Week 18 : Bezit, houderschap en verjaring
______________________________________________________________________________________
Literatuur : Brahn/Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht
- 92-124 (H5) : bezit
- 179-185 : levering roerende zaken, niet-registergoederen
- 189-192 : manu
- 245- 254 (H9) : verjaring
- 523-524 : bevrijdende verjaring
______________________________________________________________________________________
Bezit
______________________________________________________________________________________
Bezit : men houdt een goed voor zichzelf / de uiterlijke machtsuitoefening als eigenaar, maar
nimmer de eigendom zelf.
Houderschap
Houden : iemand oefent de macht uit over een goed.
Twee categorieën :
1. Bezitter : men houdt het goed voor zichzelf (art. 3:107 lid 1 BW).
2. Detentor : men houdt het goed voor iemand anders.
Beoordelingsmaatstaf : houden voor zichzelf of voor een ander
Art. 3:108 BW :
- Verkeersopvatting (algemeen gangbare maatstaven)
- Uiterlijke feiten (bezitsdaden)
Bezitsdaden : feitelijke handelingen of rechtshandelingen.
Houden is niet hetzelfde als onder zich hebben : Bezit (art. 3:117 BW) en ook houderschap gaan
verloren doordat men over het goed geen rechtstreekse macht meer heeft.
Middellijk en onmiddellijk bezit
- Onmiddellijk bezit : je oefent zelf de feitelijke macht over een zaak uit (art. 3:107 lid 2 BW)
- Middellijk bezit : iemand anders oefent de feitelijke macht over een zaak uit (art. 3:107 lid 3 BW)
- Art. 3:107 lid 4 BW : houderschap is overeenkomstige wijze middellijk of onmiddellijk
De rechthebbende heeft recht op het bezit van het goed.
De rechthebbende heeft het recht om zijn bezit weer terug te vorderen van eenieder die haar
zonder recht houdt (art. 5:2 BW).
Nadere wettelijke regels voor de vaststelling van bezit
Art. 3:109 BW : de houder wordt vermoed bezitter te zijn.
Er is hier sprake van een wettelijk vermoeden, dus tegenbewijs is nodig.
Art. 3:110 BW : verkrijging als detentor of als bezitter.
De bezitter van een zaak stelt haar ter uitvoering van een overeenkomst ter beschikking aan een
ander. Wordt die nader nu detentor of bezitter ?
Antwoord : Indien er tussen twee personen een rechtsverhouding bestaat die ertoe strekt dat de
zaak voor de bezitter zal worden gehouden, dan wordt de ontvanger slechts detentor en geen
bezitter.
Art. 3:111 BW : eenmaal houder, altijd houder.
Kan men zichzelf van detentor tot bezitter maken ?
Antwoord : De detentor kan zich niet door een enkele wilswijziging van detentor tot bezitter
maken en daarmee de bezitter zijn bezit ontnemen.
Twee uitzonderingen :
- De houder kan zich met medewerking van de bezitter tot bezitter maken.
- Tegenspraak van het recht van de bezitter.
De bezitter moet weten dat hij zijn bezit verliest anders kan hij hier niet tegen optreden.
, Bezitsverkrijging en bezitsverlies
______________________________________________________________________________________
Art. 3:112 BW : inbezitneming, overdracht, opvolging onder algemene titel.
Inbezitneming (art. 3:113 BW)
Lid 1 toe-eigening : Men neemt een goed in bezit door zich daarover de feitelijke macht te
verschaffen.
Lid 2 : Wanneer een goed in het bezit van een ander is, zijn enkele op zichzelf staande
machtsuitoefeningen voor een inbezitneming onvoldoende.
Overdracht (art. 3:114 en 115 BW)
Bezitsoverdracht vindt plaats doordat de bezitter de verkrijger in staat stelt die macht over het
goed uit te oefenen, die hijzelf over het goed kon uitoefenen.
Opvolging onder algemene titel (art. 3:116 BW)
Verkrijgers onder algemene titel stappen in de vermogensrechtelijke schoenen van degene van
wie zij verkrijgen.
Art. 3:116 BW : Hij die onder een algemene titel een ander opvolgt, volgt daarmede die ander op
in diens bezit en houderschap, met alle hoedanigheden en gebreken daarvan.
Bezitsverlies (art. 3:117 BW)
Een bezitter van een goed verliest het bezit, wanneer hij het goed kennelijk prijsgeeft, of wanneer
een ander het bezit van het goed verkrijgt.
Vrijwillig (zelf dumpen of geven) of onvrijwillig (diefstal).
Bezit te goeder trouw
______________________________________________________________________________________
Art. 3:118 lid 1 BW : Een bezitter is te goeder trouw indien hij zich als rechthebbende beschouwt
en zich redelijkerwijs als zodanig mocht beschouwen.
Voldoet het bezit niet aan het vereiste van art. 3:118 lid 1 BW dan is er sprake van bezit niet te
goeder trouw.
Maatstaf :
Om te bepalen of er sprake is van goede trouw moeten we art. 3:118 lid 1 jo. 3:11 BW lezen.
Iemand is te goeder trouw als hij niet alleen meent dat de situatie is als hij denkt, maar dit in de
omstandigheden van het geval ook redelijkerwijze mocht menen.
Onderzoeksplicht :
Wanneer er reden is voor twijfel (behoren te weten) is er nader onderzoek vereist door degene die
denkt rechthebbende te zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NuNu2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.