100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Meer dan 35 tentamens in 1 document, Voldoende halen gegarandeerd $5.81
Add to cart

Exam (elaborations)

Meer dan 35 tentamens in 1 document, Voldoende halen gegarandeerd

 32 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Voetballen leer je niet door er naar te kijken of te luisteren. Dit geldt dus ook voor tentamens. Deze haal je niet door alleen naar hoorcolleges te kijken of naar de docenten tijdens werkgroepen te luisteren. In dit document zijn meer dan 35 oude tentamens verzameld met vraag en antwoord. Door de ...

[Show more]

Preview 4 out of 60  pages

  • January 16, 2021
  • 60
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Open vragen

1. Op 22 oktober 2013 heeft in Straatsburg ondertekening plaatsgevonden voor het Koninkrijk der
Nederlanden van Verdrag nr. 15 tot wijziging van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De wijzigingen zijn bedoeld om de autoriteit van het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens te garanderen, de effectiviteit van zijn uitspraken te
vergroten, en de klachtprocedure verder te stroomlijnen.

a. Is het Koninkrijk door ondertekening van Verdrag nr. 15 grondwettelijk gebonden aan verdrag
nr. 15? Nee, het Koninkrijk wordt niet aan verdragen gebonden zonder voorafgaande goedkeuring
van de Staten-Generaal. Na ondertekening door de regering moet deze goedkeuring nog
plaatsvinden. Artikel 91 GW.

b. Verdrag nr. 15 blijkt niet in overeenstemming te zijn met de Grondwet. Kan het verdrag
niettemin worden goedgekeurd? Ja, mist de goedkeuring plaatsvindt met tenminste een twee derde
meerderheid van de uitgebrachte stemmen in beide Kamers van de Staten-Generaal. Artikel 91 lid 3
GW.

2. De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak Meerenberg (1879) kan worden gezien als een
erkenning van twee rechtsstatelijke principes. Welke twee zijn dat? Licht uw antwoord per
principe toe: Het principe van machtenverdeling en het legaliteitsbeginsel. Machtenverdeling: In
deze uitspraak bevestigt de HR dat de Koning op grond van de Grondwet geen wetgevende macht
toekomt, maar alleen de uitvoerende macht. Bovendien bevestig de HR het legaliteitsbeginsel, nl. dat
de overheid i.c. de Koning alleen bevoegd is, als daarvoor een uitdrukkelijke grondwettelijke
grondslag bestaat.

3. Op grond van welke criteria bepaalt de Nederlandse rechter of een bepaling van een
internationaal verdrag als een ieder verbindend kan worden aangemerkt? Naar Nederlands recht is
van belang de inhoud van de bepaling. Is deze van dien aard dat de bepaling in de nationale
rechtsorde zonder meer als objectief recht kan functioneren, dan is de bepaling een ieder verbindend,
HR in Collectieve acties spoorwegen.

b. Zijn deze criteria ook van toepassing op de doorwerking van het EU-recht? Waarom wel/niet?
De heersende opvatting in Nederland is dat het EU recht “een eigen rechtsorde in het leven heeft
geroepen die bij de inwerkingtreding van het verdrag in de rechtsorde der Lid-staten is opgenomen”.
Costa/Enel. De meeste Europese landen baseren de doorwerking van het EU-recht echter op hun
grondwet. In Nederland zouden artikel 93 en 94 GW in dat geval van belang zijn (Belinfante p. 383)

4. a. Noem twee situaties waarin een kabinet zijn ontslag pleegt aan te bieden.
1. Wanneer de ministerraad door interne verdeeldheid niet meer in staat is de eenheid van het
regeringsbeleid te waarborgen.
2. Wanneer het kabinet “de rit heeft uitgezeten”. Sinds 1922 is het vaste praktijk dat een kabinet zijn
ontslag aanbiedt op de dag van de verkiezingen van de Tweede Kamer, wanneer het niet eerder ten
val is gekomen. Zo wordt de weg vrij gemaakt voor de formatie van een niet kabinet (Belifante p.
108, 110, 121-122)
3. Wanneer de Tweede kamer heeft laten blijken geen vertrouwen meer in het kabinet te hebben.

