Week 7 : Legaliteit en de structuur strafbaar feit
______________________________________________________________________________________
Literatuur : Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht
- Hoofdstuk 2
______________________________________________________________________________________
7.1 Algemene vragen
Legaliteit
1. Geef aan wat het nulla poena-beginsel van artikel 1 lid 1 Sr inhoudt. Bespreek hierbij kort de
verschillende subregels die uit het beginsel worden afgeleid.
2. Waarom ontkomt de wetgever soms niet eraan om vage woorden of begrippen die uitleg
behoeven in een bepaling op te nemen?
3. Bespreek kort welke interpretatiemethoden bij het uitleggen van onderdelen van een
delictsomschrijving een rol kunnen spelen.
4. Probeer de bepalingen te vinden waarin het navolgende gedrag is verboden. Geef steeds aan
wat de maximumstraf is die op het begaan van het feit is gesteld en bepaal of het een misdrijf
of een overtreding betreft:
a. burengerucht;
b. fraude;
c. verkopen van een hoeveelheid cocaïne;
d. autorijden onder invloed van drugs;
e. deelnemen aan een criminele organisatie.
Structuur strafbaar feit
1. Wat zijn de voorwaarden voor strafbaarheid? Licht elke voorwaarde kort toe. zijn
bestanddelen van een delictsomschrijving en wat zijn elementen?
2. Waarom is het onderscheid tussen bestanddelen en elementen van belang?
3. Delicten kunnen globaal worden onderscheiden in formele en materiële delicten. Wat wordt
daaronder verstaan? Geef van beide categorieën een voorbeeld.
4. Wat zijn commissiedelicten en omissiedelicten? Kunt u een voorbeeld geven van een
oneigenlijk omissiedelict?
5. Wat is een gekwalificeerd delict? Geef enkele voorbeelden.
Casus 1
Joost (18 jaar oud) wordt, op grond van de aangifte van zijn klasgenoot, verdacht van het plegen
van diefstal met geweld door die klasgenoot met geweld en bedreiging met geweld te dwingen
zich aan te melden op zijn account in het online spel Runescape en de virtuele objecten achter te
laten (te droppen) in de virtuele spelomgeving. Volgens de klasgenoot zou de verdachte hem
samen met een ander meermalen hebben geslagen en geschopt en zo gedwongen hebben in te
loggen. Tijdens de aangifte heeft de politie waargenomen dat de jongen de nodige blauwe
plekken heeft op zijn lichaam. De officier van justitie wil nog nader onderzoek doen in de vorm van
het horen van getuigen. Hij zou Joost graag in verzekering willen stellen.
a. Kan Joost die al vaker met justitie in aanraking is geweest voor geweldsdelicten, in
verzekering worden gesteld? Motiveer uw antwoord.
Door wie : Officier van justitie / Hulpofficier van justitie.
Tegen wie : Verdachte
Art. 27 Sv : Er moet sprake zijn van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit
gebaseerd op feiten en omstandigheden. Er is een aangifte en ook het waarnemen van de politie
(blauwe plekken bij de jongen).
Geval : In gevallen waar VH ook mogelijk is (art. 67 lid 1 sub a Sv). Het is diefstal met geweld (art.
312 Sr meer dan 4 jaar), dus op dat delict mag je ook iemand in verzekering stellen.
Grond : In het belang van het onderzoek. De officier geeft aan dat er nog onderzoekshandelingen
moeten worden verricht etc.
Hoelang : Maximaal 3 dagen met maximaal 3 dagen verlengen.
Joost wordt gedagvaard voor de diefstal met geweld (312 lid 1 Sr). Hij verdedigt zichzelf ter zitting
en betoogt dat hij geen diefstal heeft gepleegd nu virtuele amuletten niet zijn aan te merken als
een “goed”. De virtuele amuletten zijn volgens hem tastbaar noch stoffelijk en vertegenwoordigen
geen economische waarde. U bent officier van justitie en u hoort het verweer van Joost aan.
b. Zet gemotiveerd uiteen waarom u als officier van justitie wel van mening bent dat hier sprake is
van een ‘goed’.
HR Runescape : De virtuele realiteit kan niet als illusie worden afgedaan en zijn virtuele amuletten
wel een goed.
Teleologische interpretatie :
Wat is de bedoeling van de wetgever ?
Het doel van deze bepaling is de beschikkingsmacht van een rechthebbende op een bepaald goed
beschermen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NuNu2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.