <-> recht op autonome
keuzes van vrouw
Deugdenethiek
o Focus op de morele kwaliteiten van de handelende persoon -> “wie
moet ik worden?”
o Juist ethisch oordeel: authentiek deugdzaam karakter van een
persoon
o Aristoteles: deugden incarneren
o Gulden middenweg (zorg voor mezelf en politieke/ sociale en
intermenselijke verhoudingen)
o Blijvend streven van de mens (leven lang om te groeien in deugden)
o Integriteit:
o Eenheid en persoonlijke heelheid
o Over heel de persoonlijkheid en geen specifieke handeling
Valkuilen/ nadelen
o Grote verantwoordelijkheid bij individu
o Weinig ruimte voor objectivering (motivatie van iemand moeilijk
weerleggen)
Personalisme
Afweging alle aspecten: proportionaliteit
Handeling is moreel goed als ze bijdraagt aan het mens-zijn rekening
houdend met de kenmerken/ wat de menselijke persoon integraal en
adequaat beschouwt
-> Kenmerken: subject, lichamelijk, materiële wereld, sociaal (persoonlijk
en institutioneel), fundamenteel gelijk en tegelijk origineel en uniek,
transcendentie
Care ethics
Model morele ontwikkelingsstrategie van Kohlberg
o 1. Premoraliteit= goed is wat plezierig is
o 1ste niveau: pre-conventioneel niveau
o Fase 1 : straf vermijden
o Fase 2 : wederzijds voordeel zoeken/ weegschalenmodel
o 2 niveau: conventioneel niveau
de
o Fase 3: goed is wat de anderen goed vinden
o Fase 4: de wetten en regels naleven
o 3 niveau: post-conventioneel niveau
de
o Fase 5 : eigen waardepatroon ontwikkelen
, o Fase 6 : iets doen omdat het niet tegen je eigen principes
ingaat
Carol Giligan: stem van vrouwen
Andere accenten in omgaande moraliteit
o Relationeel mensbeeld (<-> autonomie)
o Gesitueerde beslissingen
Ethiek in het christendom
Twee extra bronnen (buiten rede en ervaring)
o De Bijbel
o Letterlijke opvatting: morele voorschriften worden
geïnterpreteerd als heilige, onaantastbare regels
o Verzameling ethische idealen -> contextualiteit
o Gids voor persoonlijkheidsvorming
o De traditie (historische en de levende)
Wat als het misgaat?
Diabolisering
o Dader wordt gelijkgesteld met zijn kwade daden (geen onderscheid)
o Context niet van belang
o Eindeloze spiraal van geweld: geen ruimte voor vergeving
o Blinde vlekken
Banalisering
o Depersonaliseren van de dader
o Dader banaliseert het aangedane kwaad (hun eigen onschuld
staande houden)
Ethisering
o “zelfvergroeilijking”= excuses om je gedrag te legimiteren
o Zelf vinden dat je moreel goed bezig bent
o Vb. Duitsers waren ervan overtuigd dat het uitroeien van Joden
moreel goed was
Fragmentatie en zelfbedrog
o Bewust verschil tussen goed en kwaad EN van je vrijheid en
verantwoordelijkheid
o Gedrag voor jezelf verantwoorden
o Fragmentatie: meerdere rollen tegelijkertijd vervullen
Efficiënt functioneren in diverse situaties
o Zelfbedrog: gedrag voor onszelf rechtvaardigen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahboden88. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.84. You're not tied to anything after your purchase.