Voorgeschreven stof per onderwerp, er staat in de samenvatting steeds welke hoofdstukken per college
January 16, 2021
76
2020/2021
Summary
Subjects
goederenrecht
pitlo
650247 b 6
goederenrecht samenvatting
tilburg university
uvt
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Tilburg University (UVT)
Bachelor / Premaster Rechtsgeleerdheid
Goederenrecht (650247B6)
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
kendi
Content preview
Goederenrecht
Hoorcollege 1.
Privaatrecht > gaat over betrekkingen tussen burgers onderling > goederenrecht valt hier
dus onder.
Publiekrecht > gaat over betrekkingen tussen overheid en burger > meer ongelijkwaardige
verhouding.
Privaatrecht kun je in 2 hoofdcategorieën onderverdelen: vermogensrecht & personenrecht.
Personenrecht: boek 1 (natuurlijke personen),2 (rechtspersonen) en 4 (nat.
personen).
rechtspersoon = is eigenlijk een stuk papier. Dus stukken papier gelegenheid
geven om aan het rechtsverkeer deel te nemen en dan net zoals natuurlijke personen
bijvoorbeeld eigenaar te zijn van iets > vooral gebruikt om bedrijven in onder te
brengen> hoewel dit niet per se hoeft want als ZZP’ er ben je natuurlijke persoon die
bedrijf runt.
natuurlijke en rechtspersonen zijn dragers van vermogensrechtelijke rechten en
verplichtingen.
Vermogensrecht: verbintenissenrecht (boek 6) & goederenrecht (boek 3 en 5)
Verbintenissenrecht
Verbintenis: vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen op grond
waarvan de ene partij (schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de
andere partij (schuldeiser) is gerechtigd.
voorbeeld: koopovereenkomst tussen A en B waarbij A verkoper is en B de koper.
Verplichting van de verkoper is levering van het onderwerp van de overeenkomst. Het recht
van de koper is hiermee het recht op levering. In het goederenrecht zetten we dus het recht
voorop. De verplichting van de koper is de betaling van de koopprijs. Hiermee is het recht
van de verkoper betaald worden. De overeenkomst is dus de bron van de verbintenis.
Goederenrecht
Goederen zijn zaken en vermogensrechten
Zaken. Art 3:2 BW: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten > kan
je dus vastpakken soms heb je twijfelgevallen bijvoorbeeld is lucht een zaak? >
nee, maar zodra je die lucht op een of andere manier in een tank krijgt, dan is het wel
een zaak. Of bijvoorbeeld de zee> is geen zaak maar zodra je zeewater in een flesje
doet dan is het wel een zaak.
Zaken kun je onderverdelen in roerende en onroerende zaken.
Vermogensrechten. Art. 3:6 BW > rechten die hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met
een ander recht overdraagbaar zijn, of ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk
voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het
vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel. Voorbeeld: vorderingen op naam.
Hoewel een bepaalde vordering voortvloeit uit het verbintenisrecht en de positieve kant van
verbintenis is > alsnog is het ook goederenrechtelijk; de vordering het recht = het gaat om
een goed en in die zin gelijkgeschakeld dat je ook bij vorderingen kan afvragen of het
overdraagbaar is etc.
We zijn geneigd altijd onderscheid te maken tussen verbintenissen- en goederenrecht, maar
ze lopen dus voortdurend in elkaar over.
Roerende & onroerende zaken
1
,Art 3:3 BW.
Waarom is het relevant om te weten of iets roerend of onroerend is? > ze worden anders
behandeld bijvoorbeeld wat voor type beperkt recht erop te vechten is (hypotheekrecht op
onroerende zaken en pandrecht op roerende).
De formaliteiten voor overdracht oftewel de levering, is een van de redenen waarom het
onderscheid tussen onroerend en roerend er is. > art 3:83 (overdraagbaarheid) jo 3:84 (GT,
BB, Levering/vestiging) jo 3:89 e.v. (levering).
Op het perceel van Buys was een portacabin geplaatst, naast een ander gebouw dat zich op
het perceel bevond. Een van de eigenschappen van een portacabin is dat hij snel en
gemakkelijk verplaatst kan worden. De portacabin wordt ingericht en gebruikt als
bedrijfsruimte/kantoorruimte. Er is gas/water/licht/elektriciteit etc. aangesloten. De onderkant
van de portacabin is met een plint bevestigd die tot aan de grond reikt, waardoor het lijkt
alsof het bouwsel met de grond is verenigd.
Op een bepaald moment verstrekt Rabobank kredieten aan Buys. Hierbij wordt een recht
van hypotheek op het bedrijfsterrein gevestigd en een bij notariële akte gevestigd pandrecht
als onderpand. Er ontstaan problemen en Rabobank is van mening dat de portacabin een
onroerende zaak is omdat het met de grond verenigd is en beroept zich hier ook op.
