Week 2 : Opsporingsonderzoek en dwangmiddelen
______________________________________________________________________________________
Literatuur : Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8, paragraaf 8.1 - 8.2 - 8.3.1 - 8.3.4 - 8.3.8 - 8.3.9 - 8.3.11.
______________________________________________________________________________________
Casusvragen
______________________________________________________________________________________
Casus 1
Agent Snel rijdt op zaterdagavond in zijn dienstvoertuig rond in het centrum van Nijmegen.
Plotseling wordt hij ingehaald door een rode sportwagen. De bestuurder van deze auto rijdt veel
te hard en slingert over de weg. Agent Snel besluit de auto te volgen, omdat hij vermoedt dat de
bestuurder onder invloed verkeert van alcohol. Na een helse rit – de bestuurder van de
sportwagen heeft met moeite twee fietsers kunnen ontwijken en heeft bovendien een langs de
weg staande afvalbak geramd – is het agent Snel gelukt dicht genoeg bij de sportwagen te komen
om de bestuurder een stopteken te geven.
a. Kan de bestuurder van de sportwagen worden aangemerkt als verdachte van het rijden onder
invloed?
Verdachte art. 27 Sv:
- Een redelijk vermoeden van schuld.
- Gebaseerd op feiten of omstandigheden: zaterdagavond, rijdt te hard, slingert, fietsers
ontwijken, afvalbak geramd.
- Strafbaar feit: rijden onder invloed (art. 8 WVW)
Stel dat de bestuurder van de auto is uitgestapt en agent Snel op dat moment ziet dat de
bestuurder een jas aan heeft waar het beveiligingslabel nog aan hangt.
b. Geef gemotiveerd aan welk dwangmiddel agent Snel kan inzetten om de jas voor nader
onderzoek mee te nemen naar het politiebureau.
Bevoegdheid ten aanzien van voorwerpen: inbeslagneming.
Verdachte:
- Redelijk vermoeden.
- Gebaseerd feiten en omstandigheden : jas met beveiligingslabel.
- Strafbaar feit: diefstal (art. 310 Sr)
Art. 95 Sv:
Wat: Inbeslagname —> de jas.
Door wie: Opsporingsambtenaar.
Tegen wie : Verdachte (art. 27 Sv) die is aangehouden of staande gehouden.
Geval: Alle strafbare feiten.
Grond (art. 94 en art. 94a Sv): waarheidsvinding/wederrechtelijkheid verkregen voordeel aantonen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NuNu2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.