b. Noem een situatie waarin tegenwoordig een ontbinding van de Tweede Kamer plaatsvindt.
1. Als vervroegde verkiezingen gewenst zijn, dat kan zich voordoen bij zowel een breuk tussen
kabinet en Tweede Kamer als bij een conflict binnen het kabinet.
2. Vindt een Kamerontbinding plaats bij een grondwetswijziging artikel 137 (3) Gw. (Belifante p. 124-
125)

,De Democratische Partij Zuidhorn (DPZ) behaalde in 2010 één zetel in de gemeenteraad, die 15 zetels
heeft. Het gemeenteraadslid, de heer Verkouwen, wordt bij zijn werk door vier DPZ-partijleden, allen
mannen, geholpen. Het bestuur wil de heer Verkouwen en deze vier partijleden belonen voor hun
inzet en hen op de eerste vijf plaatsen zetten. Vijf mannen op de eerste plaatsen staat echter niet
fraai in deze tijd. Daarom nodigt het bestuur mevrouw Vreugdenhil uit. Zij komt op nummer 3 van
de lijst. Mevrouw Vreugdenhil moet wel beloven na de verkiezingen afstand te zullen doen van haar
zetel indien één of meer van de vijf mannen niet verkozen blijkt te zijn. Vreugdenhil zegt dat
schriftelijk toe.

De gemeente Zuidhorn heeft 12.500 inwoners. Tijdens de verkiezingen worden 6000 stemmen
uitgebracht. De DPZ krijgt 1450 stemmen, die bijna allemaal op de lijsttrekker worden uitgebracht. Er
is één restzetel.

Mevrouw Vreugdenhil wordt toegelaten tot de gemeenteraad. De heer Jansen, die de zetel zou
kunnen innemen, wanneer mevr. Vreugdenhil er afstand van zou doen, is daar verbolgen over. Dat is
niet volgens de afspraken! De heer Jansen stapt naar de rechter omdat hij vindt dat mevrouw
Vreugdenhil alsnog afstand van haar zetel moet doen.

5. a. Waarom is de kiesdeler 400 en waarom krijgt de DPZ in elk geval 3 zetels? De kiesdeler, het
aantal uitgebrachte stemmen (6000) gedeeld door het aantal zetels (15) is 400 (P5 Kieswet). De DPZ
krijgt dus 1450 gedeeld door 400 is minimaal 3 zetels (P6 Kieswet).

b. Welk stelsel van toewijzing van restzetels is hier van toepassing? Het betreft een gemeente met
een aantal gemeenteraadszetels minder dan 19. De toewijzing vind daarom plaats op grond van de
grootste overschotten (P8 (1) Kieswet).

c. Kan dhr. Jansen mevrouw Vreugdenhil juridisch dwingen afstand van haar zetel te doen? Mevr.
Vreugdenhil heeft op grond van artikel P17 Kieswet recht op een zetel. De volgorde op de lijst is
bepalend. Dit is dwingend recht, zie daarvoor Verkiezingsafspraak Beesel. De onderhandse afspraken
kunnen niet in rechte worden afgedwongen.

6. De DPZ-fractie verzoekt de wethouder een verordening voor te bereiden, waarin wordt
opgenomen dat de gemeenteraad voortaan 21 leden telt. Deze verordening wordt vervolgens
vastgesteld door de gemeenteraad.

a. Beredeneer waarom de vastgestelde verordening niet verbindend zal zijn. De verordening is in
strijd met hoger recht. Het aantal zetels wordt vastgesteld aan de hand van het aantal inwoners van
de gemeente, art. 8 Gemw. Een verordening mag niet in strijd met de wet zijn zie artikel 121 Gemw.

b. Kon de wethouder meestemmen over de verordening? Ook op gemeentelijk niveau is er in
Nederland sprake van een dualistisch stelsel. Wethouders maken tegenwoordig geen deel uit van de
gemeenteraad zie artikel 13 (1,1) of 36 (1,1) Gemw. De wethouder mag dus niet meestemmen.