HR is van oordeel dat uit de hiervoor omschreven omstandigheden onder meer blijkt dat de
portacabin naar haar aard en inrichting, bestemd is om als bedrijfsgebouw te worden
gebruikt en om duurzaam ter plaatse te blijven. Daarbij acht de hoge Raad dat het niet van
belang is om dat in technisch opzicht de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te
verplaatsen. De Hoge Raad concludeert dat de portacabin een onroerende zaak is en geeft
de Rabobank dus gelijk.
Gelet wordt op de bedoeling van de bouwer, maar alleen voor zover:
De bedoeling moet naar buiten kenbaar zijn
Verkeersopvatting slechts van indirect belang (bijvoorbeeld wanneer is iets
duurzaam?! Niet wat de maatschappij vindt of het in de casus een roerende of
onroerende zaak is)
Een gebouw is onroerend in de zin van 3:3 als het bestemd is naar aard en inrichting
duurzaam ter plaatse te blijven.
Bestanddelen
Onzelfstandige onderdelen van een zaak, art. 3:4 BW, dat zelf daarom geen zaak
meer is.
- Verkeersopvatting (lid 1) (incompleet, constructieve afstemming)
- Niet te verwijderen zonder schade van betekenis (=schadecriterium)> bijv.
gebouw waarin keuken geplaatst wordt. Wordt keuken dan een bestanddeel van
het gebouw? Hangt er van af. Bij keukens is het vaak zo dat een keuken niet
afgescheiden kan worden zonder beschadiging van betekenis aan keuken zelf;
kastjes eruit moeten breken kan schade veroorzaken bijvoorbeeld. Zelfde geldt
voor een ingebouwde machine in fabriek ook al huur je de machine. Als die
machine namelijk zo hard is ingemetseld dat je hem zowat moet afbreken om
hem los te krijgen, dan kan het zomaar zo zijn dat die machine onderdeel is
geworden van het gebouw.
Invulling verkeersopvatting:
- Gebouw dat als gebouw incompleet is (niet het productieproces maar het gebouw
zelf); of
- Hoofdzaak is zonder het bestanddeel onvoltooid.
Machine in fabriek? Depex Curatoren
Groutanks bij tunnelbak Prorail
2
,Overdracht
Art. 3:83 BW: overdraagbaarheid
Art. 3:84 BW:
- Geldige titel
- Levering
- Door een beschikkingsbevoegde
Verplichte literatuur uit Pitlo bij hoorcollege 1: hoofdstuk 1 en 4
Hoofdstuk 1. Algemene inleiding
Vermogen
- In spraakgebruik wordt bedoeld iemands activa/geld.
- In het privaatrecht betekent het: iemands op geld waardeerbare rechten en plichten.
Goederen = alle zaken en vermogensrechten = art 3:1 BW.
Zaken = voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art 3:2 BW). Hieronder valt
ook een ‘res nullius’, oftewel een zaak die aan niemand toebehoort. Er zijn 2 soorten res
nullius (zaken zonder eigenaar)
(5:18 BW derelictie = weggooien): een zaak is door de eigenaar achter gelaten met
het oogmerk zich van het eigendom te ontdoen. (Of te wel: een zaak die aan
niemand toebehoort). Door middel van occupatie kan je eigenaar worden van de res
nullius door het goed in bezit te nemen.
Zaken die nooit een eigenaar gehad hebben (natuur; lucht, zee, schelpen etc.)
Vermogensrechten art 3:6 BW.
Hieronder vallen bijvoorbeeld rechten op zaken als erfpacht, rechten op zulke rechten
(bijv. Hypotheekrecht op erfpachtrecht), rechten op prestaties (bijv. Vorderingen om
te doen, na te laten enz.), rechten op dergelijke rechten (bijv. Vruchtgebruik op een
vordering) etc.
Het recht hoeft niet overdraagbaar te zijn: een niet overdraagbaar recht van gebruik
en bewoning (art 3:226) en een niet overdraagbare vordering (art 3:83 lid 2) zijn ook
vermogensrechten. Ook rechten die de rechthebbende zelf geen stoffelijk voordeel
verschaffen mar waartegenover deze wel een stoffelijk voordeel heeft verschaft of
toegezegd, zijn vermogensrechten.
Of iets een vermogensrecht is wordt uiteindelijk bepaald door de vraag of het recht in
kwestie enige economische waarde vertegenwoordigt.
Eigendomsrecht is ook een vermogensrecht.
