100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting geestelijke gezondheidszorg 3de bachelor sociaal werk $3.24   Add to cart

Summary

Samenvatting geestelijke gezondheidszorg 3de bachelor sociaal werk

 29 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak geestelijke gezondheidszorg uit de 3de bachelor sociaal werk, gegeven door Mieke Verhaeghe en Evert Van Quathem.

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • January 17, 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Geestelijke gezondheidszorg
MIEKE VERHAEGHE
Er staat geen leeftijd op psychische moeilijkheden.
Het is een sociaal probleem, hangt sterk samen met onze samenleving.

Thema 1: Voorkomen (het bestaan) en determinanten van psychische problemen

Klinisch psychologen baseren zich op het D.S.M. (diagnostic statistical manual) om een diagnose te
stellen.
Diagnostic statistical manual = handboek waarin alle symptomen van alle psychische aandoeningen
beschreven worden.

Het is altijd een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren die aan de basis liggen
van een psychische aandoening. Dus er zijn mensen die biologisch gezien meer aanleg hebben voor
het krijgen van een psychische aandoening dan anderen.

Heritabiliteit = mate van erfelijkheid van een aandoening.

1. Het voorkomen van psychische problemen

Wat zijn psychische ziekten/psychiatrische aandoeningen?

Hoe kunnen we dit tellen?

 kunnen we niet exact tellen want enkel van de vastgestelde gevallen komen de gegevens in de
databank terecht. Het gaat dus om mensen die professionele hulp zoeken.

Om na te gaan hoeveel mensen ongeveer met een psychiatrische aandoening te maken krijgen
worden specifieke onderzoeken gedaan door mensen die expertise hebben. Zo wordt er bijvoorbeeld
bij 10000 Belgen langs gegaan en op basis daarvan gekeken hoeveel mensen er zouden zijn ten
opzichte van de volledige bevolking.

Epidemiologie = tak van de wetenschap die zich bezighouden met het tellen van het voorkomen van
een aandoening.
Prevalentie = hoe vaak komt het voor? Hoeveel procent?  onderscheid tussen periodegebonden of
‘lifetime’.
Incidentie = hoeveel nieuwe gevallen van een aandoening zijn er op een bepaald moment?
Etiologie = gaat op zoek naar de oorzaak van aandoeningen.

Op jaarbasis hebben 800 000 Belgen een psychiatrische aandoening. In de loop van hun leven krijgen
2 200 000 Belgen een psychiatrische aandoening, dit is ongeveer 1/5.

YLD = years lost disability

Welke aandoening komt het meest voor?

1. Een stemmingsgerelateerde aandoening (depressies)
2. Een angstgerelateerde aandoening
3. Een alcoholgerelateerde aandoening
4. Een borderline problematiek
5. Een psychose



1

,Zijn er verschillen tussen mensen?

Per aandoening zijn er onder andere genderverschillen.

2. Determinanten van psychische problemen

Er zijn heel veel factoren die aan de basis kunnen liggen van psychische problemen. Deze factoren
kunnen zich op alle niveaus (micro, meso, macro) bevinden.

De mentale gezondheid is een sociaal probleem. Het moet dus structuurgericht aangepakt worden.
Er zijn sociale oplossingen nodig. Maatschappelijk werkers moeten hierbij meer centraal staan. Er
moet ook naar de omgeving worden gekeken.

Verschillen tussen individuen

Hoe vatbaar iemand is voor het krijgen van een psychiatrische aandoening hangt af van biologische,
psychologische en sociale factoren. Hieronder wordt gefocust op de sociale factoren.




Er werd vastgesteld dat er bij patiënten sprake was van levensgebeurtenissen die het evenwicht
verstoorden. Dit verstoorde evenwicht kan leiden tot fysieke ziekte, bv. maag- en darmklachten.

Op life events scales (lijst van zaken die stress veroorzaken) staan niet alleen ernstige
gebeurtenissen. Ook leuke gebeurtenissen zoals een trouw kunnen stress met zich meebrengen. Op
zich kloppen zo’n lijsten niet want niet iedere gebeurtenis geeft aan iedereen evenveel stress.

Sociale stressmodel:

 Voor heel veel studies gebruikt.




Stressoren = zaken die stress met zich meebrengen, aanleiding kunnen geven tot het krijgen van een
psychiatrische aandoening.

 Levensgebeurtenissen: zaken die gebeuren in je leven die stress met zich mee brengen, acute
gebeurtenissen
 Chronische stressoren: zaken die stress met zich meebrengen die lange tijd blijven duren, bv.
een trauma.