7. Om het wild kamperen een halt toe te roepen besluit de gemeenteraad van Zuidhorn in de
Algemene plaatselijke verordening de volgende bepaling op te nemen: Het is verboden zonder
vergunning van het College van B&W te overnachten in een tent of in de open lucht. Voordat het
voorstel in stemming komt, waarschuwt de burgemeester dat de bepaling in strijd is met de
Gemeentewet. Zijn waarschuwing wordt echter in de wind geslagen.

a. Waarom is de bepaling in strijd met de Gemeentewet? De bepaling is zo ruim geformuleerd dat
het ook verboden is zonder vergunning te overnachten in de eigen achtertuin. Met een verbond

,daarvan is geen openbaar gemeentelijk belang gemoeid. Daarmee wordt de benedengrens van de
gemeentelijke huishouding overschreden artikel 149 Gemw + HR Wilnisser visser.

b. Wat moet de burgemeester doen indien de gemeenteraad het voorstel aanneemt en hij van
oordeel blijft dat de bepaling in strijd is met de Gemeentewet? Op grond van artikel 273 Gemw
moet hij via het college van Gedeputeerde Staten het besluit voor vernietiging aanmelden bij de
meest betrokken minister, in casu de minister van Binnenlandse Zaken. Tegelijkertijd moet de
burgemeester de gemeenteraad ervan in kennis stellen dat hij deze stap heeft gezet.

8. a. U vraagt een bouwvergunning aan. Deze wordt geweigerd. Kun u hiertegen opkomen bij de
bestuursrechter? Zo ja, hoe? Zo niet, waarom niet? Ja, dat is de aangewezen weg. Het is namelijk
een besluit in de zin van de Awb artikel 1:3 Awb. Daartegen kunt u een beroep instellen bij de
rechtbank, op grond van artikel 8:1 Awb; uitzonderingen in artikel 8:3 Awb niet van toepassing. Wel
dienst u eerst bezwaar aan te tekenen tegen het genomen besluit artikel 7:1 Awb.

b. Kunt u hiertegen opkomen bij de burgerlijke rechter? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? Nee, nu
er al een rechtsgang via de bestuursrechter is aangewezen, zal de burgerlijke rechter de eiser niet-
ontvankelijk verklaren zie Changoe.

9. Hieronder vindt u een deel van de Goedkeuringswet Internationaal Verdrag voor de bescherming
van planten.

Goedkeuringswet Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten

Artikel 1 Het op 17 november 1997 te Rome tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de
bescherming van planten, waarvan de tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in
Tractatenblad 1998, 125 en 2000, 31, wordt goedgekeurd voor Nederland.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 april 2001

Beatrix

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G. H. Faber

De Minister van Buitenlandse Zaken, J. J. van Aartsen

Vragen naar aanleiding van de casus

a. Het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten is op 17 november 1997 tot stand
gekomen. Welk orgaan heeft het verdrag toen namens Nederland ondertekend? De regering
volgens artikel 90 Gw (Belinfante p.196)

b. Was Nederland naar nationaal recht meteen aan het toen ondertekende verdrag gebonden?
Nee, Volgens artikel 91 (1) Gw wordt het Koninkrijk pas aan een verdrag gebonden na goedkeuring
van de Staten-Generaal. [Uit het bestaan van de goedkeuringswet blijkt in dit geval geen sprake van
een uitzondering]. Als het verdrag niet zelf een bekrachtigingsclausule bevat, zal de regering bij de
ondertekening een voorbehoud hebben gemaakt. Belifante p.196.

c. Bevat artikel 1 van de goedkeuringswet een algemeen verbindend voorschrift? Nee, De
wetsbepaling is niet algemeen en niet voor herhaalde toepassing vatbaar. Zij bevat slechts de
goedkeuring van dit specifieke verdrag.