Vermogensrecht is onder te verdelen in absolute & relatieve rechten > later aan orde
Goodwill = de meerwaarde van een bedrijf die ligt in de vaste klantenkring, kwaliteit
en ligging van het pand/bedrijf, kwaliteit van bedrijf zelf en andere (im)materiële
factoren. > is goodwill een vermogensrecht? > het heeft waarde en wordt bij
bedrijfsovername verkocht en overgedragen, desondanks GEEN vermogensrecht>
goodwill is gelegen in een bepaalde feitelijke toestand die zich voor een groot deel
aan de macht van de ondernemer onttrekt. Deze kan ook nooit aan een opvolger
enig recht op voortduren van een feitelijke situatie verschaffen, maar diegene slechts
in een gunstige uitgangspositie brengen en zelf geen afbreuk doen aan die positie.
Hoge Raad maakt onderscheid tussen:
Belichaamde goodwill: onverbrekelijk verbonden met de vermogensbestanddelen
van de onderneming en komt tot uitdrukking in de meerwaarde van die
bestanddelen in hun geheel bij voortzetting van de onderneming boven de
waarde van afzonderlijke vermogensbestanddelen
3
, Onbelichaamde goodwill: het bovenste is niet het geval. In tegenstelling tot
belichaamde goodwill kan niet in de verdeling van de gemeenschap worden
betrokken.
Registergoederen art 3:10 BW.
Onroerende zaken, want zelfs in onderlinge relatie tussen vervreemder en verkrijger
gaan zij pas over door inschrijving van daartoe bestemde akte in openbare registers>
art 3:98 lid 1.
Maar ook sommige roerende zaken zijn registergoederen, alsmede diverse
vermogensrechten.
Categorisering als registergoed is van belang voor bepalingen over overdracht en
verjaring.
Voorwaarden registergoed: er moet een register bestaan waarin vestiging/overdracht
van het goed kan worden ingeschreven, dat register moet openbaar zijn en
inschrijving hierin moet voor vestiging/overdracht constitutief zijn (oftewel
vestiging/overdracht treedt pas in door inschrijving).
Te boek gestelde schepen, luchtvaartuigen vallen ook onder registerzaken. Tevens
niet vergeten alle beperkte rechten die rusten op registergoederen (art 3:98).
Bestanddelen art 3:4 BW.
Of een zaak bestanddeel van een andere zaak is, wordt bepaald door
verkeersopvatting: art 3:4 lid 1. = algemeen gangbare opvatting dat 2 of meer zaken
met elkaar in zodanig verband staan dat zij samen 1 zaak vormen. In het tweede lid
van dit artikel is een ander fysiek criterium voor het begrip bestanddeel. Dan is
onderzoek naar verkeersopvatting niet nodig.
Natrekking: art 5:14 > voorwerp verliest zakenrechtelijke zelfstandigheid doordat het
bestanddeel wordt van een andere zaak,
Zaaksvorming: art. 5:16 > van meerdere voorwerpen wordt 1 voorwerp gevormd met
geheel nieuwe identiteit.
Indien de voorwerpen verschillende eigenaars hadden, dan kan de natrekking
respectievelijk zaaksvorming wijziging in de eigendomssituatie ten gevolge hebben.
Zie verder art 5:14 e.v. en 5:20 voor onroerende zaken.
Vruchten art 3:9 BW.
Natuurlijke vruchten: appels vallen van een boom, graan wordt geoogst, dieren
krijgen jongen etc. = de vrucht die eerst bestanddeel vormde, wordt door de
afscheiding een zelfstandige zaak (lid 1 en 4)
Burgerlijke vruchten (art. 3:9 lid 2 BW): rente over een rekening, huur, dividend dat
voortvloeit uit een aandeel.
Rechtspersoon
= bedrijf
Bijzondere positie, namelijk bijzonder soort rechtssubject: de economisch
gerechtigden tot zijn vermogen kunnen wisselen, terwijl in juridisch opzicht het
vermogen steeds blijft toebehoren aan diezelfde rechtspersoon.
Een reden om bedrijf als goederenrechtelijke eenheid te beschouwen is gelegen in
het feit dat waarde ervan door aanwezigheid van goodwill doorgaans hoger is dan
optelsom der goederen
Toekomstige goederen
Goederen die nog niet bestaan (absoluut toekomstig) denk aan fruitopbrengst van
een boomgaard van het volgende jaar of vordering tot betaling van nog niet vervallen
huurtermijnen uit een huurovereenkomst. Ook zaken die nog bestanddeel van andere
zaak uitmaken zijn in deze zin toekomstig, bijv. cv-ketel die binnenkort uit huis zal
worden verwijderd. Tevens bestaande goederen waarover men nog niet de
beschikking heeft, terwijl men verwacht die beschikking te eniger tijd te zullen krijgen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kendi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.