Mediatoren = kunnen de impact van stressoren verminderen of versterken, bepaalt hoeveel kans
iemand heeft op het krijgen van een psychiatrische aandoening.

2

,  Sociale ondersteuning: gaat over het sociaal netwerk dat deze persoon heeft, het aantal
mensen waarbij deze persoon terecht kan.
 Stresshanteringsstrategieën: een manier om met de stress te leren omgaan,
copingstrategieën, bv. sport als uitlaatklep.
 Personal resources: gaat om de persoonlijkheid, bv. gevoel van controle, weerbaarheid, …

De stressreactie of spanning kan zowel lichamelijk als mentaal zijn.

1) Stressoren

Het gaat bij stressoren niet noodzakelijk om negatieve gebeurtenissen.
De acute en chronische gebeurtenissen spelen zich af op een soort continuüm waarbij links de acute
gebeurtenissen staan en rechts de chronische. De stressoren spelen zich af op verschillende niveaus.

Er is ook een link te maken met rollen:
Role overload = de persoon ervaart heel veel druk bij de rol die hij/zij heeft.
Role conflict = de persoon heeft 2 rollen die op een aantal punten met elkaar in conflict komen en
dus stress kunnen veroorzaken, bv. mama maar tegelijk ook zakenvrouw.
Role captivity = de persoon zit vast in zijn/haar rol.
Role restructuring = omkeer van rollen tussen bv. ouders en kind.

2) Distress

 Indicatoren van stressgevoelens/onwelbevinden
 “Psychische ziekte”: Voor welke aandoeningen wel/niet?
 Ook ruimer: ook fysieke aandoeningen

3) Copingstrategieën

Emotiegericht versus probleemgericht:
Emotiegerichte copingstrategieën werken pijnverzachtend, bv. jezelf eens trakteren.
Probleemgerichte copingstrategieën zorgen wel voor oplossingen, bv. bekijken hoe je in het verleden
zo’n problemen hebt opgelost.

4) Sociale steun

 Netwerken versus steun
 Waargenomen steun (subjectief)
 Soorten steun: emotioneel, instrumenteel, adviserend, …
 Bronnen van steun: formeel versus informeel
 Rol van wederkerigheid
 Verwachte tegenover niet-verwachte

5) Personal resources: self-efficacy en zelfwaardering

Mogelijke verklaringen voor verschillen in “distress”: twee deelverklaringen:

 Differentiële blootstelling aan stressoren: bij de ene persoon zijn meer stressoren aanwezig
dan bij de andere (hokje stressoren in het stressmodel)
 Differentiële kwetsbaarheid door verschil in toegang tot/gebruik van sociale steun,
copingstrategieën en ‘personal resources’: ene persoon ervaart meer steun van z’n sociaal
netwerk dan de andere (hokje mediatoren in het stressmodel)




3

, Het stress-kwetsbaarheidsmodel bestaat ook en legt de nadruk op biologische en psychologische
factoren.

Indien als complementair:

 Bio
 Psycho
 Sociaal-cultureel

Als maatschappelijk werken kan je vooral gaan werken met de mediatoren, bv. helpen zoeken naar
de stresshanteringstechniek die voor die persoon het beste effect heeft.

1) Toepassing methodiek: balkmetafoor

 bedoeld om mensen zelf inzicht te geven in hun situatie.




Balk: de persoon die gebroken is.
Pleisters: staat ervoor dat de persoon herstelt.
Blokken op de balk: de lasten die de persoon moet dragen, wat weegt door op jouw balk. De grootte
van het blokje toont aan hoe zwaar het doorweegt.
Pilaren onder de balk: zaken die de persoon ondersteunen waardoor de balk hersteld kan worden.
De breedte van de pilaren toont aan hoeveel steun iets biedt.

De balk wordt doorheen het proces op verschillende momenten gebruikt. Er kunnen zaken
veranderen in de zwaarte van de last of iets kan meer steun bieden dan voorheen.

2) Toepassing als rode draad in suicidepreventie

(zie dia 43)  ook gebaseerd op de eerdere modellen.

Verschillen tussen deelstaten

Op vlak van depressies zijn er grote verschillen tussen de deelstaten van de Verenigde Staten.

Hoe kunnen we dergelijke verschillen/veranderingen op samenlevingsniveau verklaren?

Er zijn hiervoor 2 visies: ‘echte stijging’? OF stijging in diagnoses en medicatie?
 Deze 2 redeneringen sluiten elkaar niet volledig uit.

Klassieke kaders – “structural strains”

1. Anomietheorie

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meredithhuyghebaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59523 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24
  • (0)
  Add to cart