Samenvatting van het gehele boek 'Kernbegrippen van de Algemene Wet bestuursrecht'. Het boek is verplichte literatuur op de UvA voor het vak bestuursrecht in leerjaar 1, maar ook handig als je een overzichtelijke uitleg zoekt van de begrippen bestuursorgaan, besluit en belanghebbende.
SAMENVATTING BESTUURSRECHT
KERNBEGRIPPEN VAN DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT
BESTUURSORGAAN, BESLUIT EN BELANGHEBBENDE
2E DRUK
H1 – Het bestuursorgaanbegrip
1 - Inleiding
Overheidsbestuur: alle personen of colleges die als bestuursorgaan in de zin van art. 1:1 Awb
kunnen worden aangemerkt.
Besluit: een beslissing van een bestuursorgaan (1:3 Awb).
- Toegang tot de bestuursrechter staat alleen open tegen besluiten (8:1 Awb).
Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (1:2 Awb).
Iedereen kan een bestuursorgaan verzoeken om openbaarmaking van documenten over een
bestuurlijke aangelegenheid. Het bestuursorgaan is gehouden op zo’n verzoek te beslissen (3
Wet openbaarheid van bestuur – WOB)
Er bestaan 2 bestuursorganen:
1. A-bestuursorganen
- Personen of colleges die als orgaan deel uitmaken van de staat of van een
provincie/gemeente.
- VB staat: ministers, staatssecretarissen
- VB provincie: PS, GS, CvdK, provinciesecretaris
- VB gemeente: gemeenteraad, college van B&W, burgemeester, gemeentesecretaris.
- VB: waterschappen: college van dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf.
2. B-bestuursorganen
- Personen of colleges die geen onderdeel van een publiekrechtelijke organisatie zijn,
maar wel specifieke publiekrechtelijke bevoegdheden hebben.
- Zij worden tot de overheid gerekend voor zover zij deze bevoegdheden uitoefenen.
- Voeren zij op een bepaald moment geen publiekrechtelijke bevoegdheden
uit, dan zijn zij op dat moment geen bestuursorgaan.
- Zij zijn slechts bestuursorgaan indien en voor zover ze handelingen
verrichten die openbaar gezag impliceren.
- VB: Mondriaan Fonds (verstrekt financiële bijdragen voor culturele activiteiten).
* Er kan pas sprake zijn van een B-bestuursorgaan als vaststaat dat er geen sprake kan zijn
van een A-bestuursorgaan.
2 - A-bestuursorganen
A-bestuursorgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is
ingesteld.
,- Zij zijn altijd bestuursorgaan, in tegenstelling tot B-bestuursorganen, die alleen
bestuursorgaan zijn als zij overheidshandelingen uitvoeren.
Toetsing:
1. Is er sprake van een persoon of college dat deel uitmaakt van een rechtspersoon
krachtens publiekrecht?
A. Is er een rechtspersoon krachtens publiekrecht in beeld? Ja >
B. Is de persoon of het college waarvan de status moet worden bepaald, orgaan van die
rechtspersoon?
I. Wat is een rechtspersoon?
II. Wanneer is een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld?
III. Wanneer is een persoon of college orgaan van de rechtspersoon?
2.1 - Rechtspersoon
Rechtspersonen:
- Groepen of collectiviteiten
- Beschikken over een eigen vermogen
- Dragers van rechten en plichten
- Doorgaans vermogensrechtelijk van aard.
- Rechtspersonen staan wat het vermogensrecht betreft met natuurlijke personen
gelijk (2:5 BW).
- Vermogensrechtelijke gevolgen van handelingen van bestuursorganen worden
toegerekend aan de rechtspersoon waarbij zijn behoren en waarvan ze deel
uitmaken (1:1 lid 4 Awb).
- VB: schade als gevolg van een onrechtmatig besluit van de burgemeester
komt voor rekening van de gemeente waarvan hij deel uitmaakt.
2.2 – Krachtens publiekrecht ingesteld
De 2 soorten rechtspersonen:
1. Rechtspersonen krachtens publiekrecht (2:1 BW)
- Signaalkenmerk: in een wet staat dat een bepaalde organisatie
rechtspersoonlijkheid heeft of een rechtspersoon is.
- Let op: verenigingen, stichtingen, NV en BV zijn dit niet.
2. Rechtspersonen krachtens privaatrecht (2:3 BW)
- Signaalkenmerk: in een wet staat hoe de organisatie moet worden opgericht.
- VB: bij notariële akte.
- Het verschil: de wijze waarop ze in het leven geroepen worden, dus niet wat ze
privaatrechtelijk wel of niet kunnen.
- Rechtspersonen krachtens publiekrecht worden dus niet opgericht, maar het zijn
rechtspersonen omdat dit in de wet is bepaald.
Rechtspersonen krachtens publiekrecht:
, 1. De staat, de provincies, de gemeenten en de waterschappen bezitten
rechtspersoonlijkheid (2:1 lid 1 BW).
2. Het landelijk politiekorps (25 + 26 jo. 1 politiewet 2012).
2.3 – Orgaan van een rechtspersoon
Rechtspersonen zijn eigenlijk slechts een juridische constructie. Contact met rechtspersonen
verloopt altijd via vertegenwoordigers (de organen).
Criterium orgaan: het persoon of college moet een voldoende zelfstandige positie innemen
binnen de rechtspersoon.
- De toepasselijke organisatiewet (VB: gemeentewet) of de instellingswet (VB: politiewet)
moet worden geraadpleegd.
ORGANISATIEWETTEN
Organisatiewetten:
1. Provinciewet
2. Gemeentewet
- Organen van de gemeente:
1. Raad, college, burgemeester (6 Gemw)
2. Alle personen, commissies of colleges die in titel II als onderdeel van de
gemeente gepresenteerd worden of op basis van het daar bepaalde in het
leven geroepen worden.
- VB: welstandscommissie (84 Gemw jo. 1 Woningwet).
3. Waterschapswet
De belastinginspecteur is een orgaan van de staat.
- Taak: vaststellen van belastingaanslagen (11 Algemene wet inzake rijksbelastingen – Awr).
- Reden: aanslagen hebben betrekking op rijksbelastingen, wordt bij ministeriele regeling
aangewezen (2 Awr).
Een deurwaarder is een orgaan van de staat (2 + 4 + 7 gerechtsdeurwaarderswet).
Het Kabinet van de Koning is geen orgaan van de staat.
INSTELLINGSWETTEN
Instellingswetten:
1. Politiewet
- De korpschef is een orgaan van het politiekorps.
2. Advocatenwet
- De Nederlandse orde van advocaten (nova) is een rechtspersoon krachtens
publiekrecht.
- De deken van de algemene raad wordt als orgaan van de nova aangemerkt (17a +
18 Advocatenwet).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannahoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.