8 Victimologie
8.1 Inleiding
- Strafrechtsysteem in westerse landen was altijd erg dadergericht
- Overheid staat tegenover de verdachte + diens raadsman
- Rol voor slachtoffer was er nauwelijks (op getuige na)
- ’70 belangstelling voor gedupeerde partij: kritiek op vijandige manier omgang met
slachtoffer Slachtofferhulp’84, Blijf-van-mijn-lijfhuis’73
- Primaire ervaring is pijnlijk, slechte bejegening maakt dit erger ‘the second rape’
- Secundaire victimisatie – institutionele reactie op slachtoffers vergroot problemen
- Documentatie negatieve ervaringen van slachtoffers criminologen hebben ertoe
bijgedragen dat bejegening is verbeterd
- Aandacht voor het leed dat is aangedaan kan de vervolging van de dader legitimeren
victimisering van de strafrechtspleging (Boutellier’93) heroriëntatie van
strafrechtspleging op slachtoffers
- Het hof ontleent zijn morele gezag mede aan uitvoerige getuigenissen
- Processen waren vroeger ‘slachtofferloos’ (bijv. WOII) nu niet meer meningen of
dit een wenselijke ontwikkeling is, lopen uiteen
- Strafrechtjuristen zijn sceptisch ‘Aandacht voor slachtoffer zorgt voor verharding van
het strafklimaat, terwijl slachtoffers hier niet/nauwelijks baat bij hebben’’94
- Nederland: brede steun, goede hulpverlening (slachtofferzorg)
8.1.1 Victimologie
- Onderzoek naar slachtoffers is steeds belangrijker geworden binnen criminologie
- Toegenomen belangstelling (1980-) ontwikkeling victimologie (slachtofferkunde)
- Eerst: interesse in rol van slachtoffer in voorgeschiedenis van aanloop tot misdrijf
- Nu: interesse in zorg van- en hulpverlening aan slachtoffers
- Pioniers victimologie: Mendelsohn en von Hentig’48 interesse in mate waarin het
slachtoffer zelf had bijgedragen tot het delict victimologische typologieën (7)
kritiek: geen objectief onderzoek + heimelijk normatieve functie: door te verwijzen
naar kenmerken van slachtoffers wordt hen de schuld in schoenen geschoven
- Publicaties stelden dat provocerend gedrag bij seksueel geweld een belangrijke rol
speelt seksuele geweldsmisdrijven worden vergoelijkt, er wordt weggekeken van
machtsongelijkheden tussen man en vrouw die ten grondslag liggen
- Relationele of interactionistische victimologie – vroegste vorm van victimologie,
noodlottige wisselwerking tussen dader+ slachtoffer voorafgaand staan centraal
- Binnen victimologie kunnen drie hoofdthema’s worden onderscheiden:
1. De risicokenmerken van slachtofferschap en mogelijke eigen rol van slachtoffers
2. De (im)materiële gevolgen van misdrijven voor slachtoffers
3. De reacties op slachtofferschap
- ‘Algemene victimologie’ – victimologen die hiervoor pleiten, rekenen ook
problematiek van slachtoffers van ongelukken of natuurrampen tot hun studiegebied
Valt vanuit hulpverlening goed te begrijpen (bijv. psychotraumatologie
bestudeert de gevolgen van alle schokkende ‘life-events’)
Context misdrijven het gaat om schade die opzettelijk is toegebracht
8.1.2 Kringen van slachtofferschap
- Binnen de vormen van slachtofferschap v. criminaliteit zijn drie cirkels:
, 1. Primaire slachtoffers: individuele (rechts)personen die rechtstreeks schade
hebben geleden van een misdrijf, alsmede de directe nabestaanden van
slachtoffers van levensmisdrijven
2. Secundaire slachtoffers: omstanders of hulpverleners die met de gevolgen van
ernstige misdrijven zijn geconfronteerd
3. Tertiaire slachtoffers: personen die schade ondervinden van de in hun omgeving
gepleegde criminaliteit omdat ze zich hierdoor persoonlijk in ernstige mate
onveilig of bedreigd voelen en/of hun welvaart en welzijn erdoor anderszins zijn
verminderd
- Bij sommige categorieën delicten is een duidelijk slachtoffer aan te wijzen (bijv.
vermogens- en geweldsmisdrijven)
- Het slachtoffer is een natuurlijk persoon aan wie door het misdrijf rechtstreeks
economische, fysieke en/of psychische schade is toegebracht (primair slachtoffer)
Gedupeerde partij kan aanspraak maken op schadevergoeding
- Tot primaire slachtoffers worden ook gerekend: (1) directe nabestaanden van
overleden slachtoffers, (2) organisaties die schade oplopen als gevolg v. misdrijf
Nabestaanden > natuurlijk persoon (heeft spreekrecht)
Organisaties/instellingen > rechtspersoon
- Secundaire slachtoffers – anderen die rechtstreeks of via beelden zijn geconfronteerd
met misdrijven en psychische schade oplopen ‘shockschade’
Bijv. omstanders 9-11, hulpverleners bij grootschalige aanslagen
- Tertiaire slachtoffers – de schade die gemeenschappen oplopen ten gevolge van
oorlogsgeweld, georganiseerde misdaad, structurele corruptie in regeringskringen
Bijv. verwoeste gemeenschap na binnenlands conflict, negatieve effecten van
georganiseerde misdaad en corruptie, woonwijk gedomineerd door wiettelers
Maar ook: degenen die zich onveilig voelen door dreiging op slachtofferschap
zoals bejaarden die binnenblijven ‘prisoners of fear’
- Collectief slachtofferschap – het economische en sociale klimaat is aangetast
- Niet iedereen met risico op slachtofferschap voelt zich bedreigd, media kan
onveiligheidsgevoelens aanwakkeren
- Indirecte slachtoffers – brede bevolkingsgroepen die angst worden aangejaagd
- Slachtoffer en daderschap van misdrijven sluiten elkaar niet altijd uit (bijv. uitgaan
gerelateerd geweld), slachtoffer gaat niet altijd vrijuit
- De vermeende dader kan soms als (mede) slachtoffer worden gezien bijv. vrouwen
die geweld gebruiken tegen ex-partner na jaren mishandeling Abuse excuse
- Wederzijdse slachtoffers medeschuld van het slachtoffer
8.2 Risicokenmerken van slachtofferschap
- Sommige groepen in maatschappij lopen grotere kans op slachtofferschap op basis
van levensstijl, niet omdat ze het (on)bewust uitlokken of risico’s nemen
Inwoners van grote steden
- Inwoners van grote steden lopen tweemaal zo grote kans op slachtofferschap van
veelvoorkomende criminaliteit (bijv. diefstal, bedreiging, vernieling)
- Hoe kleiner de gemeente hoe geringer de kans op slachtofferschap
Demografische en sociale risicokenmerken (tabel 8.1, p. 245)
- Mannen lopen iets groter kans op slachtofferschap (ongeacht leeftijd, plaats)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mbm1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.