100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie hoofdstuk 6 en 7 $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie hoofdstuk 6 en 7

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

samenvatting Biologie hoofdstuk 6 en 7

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • H6 en h7
  • January 17, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie samenvatting H6 en H7
6.3 gedrag beschrijven
Bij ethologie staat de studie van het gedrag van dieren centraal. Gedrag zijn alle
waarneembare activiteiten van een dier of mens. Wanneer de overlevingskans van een dier
worden vergroot en het gedrag goed is aangepast aan de omgeving spreek je van adequaat
gedrag. Gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen, ook wel gedragselementen
genoemd.
Handelingen met een gemeenschappelijk doel vormen samen een gedragssysteem. Je
spreekt van een gedragsketen wanneer een handeling leidt tot volgende handelingen.
Baltsgedrag is bedoeld om partners aan te trekken. Dit hoort bij het voortplantingsgedrag.
Broedzorg is wanneer de ouders zorgen voor hun nakomelingen.
Als je iemand zijn/haar gedrag observeren moet dit objectief zijn. Zonder je eigen mening.
De verschillende handelingen die je hebt waargenomen bij een dier kun je overzichtelijk in
een ethogram zetten. Je houd bij hoe vaak en hoelang een dier elke handeling uitvoert. Dit
geef je weer in een protocol en dat is een lijst van de achtereenvolgens waargenomen
handelingen. Je kunt jezelf dan 3 vragen stellen:
- Hoe vaak komt elke handeling voor?
- Hoelang duurt elke handeling?
- Is er een vaste volgorde tussen bepaalde dingen?

6.4 Vorming van gedrag
Erfelijke en aangeleerde eigenschappen spelen een rol bij het gedrag wat je toont. De
hersenen combineren die actuele informatie over het interne en externe milieu met erfelijke
en aangeleerde gedragsinformatie. Ook de fysiologie, de anatomie en de ontwikkelingsfase
hebben invloed op je gedrag. Adequaat gedrag kan via DNA of door leerprocessen aan de
nakomelingen worden doorgegeven.
Motivatie is de bereidheid om iets uit de voeren. Bijv. voedingsdrank, vluchtgedrag.
Periodieke invloeden zijn schommelingen in het interne of externe milieu die regelmatig
terugkeren. Het slaap-waakritme en veranderingen tijdens de levenscyclus volgen een
erfelijke biologische klok. Een sleutelprikkel is een prikkel die een doorslaggevende rol
speelt bij het vormen van bepaald gedrag. Door sleutelprikkels komt erfelijk gedrag tot uiting.
Een dergelijke prikkel noem je een supranormale prikkel (onweerstaanbare prikkel). Bij
mensen zijn sleutelprikkels bijvoorbeeld het gezicht van een baby. Ze veroorzaken bij veel
mensen de neiging tot verzorgen en vertroetelen. Mensen kunnen door hun bewustzijn
afleren om op sleutelprikkels te reageren.

6.5 Aangepast gedrag
Naast prikkels wordt gedrag gevormd door erfelijke factoren en door leerprocessen. In een
leerproces verandert het gedrag van een dier langdurig onder invloed van externe prikkels.
Op basis van ervaringen gedurende de levensloop kan het dier adequaat gedrag
ontwikkelen. Je hebt verschillende manieren van leren:
- Inprenting
- Gewenning
- Conditionering
- Pavlov-effect
- De skinner-box
- Dopanimie
- Imitatie

, - Inzicht

Inprenting: wanneer dieren alleen iets leren in een bepaalde korte periode in hun leven
(gevoelige periode) Bijvoorbeeld het leren hoe de moeder eruit ziet.
Gewenning: als de kans op een reactie op een prikkel afneemt bij herhaaldelijk toediening
van een prikkel spreek je van gewenning. Het dier raakt dan gewend aan de prikkel.
Conditionering: is het belonen of bestraffen van bepaald gedrag. Als dit onder natuurlijk
omstandigheden gebeurd spreek je van proefondervindelijk leren. Dit heet ook wel trial and
error.
Pavlov-effect: hier werd laten zien dat je een natuurlijke prikkel ook kunt vervangen voor een
kunstmatige prikkel bij het veroorzaken van een natuurlijke respons. Pavlov noemt deze
reactie een geconditioneerde reflex.
De skinner-box: Skinner kon hier laten zien hoe gedrag door een beloning kan worden
beïnvloed. De frequentie van een handeling neemt toe wanneer er een beloning op volgt.
Imitatie: wanneer dieren het gedrag van soortgenoten na doen spreek je van imitatie of
nabootsing. Jonge vogels leren dr zang door de geluiden van de ouders na te bootsen.
Inzicht: wanneer een dier of mens in een nieuwe situatie de oplossing van een probleem
vindt door ervaringen uit het verleden op een andere wijze te combineren spreek je van
inzicht.

6.6 Sociaal gedrag
Veel diersoorten leven onafhankelijk van elkaar (solitair). Sociaal gedrag is het gedrag van
soortgenoten ten opzichte van elkaar.
Een signaal is een handeling bij sociaal gedrag die als prikkel werkt voor de handeling van
een soortgenoot.
Baltsgedrag: dat is gedrag dat begint voor de paring en het voortplantingsgedrag vergroot.
Territoriumgedrag: gedrag met als doel het territorium te verdedigen en afbakenen.
Conflictgedrag: gedrag dat ontstaat bij even sterke motivatie voor 2 gedragssystemen.
Overspronggedrag: vorm van conflictgedrag met een signaalfunctie.
Rangorde: volgorde binnen een groep dieren van dominant naar minst dominant.
Imponeergedrag: gedrag waarbij het dier zich zo groot en indrukwekkend mogelijk maakt.
Verzoeningsgedrag: gedrag van een ondergeschikt dier ten opzichte van een dominante
soortgenoot.
Staten is een grote populatie insecten met een sterke taakverdeling bijv. bijen.

H7 Ecologie en milieu
7.1 Organismen
Ecologie is de wetenschap waarbij de wisselwerking tussen de organismen en hun
omgeving wordt bestudeerd.
Levensgemeenschap is het gebied waar een bepaald organisme in leeft. Je hebt biotische
en abiotische factoren. Biotisch is levend en abiotisch is niet levend en alle abiotische
factoren in een bepaald gebied noem je het biotoop. Het levensgemeenschap en biotoop
noem je samen het ecosysteem. Habitat is het leefgebied van een organisme.

7.2 Populaties
Concurrentie
Je hebt concurrentie en coöperatie. Dit is competitie of samenwerking. Bij concurrentie gaat
het om beschikbaarheid in voedsel, partners in voortplanting en beschikbare ruimte. Dit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeevansark. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.28
  • (0)
Add to cart
Added