10. a. Had dit verdrag ook op een andere manier kunnen worden goedgekeurd? Zo ja, hoe? Ja,
stilzwijgende goedkeuring. Zie procedure artikel 5 RwGBV

, b. Kunnen alle verdragen, die goedkeuring behoeven, op de bij a. bedoelde wijze worden
goedgekeurd? Verdragen die afwijken van de Grondwet moeten uitdrukkelijk worden goedgekeurd,
artikel 91 (3) jo artikel 6 (1) RwGBV.

11. a. Men zegt wel dat de positie van de Eerste Kamer en de positie van de Tweede Kamer bij de
uitdrukkelijke goedkeuring van een verdrag meer op elkaar lijken dan bij de meeste
wetgevingsprocedures. Leg dat uit. De inhoud van een verdrag kan in de nationale procedure niet
geamendeerd worden. De Tweede Kamer kan dus eigenlijk ook alleen maar ja of nee zeggen. Net
zoals de Eerste Kamer bij alle wetsvoorstellen artikel 85 Gw.

b. Zouden leden van de Eerste Kamer die tegen het wetsvoorstel waren, door hun fractie kunnen
worden gedwongen toch vóór te stemmen? Nee, de leden van de Staten-Generaal stemmen zonder
last artikel 67 (3) Gw.

12. Stel: nadat de goedkeuringswet is vastgesteld, stapt een belangenorganisatie, die het met de wet
oneens is, naar de burgerlijke rechter. De organisatie eist dat de burgerlijke rechter de vaststelling
van de wet onrechtmatig oordeelt, omdat de wet in strijd is met het EU recht en met het
ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel.

a. Zal de burgerlijke rechter de eis van de belangenorganisatie in behandeling nemen? De
burgerlijke rechter is bevoegd want eiser stelt een onrechtmatige daad HR Guldemond of HR
Changoe. De bestuursrechter kan de zaak niet behandelen, omdat de formele wetgever geen
bestuursorgaan is en er dus geen sprake is van een besluit (artikel 8:1 jo 1:3 (1) jo 1:1 (2,a) Awb)
Omdat de bestuursrechter geen rechtsbescherming biedt, zal de burgerlijke rechter de zaak
behandelen HR Changoe.

b. Mag een rechter in deze casus toetsen aan het EU-recht? De rechter mag/ moet toetsen aan het
EU recht op grond van het arrest Costa/Enel.

c. Mag de rechter in deze casus toetsen aan het ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel? Toetsen
van een formele wet aan het ongeschreven rechtszekerheidsbeginsel is verboden, zie de uitleg van
artikel 120 Gw in HR Harmonisatiewet.

13. a. Stel dat een meerderheid van de Tweede Kamer het volstrekt niet eens is met het beleid
van de minister van Buitenlandse Zaken, wat kan de Tweede Kamer dan ondernemen? De minister
ter verantwoording roepen artikel 42 (2) Gw, door inlichtingen te vragen artikel 68 Gw. Dringend
verzoeken het beleid te veranderen met een motie en zo nodig het vertrouwen in de minister
opzeggen. In dat geval is de minister verplicht zijn ontslag aan te bieden.

b. Zou uw antwoord op de vorige vraag anders zijn geweest als Nederland een presidentieel stelsel
had gehad? Ja. In een presidentieel stelsel is er geen verantwoordingsrelatie en vertrouwensregel
tussen parlement en regering. De gekozen en daardoor democratische gelegitimeerde president
bepaalt wie minister is.

14. a. Wat is een regeerakkoord? Een tijdens de kabinetsformatie gemaakte afspraak tussen de
voorzitters van de fracties in de tweede kamer die de coalitie gaan steunen. Zij onderschrijven de in
het akkoord genoemde beleidsplannen voor de komende kabinetsperiode. De minister en
staatsecretarissen verbinden zich ook aan dit akkoord. Het is niet juridisch bindend.

b. Wat is een demissionair kabinet? Een kabinet dat zijn ontslag heeft aangeboden aan de Koning,
maar wiens ontslagaanvrage in beraad wordt gehouden. De demissionaire fase komt ten einde nadat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LZondervan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.81  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added